100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding tot de financiële markten 1 $11.27
Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding tot de financiële markten 1

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het boek + PPT + lesmateriaal + notities

Preview 4 out of 74  pages

  • October 11, 2022
  • 74
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
2e semester
Inleiding tot de financiële markten 1



Inleiding tot de financiële
markten 1
Deel 1 financiële architectuur
Hoofdstuk 1 Financiële architectuur ontstaat niet spontaan
 Toeval?
o Neen, voorbeeld Aboriginals: zij hadden geen nood aan verandering en
waren niet “mee met de tijd”
 Financieel systeem
o Goldsmith: verbinding van instrumenten, instituties en markten
o Jager-verzamelaar
 Sharing economy
 Gift economy: iets geven met een tegenverwachting
 Eerste concepten schuld, interest & ruil
 Relatieve affluent society
 Neolithische revolutie
o Van foerageren (jagen) naar pastoralisme (domesticatie)
o Van rondtrekken naar sedentatie (settelen)
 Domesticatie
 Uitbreiding naar landbouw
 Verandering technologie, urbanisatie
 Sociale stratificatie (wie leidt volk en wie werkt)
 Agrarische maatschappen
 Eigendomsconcepten: behouden vee
 Belastingen behouden  data verzamelen en behouden
o Ontstaan eerste boekhouding, “geld”, schrift
 Registreren
o 9000 BC  kleitabletten met nam “enveloppen” met x aantal steentjes erin
o Spijkerschrift  ontstaan schrift door tellen en registreren
 Nijpend economisch probleem
o Niet samenvallen van behoeften
o Waarde toekennen aan goederen was moeilijk
 Graan werd gebruik als waarde (numerair)
o Financiële concepten
 Shât & Deben als rekeneenheden (Egypte)
 Codex van Hammurabi: wetgeving Mesopotamië
 Leencontracten, verzekering, risicospreiding
 Van goederengeld naar munten
o Schelpen dienden als ‘geld’ en een ketting vormde het concept sparen
 Rekeneenheid (numerair)
 Opslagmiddel van vermogen (store of wealth)
 Ruilmiddel (medium of exchange)

1

, 2e semester
Inleiding tot de financiële markten 1



o Lydië
 Zuiveringsproces goud  eerste munten van staters slaan
 Concept: munthuis, gouden standaard
o Galliërs
 Geld  pecunia komt van pecus = schapen (toenmalig ‘geld’)
 Salaris  Romeinse soldaten werden betaald in zout (Salt)
o Romeinen
 Eerste financiële intermediairs (avant-la-lettre)
 Eerst vorm rechtspersoon en aandelen
 Middeleeuwen
o Ontstaan nieuwe steden (geen piramide bouw)
 Luca Pacioli  concepten dubbel boekhouden, winst
 Fibonacci  introductie Hindoe-Arabische getallen + handelsgerichte
rekentechnieken
o Netwerken
 9e eeuw: ontstaan koopmannen en agentnetwerken
 Concept zwart geld (slechte kwaliteit van metalen)
 Bankbiljetten
 Ontstaan in China
o Financiële infrastructuur
 Nood aan wisselaars
 Jaarmarkt Champagne
 Minimaliseren te betalen bedrag door max aantal handelaars
te betrekken
 Jaarmarktbrieven (schuld voor handelaar) werden
verhandelbaar  concept wissel (enkel op einde jaarmarkt)
o Endosseren: overdragen naar een andere partij
o Van wisselaars tot merchant-bankiers
 Internationale spelers bezaten het grootkapitaal
 Bv Medici in Italië
o Renteverbod katholieke kerk
 Arabieren losten verbod op d.m.v. quotatie prijsverschil tussen
onmiddellijke betaling en uitgestelde betaling
 Handelskrediet op rente NIET maar via commissie betaling wel
 Participeren winsten: Commenda
o Ontstaan financiële markten
 Concept effecten
 Overdraagbare obligaties  prestiti
 Brugge
 Handel op vaste markt met herbergiers als
vertegenwoordigers
 Brugge verliest vaste markt aan Antwerpen door overstroming
o Eerste handelsbeurs aan de Meir
 London
 Gresham  ontstaan Londense handelsbeurs (the exchange)

