Democratie in Nederland
Nederland was in de 19e eeuw groter dan nu. Naast Nederland hoorden ook
Suriname, de Antillen en Nederlands-Indië erbij. Nederland veranderde snel in
de 19e eeuw. De Industriële revolutie was in volle
gang. Dat betekende dat er vooral in steden arbeiders
kwamen wonen om in fabrieken te werken. De steden
groeiden hierdoor hard, maar de leefomstandigheden
van de arbeiders waren niet goed. Ze verdienden weinig
en hadden geen goede huizen.
In 1815 was koning Willem l aan het hoofd. Vanaf 1815
kreeg nederland ook een grondwet, wat nederland een
constitutionele monarchie maakte. in 1840 volgde zijn
zoon Willem ll hem op als koning van Nederland. Hij
had alle macht, het volk had helemaal niks te zeggen en
de ministers moesten doen wat de koning wilde.
1848
Thorbecke was een liberaal die de grondwet wilde
veranderen. In 1848 (revolutiejaar) kreeg hij zijn kans. De
koning gaf hem de kans, doordat er binnen europa veel
revoluties tegen de koningen begonnen. In de nieuwe
grondwet stonden belangrijke zaken:
- Iedereen kreeg dezelfde grondrechten (bv. Vrijheid van
meningsuiting, Godsdienst en onderwijs)
- Koning werd onschendbaar.
- De ministers werden verantwoordelijk (ministeriële
verantwoordelijkheid)
- Er kwamen rechtstreekse verkiezingen in de tweede
kamer, provinciale staten en de gemeenteraad door middel van het
Censuskiesrecht. (de rijke mannen die een bepaald bedrag aan
belasting betalen)
- Eerste kamer werd voortaan door de mensen uit de provinciale staten
benoemd.
Met de nieuwe grondwet verloor de koning dus uiteindelijk zijn macht.
Vanaf 1848 werd Nederland een parlementaire democratie. Het parlement
controleert de regering.
, 1866 - 1867
Luxemburgse kwestie
Koning willem lll probeerde achter de rug van het
parlement Luxemburg te verkopen. Het parlement wilde de
ministers wegsturen, maar de koning steunde de ministers
en stuurde het parlement weg. Na nieuwe verkiezingen
was het parlement nog altijd tegen de plannen van de
koning en probeerde de ministers weer weg te sturen, deze
keer met succes.
Elke groep streed voor zijn eigen rechten. Sommigen voelden zich
achtergesteld en wilden gelijke rechten (Emancipatie)
Rond 1900 waren er verschillende meningen over het onderwijs. Alleen
openbaar onderwijs werd betaald, maar de confessionelen wilden ook dat
bijzonder onderwijs (gelovig) werd betaalt, de liberalen waren hierop tegen.
Deze politieke ruzie noemen we schoolstrijd.
Ondanks de veranderingen was Nederland geen echte democratie. Slechts
11% van de mannen mochten stemmen. Deze stemden vooral op de liberalen.
Zij vonden vrijheid voor de burgers belangrijk. De overheid moest zich zo min
mogelijk met de burgers bemoeien.
Nederland was officieel protestants, maar er woonden ook veel katholieken.
Ook zij kwamen in het parlement, maar pas vanaf 1926 met een partij, de
RKSP (rooms-katholieke staatspartij).
Vanaf 1848 zaten er vooral liberalen in het parlement. Maar naast de liberalen
waren er nog 2 politieke groepen:
- Socialisten; Zij vinden gelijkwaardigheid belangrijk en komen vooral op
voor de armoede en arbeiders.
- Confessionelen; Zij vinden het geloof belangrijk en willen van hieruit het
land besturen. Zij zijn weer onder
te verdelen tussen protestanten
en katholieken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madeleindv. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.