Doelen van voortgezet technisch lezen
• Het decoderen: nauwkeurig lezen
• Het vergroten van de leessnelheid
• Het verbeteren van de voordracht
Theorieën over het leesproces
Bottum-upmodel: Kwestie van waarnemen van letter voor letter en woord voor woord. Zo
past de lezer snel de elementaire leeshandeling toe. Deze theorie klopt in de praktijk niet
helemaal. Bijv.: Grote overwinning voor voor PSV. Veel mensen lezen over het twee woord
voor heen. Of het wel in staat kunnen zijn om teksten te lezen waarin woorden of letters zijn
weggelaten. Dit model geeft geen goede verklaring voor het feit dat we zinnen veel sneller
lezen dan losse woorden. Dat komt omdat we bij het lezen van zinnen gebruik kunnen
maken van de context.
Top-downmodel: De lezer maakt sterk gebruik van zijn voorkennis en de context. Uit de
eerste paar woorden van de zin kan de lezer al voorspellen wat de rest van de zin zal zijn.
Wanneer het volgend woord toch niet hetgeen is wat hij had voorspelt voelt de lezer zich
gedwongen om heel precies te kijken welke woorden er staan. Dit model geeft geen correcte
analyse van het leerproces. Lezers kunnen niet heel precies voorspellen wat de rest van de
zin zal zijn.
Interactief model: Een combinatie van bottum-up en top-downmodel. Bij het lezen is er een
wisselwerking tussen de visuele informatie die een lezer krijgt aan de ene kant en zijn kennis
van taal aan de andere kant.
Leesstrategieën
De manier om teksten te decoderen of te verklaren. Een ervaren lezen gebruikt flexibel alle
leesstrategieën. Na de beginfase is er dus geen één strategie.
Elementaire leeshandeling (beginfase): Strategie waarbij kinderen letter voor letter een
woord verklanken om vervolgens het hele woord te noemen → /r/, /aa/, /m/, /raam/. Het is
van essentieel belang dat kinderen in de beginfase leren lezen volgens de elementaire
leeshandeling → ze krijgen inzicht in de koppeling foneem en grafeem. Nadeel: het
leestempo is laag en minder geschikt voor lange woorden. Streven is om kinderen zo snel
mogelijk efficiëntere leesstrategieën aan te leren.
Lezen met behulp van clusters en spellingspatronen (automatiseren): Vrij snel na het
beginstadium (elementaire leeshandeling) komen de kinderen tot een verkorting van de
,elementaire leeshandeling. Ze herkennen bepaalde lettercombinaties in één keer en lezen
bijv. /z/, /eep/, /zeep/. Een cluster is een combinatie van medeklinkers (bijv. str-, spr-, kl-).
Een spellingpatroon is een combinatie van zowel klinkers als medeklinkers (bijv. -ap, -open, -
aan). Ook lezen van vaste lettercombinaties als aai, ooi en eeuw valt hieronder. Dit is ook
goed te gebruiken om niet klankzuivere woorden te ontcijferen.
Lezen met behulp van de visuele woordvorm (verder automatiseren): (naïef of globaal lezen)
Door directe woordherkenning herkennen kinderen woorden aan de visuele woordvorm (de
speciale volgorde van letters). Methode Veilig leren lezen sluit aan bij deze manier van
waarnemen. Van veel woorden is de woordvorm en de bijbehorende klankvorm in het
geheugen opgeslagen. Hierdoor zal een geoefende lezer van bepaalde woorden het
herkennen en het woord niet meer verder hoeven analyseren.
Lezen met behulp van morfologische analyse (verder automatiseren): Veel gebruikt bij lange
woorden die samengesteld zijn uit twee of meer delen die een eigen betekenis hebben.
