100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Volledige SV Sociologie en rechtssociologie (geslaagd eerste zit!!!) $5.52   Add to cart

Summary

Samenvatting Volledige SV Sociologie en rechtssociologie (geslaagd eerste zit!!!)

5 reviews
 331 views  22 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het vak 'sociologie en rechtssociologie' gegeven door professor Koen van Aeken. Volledige samenvatting waarmee ik in eerste zit ben geslaagd. Omvat zowel lesnotities als aanvullingen uit de handboeken (enerzijds 'dialogen tussen het recht en de samenvatting' en anderzijds 'het soci...

[Show more]

Preview 4 out of 66  pages

  • Yes
  • October 11, 2022
  • 66
  • 2021/2022
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: manonvangoethem1 • 2 months ago

review-writer-avatar

By: ella_jaminon • 9 months ago

review-writer-avatar

By: andreasvanhoutte173 • 1 month ago

review-writer-avatar

By: yeaolasankoh • 1 year ago

review-writer-avatar

By: romymarien1 • 1 year ago

Translated by Google

I've already bought several svs because the structure is just so great! If anything is unclear, Emma is also ready to help right away!! Definitely recommended:)

avatar-seller
Delen in het donkerroos aangeduid:
de prof heeft in de les aangegeven
dat het heel belangrijk is.

Rechtssociologie – Koen Van Aeken

H1: WAT IS RECHTSSOCIOLOGIE?
1.1 Inleiding

Niet zoals andere rechtswetenschappen
Gaat over recht, maar recht in relatie tot de SL, niet in relatie tot zichzelf.
Juridische wereld: Intern perspectief: niet door wat er gebeurt eigenlijk. Zoals een vis die
niet doorheeft dat hij in water zit.

Rechten:

1) Intern
a. Deelnemersperspectief, praktisch, coherentie recht
2) Doctrinair
a. Normatief, argumentatief, rechtsmethodiek

Rechtssociologie:

1) Empirische methode
a. what is (not what ought)
b. Niet subsumptie
i. Jurist: doet aan subsumptie = feiten onder de regel brengen
ii. Niet mogelijk wanneer er geen algemene regel is of wanneer deze
onduidelijk is
iii. Vb) van subsumptie: vrouwenbesnijdenis tegengaan? Zoeken op alle
niveaus van het recht, bij elk soort bevoegdheidsorgaan, vaak
internationale verdragen
c. Niet gericht op de deelnemers van het juridisch verkeer (= professionals:
advocaten, dus niet burgers of rechtsonderhorigen)
d. Wel: wetenschappelijk onderzoek

2) Extern perspectief
a. Toeschouwersperspectief
b. Niet over het recht zelf vaak ook breder dan het positieve recht zelf (vb)
informele procedures, mogelijkheid conflict tussen regel en informele normen
op te lossen)
i. – nodig om als vis het water te zien = een contrast
ii. SL = de sociologie
iii. In vergelijking met het recht = rechtssociologie.

°Opleiding rechtssociologie wordt enkel gegeven op de faculteit sociologie  Niet bij
rechten, dus de kern is sociologie en niet recht
Waarom toch op de rechtsfaculteit? …

,Intermezzo: armoede is eigenlijk een vicieuze cirkel

Armoede: geen ‘character flaw’, maar door weinig geluk, slecht lot uit de loterij
Werken: de hoofdfunctie = geld verdienen
Ook een aantal latente (verborgen) functies: Sociaal contact, Bezigheid, iets creëren, tijd
besteden, structuur

In armoede leven, toch job? Laag inkomen, veel jobs tegelijk, vaak onder de radar…
 Worden < werkloosheid verplicht een bepaald aantal uur te werken
 Enorm veel stress, het lijkt misschien niet zo, maar ze zijn constant bezig eten en
geld te verzamelen om in leven te blijven
 Soms ook verplicht tot bijscholing: nog meer confronterend voor hen, vaak ook
niet mogelijk om goed te kunnen studeren

Efficiëntie: doelmatigheid:
1.2 Het belang van de sociologie voor de beoefening van het recht het minst mogelijk
middelen gebruikend
Probleemstelling: rechtsinstrumentalisme (economisch karakter)
Effectief: doel is bereikt
Juristen: te weinig in beeld (overlegcomité, crisisjaren van 1996
(Dutroux)) “pleinvrees van de juristen”
 Jammer: juristen zouden moeten pleiten voor een gelijke samenleving, hebben
een missie
 Maar: recht is een middel (gelijk krijgen, eigen doel bereiken…) en geen normatief
doel = Rechtsinstrumentalisme

Vb) Grote bedrijven moeten weinig belastingen betalen, wordt een rijke elite en niemand
komt ertegen in opstand
Vb) Juristen in opleiding willen snel hun diploma om te gaan werken (=rendementsdenken),
niet omdat ze de wereld willen veranderen of verbeteren
Vb) Juristen zelf: geen helden, vechten niet voor idealen
Vb) Hoogleraren: kredieten verzamelen om onderzoek te kunnen voeren

Sire, il n’y a plus d’intellectuels: Eigenlijk niet alleen juristen, de hele academische wereld.
Ook door het onderwijs (zoals het rechtenonderwijs)  Moeten de common sense
meegeven, en stellen deze voor op individuele wijze, niet met collectief doel.

Conclusie: wat zijn de boosdoeners van het ‘niet-heroïstische’ recht?

