Lesweek 1 legaliteitsbeginsel
Materieel strafrecht: regelt welk gedrag onder welke omstandigheden strafbaar is en tot
welke sancties gedrag kan leiden.
Strafprocesrecht: geeft aan welke procedure gevolgd moet worden wanneer iemand ervan
wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd
Gematigd inquisitoir belangrijkste kenmerk van het proces: er vindt een ambtshalve
onderzoek plaats dat is gericht op het vaststellen van de waarheid en waarin de verdachte
voorwerp van het onderzoek is. De verdachte is geen gelijkwaardige procespartij en de
verdachte heeft niet dezelfde rechten als het OM. De strafrecht is actief en ondervraagt zelf
getuigen en doet ook zelf onderzoek. De verdachte kun je als speelbal zien in dit proces.
Gematigd accusatoir uitgangspunt in het proces: het proces is een procedure tussen, in
theorie, gelijkwaardige partijen. De partijen zijn zelf verantwoordelijk voor het
bewijsmateriaal in het belang van hun positie
In Nederland is het lastig om onderscheid te maken tussen deze twee procesvormen omdat
er kenmerken zijn van beiden.
Procedure
Stap 1
Er wordt een melding gedaan, dit kan aangifte zijn op het politiebureau, maar dit kan ook
een 112-melding zijn.
Stap 2
De politie komt op de plek van de gebeurtenis en gaat onderzoek doen, dit kan bijvoorbeeld
een getuigenverhoor zijn of bijvoorbeeld een sporenonderzoek. De politie doet dit in
opdracht van het OM (openbaar ministerie) onder de leiding van de Officier van Justitie.
Stap 3
Het onderzoek kan er naar toe leiden dat bepaalde sporen die er zijn gevonden naar een
persoon wijzen waarvan een redelijk vermoeden van schuld is, ook wel de verdachte.
Stap 4
De verdachte wordt aangehouden en wordt op het politiebureau verhoord, hierbij wordt er
naar de kant gevraagd van de verdachte. De verdachte heeft bepaalde rechten, bijvoorbeeld
het recht op een raadsman (advocaat), ook heeft de verdachte een zwijgrecht, ze mogen
zwijgen als ze niks willen verklaren.
Een verdachte mag niet actief worden gedwongen om actief mee te werken aan zijn eigen
veroordeling (Nemo tenetur beginsel)
, Stap 5
De officier van Justitie bepaalt of hij de zaak gaat seponeren of gaat dagvaarden.
Hier speelt het opportuniteitsbeginsel een rol: hij heeft de keuzevrijheid om (als enige) te
bepalen of hij de zaak seponeert of dagvaardt.
Stap 6
Bij dagvaarding: de rechtbank wordt opgeroepen om te verschijnen op de zitting bij de
rechtbank. Wat wordt er besproken:
- Het dossier van de verdachte
- De persoonlijke omstandigheden van de verdachte
- Rapportage van de reclassering → Dit is een orgaan dat verslag uitbrengt
over de persoon van de verdachte, b.v. zijn er schulden of verslavingen.
De reclassering adviseert ook over b.v. de straf voor de verdachte en kan dus een
mogelijke rol spelen.
Het slachtoffer/nabestaanden kunnen b.v. het spreekrecht uitoefenen tijdens de zitting. Zij
kunnen ook een schadevergoeding vorderen van de verdachte. Deze schadevergoeding
wordt vordering benadeelde partij genoemd. De partij die de schadevergoeding vordert, heet
de benadeelde partij.
Stap 7
De rechter doet een vonnis (uitspraak van een rechtbank)
Vrijspraak → de rechtbank vindt dat er te weinig bewijs is tegen de verdachte
(9%)
Veroordeling → de rechtbank vindt dat er genoeg bewijs is tegen de verdachte
(91%)
Een partij kan na het vonnis in hoger beroep gaan bij het gerechtshof en daarna nog in
cassatie gaan bij de Hoge Raad.
Het legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel is een essentieel beginsel in onze rechtstaat.
Het legaliteitsbeginsel staat opgenomen in het Wetboek van Strafrecht en in het Wetboek
van Strafvordering.
Wetboek van Strafvordering artikel 1: “Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de
wet voorzien.”
Strafvordering: gaat over de regels omtrent de procedure van het strafproces (b.v. wanneer
je iemand mag aanhouden en hoe lang je iemand mag vasthouden op het politiebureau)
Bij de wet voorzien: het moet gaan om een wet in formele zin (artikel 81 Gw). Alle regels
omtrent de procedure moeten zijn opgenomen in een wet in formele zin.
Wetboek van Strafrecht (artikel 1): “Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan
voorafgegane wettelijke bepaling.”
Geen feit is strafbaar: welk handelen wel en niet door de beugel kan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lhedriessen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.