Hiervoor is kennis van de opbouw van Nederlandse woorden nodig. Bijv. vergeeld, ver- is
een voorvoegsel en geeft een verandering aan, geel en het achtervoegsel -d geeft aan dat
het een voltooid deelwoord is. Als een letter of een combinatie van letters een concrete
betekenis heeft is dit een morfeem. Wanneer een kind een woord niet goed morfologisch
analyseert wordt de klankvorming niet goed gedaan. Bijv. geknoei is ge-knoei, maar een kind
spreek het dan uit als gek-noei. Let op: niet verwarren met clusters en spellingspatronen! Dit
zijn namelijk combinaties van letters die geen betekenis hebben!
Lezen met behulp van de context (verder automatiseren): Zinnen lezen d.m.v. kennis
(grammaticale regels) van de syntactische structuur van de zin. Syntactische structuur: de
volgorde van de woorden in een zin. Daarnaast maak je gebruik van kennis van de betekenis
van woorden en zinnen.
Voordrachtsaspecten
Aspecten die nodig zijn om een tekst vloeiende te kunnen lezen. Veel aspecten hangen sterk
met elkaar samen. Ook moet een leerling op een bepaald niveau zijn met lezen om deze
, aspecten te kunnen hanteren. In de beginnende fase van lezen zijn leerlingen namelijk nog
te veel bezig met het decoderen van de tekst.
Uitspraak en articulatie: Het correct en verstaanbaar uitspreken van woorden en zinnen van
een tekst. Er is een verschil tussen spellinguitspraak (dan spreek je het woord uit zoals je het
spelt, zoals pannenkoek, vakantie) en correcte/ normale uitspraak (panukoek, vakantsie).
Klemtoon: Het accent in woorden en zinnen. Woordaccent is makkelijker omdat dit vrijwel
bij alle woorden vastligt. Zinsaccent is lastiger omdat de klemtoon per zin verschilt en er
soms in een zin meerdere accenten zijn. Uit de context moet opgemaakt worden waar de
klemtoon ligt. Accenttekens kan helpen bij het lezen van de juiste intonatie.
Zinsmelodie: Het verloop van toonhoogte in een zin. Vragende of gebiedende zin loopt de
zinsmelodie omhoog. Mededelende zin omlaag. Leestekens helpen hierbij.
Natuurlijkheid en emotionaliteit: In hardop lezen dezelfde manier van spreken hanteren als
in een gewoon gesprek of een mondelinge presentatie. Je laat dus bepaalde emoties in je
manier van lezen doorklinken om duidelijk te maken dat een personage boos, verdrietig, blij
of teleurgesteld is. Signaalwoorden in een tekst zoals boos, huilend en chagrijnig kunnen
hierbij helpen. Daarnaast kun je natuurlijk lezen bereiken door personages bepaald
stemgeluid of accent te geven (bromstem, zuidelijk accent, etc.) of het verschil laten horen
tussen directe rede (de gesproken tekst) en de indirecte rede (de beschrijving).
Tempo: Vloeiend lezen en een goede leessnelheid, maar ook een goede afwisseling van
snelle en langzame passages.
Volume: Het volume (geluidsterkte) afwisselingen tussen hard en zacht. Valt samen met het
gedeelte natuurlijkheid en emotionaliteit.
Het lezen van woordgroepen: Een zin wordt nooit aan een stuk vloeiend uitgesproken. Je
last vaak allerlei minieme pauzes in, meestal op de grens van woordgroepen (frasering). Bij
technisch lezen wordt dit geoefend door in teksten streepjes onder woordgroepen te zetten.
Het lezen van interpunctie: Komma’s, punten, aanhalingstekens, vraagtekens en
uitroeptekens.
Wanneer voordrachtslezen?
• Theaterlezen
• Hoorspel
• Radiolezen
• Lezen tijdens de leeskring (boekpromotie)
• (Landelijke) voorleeswedstrijd
AVI-toets: Manier om inzicht te krijgen in het niveau van technische lezen van een leerling.
Sinds 2009 een nieuwe niveau-indeling die gerelateerd is aan de groepsindeling van de
basisschool. AVI-M4 betekend midden groep 4, AVI-E5 betekend eind groep 5. Deze niveau-
indeling wordt ook gebruikt voor de toetsen Leestechniek & Leestempo.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annemarie90. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.