100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Volledige SV Personen- en familierecht (14/20 1ste zit!!!) $5.39
Add to cart

Summary

Samenvatting Volledige SV Personen- en familierecht (14/20 1ste zit!!!)

15 reviews
 836 views  77 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een SV die zowel lesnotities van het vak 'personen- en familierecht' als aanvullingen uit het boek omvat. Er wordt duidelijk aangegeven welke delen belangrijk zijn en er is een duidelijke structuur.

Preview 4 out of 91  pages

  • October 11, 2022
  • 91
  • 2021/2022
  • Summary

15  reviews

review-writer-avatar

By: aliyaisakova • 4 months ago

review-writer-avatar

By: maitevanopstraet • 6 months ago

review-writer-avatar

By: mangelschotsjolien • 9 months ago

review-writer-avatar

By: ella_jaminon • 7 months ago

review-writer-avatar

By: andreasvanhoutte173 • 9 months ago

review-writer-avatar

By: margaritac129 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: StudyGirl21 • 2 weeks ago

Show more reviews  
avatar-seller
Personen- en Familierecht – Frederik Swennen

Hoofdstuk 1: Wat is personen- en familierecht?
Zie art. 2
Deel 1: Personenrecht  Naturlijke persoon en Rechtspersoon oud BW,
3.38 BW
 Wie: de actieve actoren aan het rechtsverkeer (3 relevante entiteiten) en 3.35
BW.
 Aanknopingspunten? Geen definitie van de ‘persoon’. Wel onrechtstreeks
(onderscheid met zaken en dieren en onderscheide natuurlijke persoon en
rechtspersonen)
o Personen (‘persoon’ < lat.: persona = toneelmasker, rol op toneel van de
juridische wereld.)
 Natuurlijke persoon: elke mens (Romeinense slaven: geen personen maar
wel mensen)
 Mens van vlees en bloed = gematerialiseerd
 Mens als juridische entiteit = gedematerialiseerd om de juridische
rol te bepalen (innerlijk, status…)
 Doel  °Hokjes in het recht
 Rechtspersoon (sensu latu: de persoon in zijn geheel, sensu strictu: )
 Ruime betekenis: synoniem van ‘persoon’
 Beperktere betekenis: elke andere entiteit dan een natuurlijk
persoon.

 Recht gaat om relatie met andere personen  Voorwerpen en dieren zijn
geen deelnemers van het rechtsverkeer, dus je kan er dan ook geen
relatie mee hebben. (ik bezit een horloge, dus anderen mogen er niet
aankomen  het gaat niet om de verhouding tussen mij en mijn horloge,
maar om mij en alle andere mensen die van de horloge moeten afblijven,
ook zo bij bvb mijn hond)  Een recht is een plicht van een ander
 Waarom belangrijkste categorie: vermogen om als denkend en voelend
wezen rechten en plichten op te nemen  Antropocentrisch recht, door
en voor mensen.

o Voorwerpen  Geen rechten, plichten of verboden
o Dieren 3.38 (dus geen voorwerpen meer! Vroeger was dit een deel van de
categorie voorwerpen, nu aparte categorie)  Geen rechten, plichten of
verboden
 Zijn dieren Rechtspersonen?
 Argument voor: dieren hebben gevoelens, lijken op mens
 Argument tegen: dieren kunnen geen plichten opnemen (maar plichten
zijn rechten van anderen DUS ze hebben geen rechten)
 Zelfs dan: welke rechten en plichten zouden we geven aan dieren?
Enkel fundamentele rechten? Of ook meningsuiting vb?
o Quid AI en cyborgs? Actueel maar juridisch onopgeloste zaak.

, Conclusie: Cartesiaanse tweedeligheid: mensen vs. De rest STAAT ONDER DRUK (opkomst
dieren als derde categorie, opkomst artificiële intelligentie, dragers van leven zoals water en
lucht…)
= ACTOR-NETRWERKTHEORIE: erkent buiten mens ook niet-menselijke actoren.

 Algemeen
o Identiteit, indeling in categorieën/ hokjes – alle personen

 Bijzonder
o Identiteit in de natie (vreemdeling, nationaliteit…)
 Staatsburgers/ vreemdelingen
o Persoonlijke kenmerken (minderjarig, TBP, geestesziekte…) – bepaalde
categorieën van personen
Huwelijk en wettelijke
samenwoning zijn beiden
Deel 2: Familierecht verhoudingen van staat (geen
contractvrijheid en geregeld t.o.v.
Geen wettelijke definitie (Wel art. 8 EVRM waarop je je kan derden.)
beroepen) Wettelijke en feitelijke
3 soorten familiale betrekkingen samenwoning in grote mate
o Partners (horizontaal) – Partnerrelatie gequalqueerd op het huwelijk.
(huwelijk, wettelijke SW…) Moeilijk te definiëren
wat partners nu juist zijn: hier zijn enkele mogelijke relevante
aanknopingspunten:
 Persoonlijke relaties (gevoelens en uiting ervan)
 Behoeften vervullen (wederzijds afhankelijk & zorg – niet per se
geld)
 Duurzaamheid (lange duur, kinderen, samenwonen)
 Consenting adults (min. 2 personen die er voor kiezen)
 Ook andere mogelijk dan huwelijk, wettelijke en feitelijke
samenwoning
 Vb) Latrelatie kan partneralimentatie vergroten
voor de ex-echtgenoot
 Eigenlijk fout van de wetgever: behandelt enkel de seksueel
affectieve relaties met 2 personen. Maar anderen moeten ook
worden beschermd.
 Maar nu: levensgemeenschap met samenwoning steeds meer in de
plaats van een partnerrelatie
 DUS: feitelijk gezinsleven/ levensgemeenschap > bloedband/
juridische band