1) Individueel utilitarisme (egoïsme, vrijheid om eigenbelang na te streven)
2) Rechtsinstrumentalisme (recht gebruiken om dingen gedaan te krijgen)


Individueel utilitarisme

Na Franse revolutie: recht in het Westen zeer liberale identiteit (Zo is ons recht ontstaan,
vooral contractenrecht)

,Dus: liberaal ≠ vrijheid, hervorming, progressief
Maar = beschermen van individuele belangen

‘Qui dit contractuel, dit juste’ (Fouillée)  duidelijk de liberale belangen in die tijd: geloof
van de contractvrijheid het meest rechtvaardigde zou zijn

 Is niet zo, ultieme vrijheid (geen wetten of regels) is niet altijd rechtvaardig
Betekenis individueel utilitarisme = beetje egoïsme, niet gericht op de gehele sl maar op de
private belangen en vrijheden van elke persoon

NOOD AAN JURISTEN DIE LIBERALE ONRECHTVAARDIGHEID TEGENWERKEN

Sociologie: men spreekt in
Rechtsinstrumentalisme algemene termen over de
hele bevolking, is natuurlijk
Onderzoek Dahrendorf 1964: naar de karakteristieken van de niet echt zo.
rechtenstudenten (en toepassing op 1999 door Koen Raes) ‘Nu’ = 1999
Vaststellingen:
1) Uit hogere klassen (ouders ook hoogopgeleid)  Nu: nog steeds
2) Minst wetenschappelijke (dus niet biologie, chemie…) “makkelijk, niet ernstig”
3) Weinig vrouwen  Nu: anders, meer vrouwen
4) Elitaire status (auto, kleren…) en studentenverenigingen  Nu: nog wel verenigingen
maar niet zo verenigd als vroeger (historici) – gezamenlijke interesse in het recht
5) Interesse in partijpolitiek en elitaire feestjes
6) Geen interesse in het recht zelf  Nu: nog steeds (weinig doctoraten, op efficiëntste
wijze diploma halen, liever pleitoefeningen dan metajuridische vakken)
7) Meer interesse wat ze met diploma kunnen doen i.p.v. de inhoud van het recht

Fout van individueel utilitarisme en rechtsinstrumentalisme. Niet de student.

Inleiding: vragen die we ons stellen bij een niet-nageleefde norm

Vb) Vrouwenbesnijdenis: wetgevend kader dat die praktijk verbiedt:

kunnen we er een ontwikkelen of indien er al een is, kunnen we het verbeteren?


 Primaire bronnen (wetgeving, rechtspraak…)  Is aanwezig voor vrouwenbesnijdenis
 Secundaire bronnen (rechtsleer: rechtsgeleerden gaan nadenken over primaire bronnen)
o = doctrine (≠doctrinaire methode, is juridisch perspectief)

 Besnijdenis is in al zijn vormen verboden, maar het gebeurt nog steeds

is dat verbod wel effectief? Worden de doelen van deze verboden ook bereikt? NEE
Hoe komt het dat het nog steeds gebeurt?

, 1) Het ligt aan het recht: kijken naar de implementatie van die wetgeving (de uitvoering, of
men het volgt)
2) Het ligt aan de samenleving: vanuit de sl is er weinig steun voor dit specifieke verbod

Als we ons zo’n vragen stellen, zijn we bezig met Antropologie: sociologie van de niet-
rechtswetenschap. westerse volkeren
Nu ook mogelijk in westerse landen, zeer
diverse samenleving, er wonen hier ook
mensen uit niet-Westerse landen
Vraag: zijn de instrumenten wel effectief?

Nee, er zijn nog steeds landen waarin vrouwenbesnijdenis voorkomt (Dus: de primaire
bronnen bereiken hun doel niet)
Wel in bepaalde mate: in steden (veel politie) gebeurt het al minder, of meer verborgen

 Hoe komt dat?

1) < Wetgeving en handhaving  Wordt erop toegezien dat er geen besnijdenissen
plaatsvinden? Wordt men dan ook gestraft? Bestaat er wel een wettelijk kader? Ja
2) < Samenleving  Wordt het vanuit de samenleving gesteund? Nee: niet-westerse
volkeren hebben eeuwenoud geloof/ gebruik
a. Zeer anders dan bij ons: mensenrechten, gelijkheid (seksisme), fundamentele
beschikking over het lichaam
b. Universaliteit van de mensenrechten? Vanuit het Westen moeten wij niet
onze normen en waarden aan die landen opleggen.

 Waarom gaat men in die landen in tegen de wet? Waar zit de kern van dit gebruik?

Vrouwen moeten kuis zijn
 Maagdelijkheid
 Gaat nog verder: ook na huwelijk zodat de vrouw geen genot kan voelen, zo kan ze
ook niet vreemdgaan
Dus: mannen gaan er eigenlijk van uit dat vrouwen altijd ontrouw zijn

Vandaag: minder deze oorspronkelijke functie. Nu wordt een besneden meisje gezien als
een proper en braaf meisje.


Recht en rechtssociologie: 2 verschillende benaderingen

Men kan het recht wel veranderen (dit is al gebeurd)  RECHT
Maar het is nodig om ook de samenleving de veranderen  SOCIOLOGIE
Deze twee tezamen en in verband met elkaar: hoe werkt de wet

Recht en sociologie zijn twee totaal verschillende benaderingen, die over hetzelfde
onderwerp kunnen gaan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EmmaNW. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.52. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.52  22x  sold
  • (5)
  Add to cart