o Ouders en kinderen (verticaal) (afstamming en adpotie)
 De secundaire afhankelijkheid: het kind wordt verzorgd door de
moeder, de moeder kan minder tijd in zichzelf steken, dus heeft hulp
nodig van de vader/ partner
 1ste functie van het familierecht: immaterieel: maatschappelijke en
familiale waarden en normen

,  2de functie van het familierecht: materieel: in levensonderhoud
voorzien

o (Deze 2: samen ‘het gezin’)

o De uitgebreide familie: verwantschap (over generaties heen, verwantschap,
wanneer ouders niet voldoen een reserve vangnet)


Hoofdstuk 2: Personen

Afdeling 1: waarover gaat het?

Zie in leiding personenrecht

Afdeling 2: De natuurlijke persoon

§1: De mens

 Welke entiteit is een mens (cf. ‘monstres’/ cyborgs)?
o Vroeger categorie: monstres = een persoon met een beperking: nu meestal
niet meer problematisch < medische oplossingen/ wettelijke oplossingen
o Nieuwe categorie, nog niet juridisch: cyborgs: dierlijke of mechanische
organen… Vb) Persoon met het hart van een varken/ synthetisch hart
o  Leidt vaak tot moeilijkheden bij bepalen van wat de persoon is

 Definitie met 2 voorwaarden: Natuurlijke persoon: elke entiteit die
o uit een mens is geboren
o op basis van menselijke gameten (zaadcel + eicel) (Ook niet de bevruchte eicel
bij een dier inplanten, of dierlijke cellen in een mens inplanten.)


§2: Vanaf de geboorte

 In beginsel: geboorte12
o Voorwaarde: levend en levensvatbaar
o Geboorte = uit de baarmoeder komen (geen juridische definitie, dus hoe het
in de taal wordt begrepen  Zal moeten worden aangepast want binnenkort
ook zwangerschap buiten de baarmoeder mogelijk)
 Levend = het kind heeft in- en uitgeademd
 Levensvatbaar = heeft alle levensnoodzakelijke organen (niet
wanneer er bvb een serieus hartprobleem is en sowieso enkele uren


1
Art. 44 BW: akte van geboorte bij levende/ levensvatbare mens (vermeldt
datum en uur)
2
Art. … BW: 180 dagen na de verwekking

, later sterft, dan is het niet levensvatbaar en heeft het dus nooit
geleefd, ook al heeft het geademd.)
 Minder dan 180 dagen voor de verwekking:
vermoeden van niet-levensvatbaarheid (kan
worden betwist < steeds nieuwe medische
ontwikkelingen)
 Dus pas op: ademen ≠ levensvatbaar zijn
o Akte van geboorte < ABS (na medisch attest arts of wroedvrouw)
o Kind heeft geleefd maar stierf voor de aangifte bij de ABS? Dan zowel de akte
van geboorte als de akte van overlijden opstellen.

 Doodgeboorte & Akte van levensloos kind

o Nooit bestaan? Zeer pijnlijk voor de ouders  °officiële erkenning dat het
kind er is geweest
 °Akte van levensloos kind 3 (dus het kind heeft geen geboorteakte,
ook geen akte van overlijden  want niet levend en levensvatbaar)
o Begrafenis/ crematie
 Voor de 180 dagen: op verzoek van de ouders
 Na de 180 dagen: verplicht

Wat staat er in die akte?
o < 140 d  Spontane en niet-spontane abortussen mogelijk
 Akte levensloos kind: onmogelijk (wel begraven/ crematie mogelijk)

o ≥ 140 en < 180 dagen
 Akte levensloos kind: keuze (vader/ moeder/ meemoeder)
 Voornaam: keuze

o ≥ 180 dagen
 Akte levensloos kind: verplicht
 Voornaam: keuze
 Naam: keuze  Naam die het kind zou hebben gekregen bij levende
geboorte

Wat staat er niet in de akte? Of het kind voor de vaststelling bij de geboorte heeft
geleefd  Moeilijker voor de ouders.




 Nog geen geboorte

3
Art. 58-59 oud BW

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EmmaNW. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.39  77x  sold
  • (15)
Add to cart
Added