2

, 2e semester
Inleiding tot de financiële markten 1
 Consols: perpetuele obligaties (niet opvragen door belegger)
 Inval Spanjaarden: verhuis beurs naar Amsterdam
 Nederlandse republiek
o Introductie provinciale obligaties
o Innovatie
 Lenen met onderpand
 Lijfrenten: keert begunstige z’n leven jaarlijks een rente uit
 Actuariële methoden  Johan De Witt (waardering lijfrente)
 Rechtspersoon en aandelen  kenden ondernemerschap


o Verenigd Oost-Indische company
 Soort van ‘joint ventures’
 Iedereen kon vrijwillig/spontaan stoppen
 VOC  men betaalde een som aan de VOC voor een bepaald
aandeel, geld terugkrijgen ging niet (Dari – Mattiacci)
o Ontstaan beurs (aandelen terug liquide maken)
o Ontstaan dividenden (eerst specerijen)
e
o 17 eeuw
 Eerste effectenbeurs Amsterdam
 Speculatie leidt tot crashes
 Tulpmania (massaal investeringen in tulpen rond 17e eeuw)
o 18e eeuw
 Loterijlening: getrokken loten werd uitgekeerd als lijfrente etc.
 Opstellen leningen aan lage prijzen
 Winnaars verkregen bijkomende opbligatie
o Centrale banken
 Amsterdamse Wisselbank  niet volwaardige centrale bank
 Wisselaar
 Introductie giraal geld (rekeningen) & bankgiro’s
e
 1 centrale bank: Zweedse rijkbank
 Financierde overheid
 Introductie papieren geld

Hoofdstuk 2 bouwstenen van de financiële architectuur
Bouwstenen
 1) Betalen
o Geld ontstaat door nood aan handig betaalmiddel
 2) Financieren
o Intertemporele allocatie van consumptie onder zekerheid
o Loskoppeling consumptie en moment van betaling
o 2 partijen
 Haves
 Gezinnen, particulieren
 Have nots
 Bedrijven: geven aandelen als schuldbewijs


3

, 2e semester
Inleiding tot de financiële markten 1
 Overbrugging tussen beiden
 Banken, financiële instellingen
o Directe financiering
 Private leningen
 Intercompany loans in een interne kapitaalmarkt
 Staat los van gebruikte instrument
 Wettelijke onderscheiding
 Private emissies
 Publieke emissies ( x > 100 mensen)
o Semi-direct (tussenpersonen)
 Via makelaar (naam klant), commissionair (eigen rekening)
 Crowdfunding
 Fee business
 Fee wordt betaald aan financiële tussenpersoon
o Typologie financiële markten
 1) Primaire vs secundaire markt
 2) Geldmarkt vs kapitaalmarkt
 Geldmarkt: financiële activa met looptijd <1 jaar
o Eenvoudige rente
 Kapitaalmarkt: samengestelde rente
 3) Leningen (tijdsgebonden) vs effecten (niet tijd gebonden)
 4) Beursmarkt vs buitenbeursmarkt
 5) Prijsgedreven en ordergedreven markten
 Marktorders  order wordt uitgevoerd ongeacht prijs per
aandeel
o Ordergedreven: trader probeert max aantal
aankooporders te matchen aan verkooporders
 Limietorder  order wordt enkel uitgevoerd eens de
limietvoorwaarde is voldaan
 6) Contantmarkten vs termijnmarkten
 Contant: onmiddellijke afhandeling
 Termijn: speling tussen aankoop en betaling is groot (prijs
wordt vastgelegd)
 7) Vloerhandel vs schermenhandel
 Vloerhandel ouderwets (pit trading)
 Schermenhandel: gekend met high speed trading
 8) Nationale vs internationale markten
 9) Open versus gesloten markten
 10) gereglementeerd vs niet-gereglementeerd
 11) Wholesale (institutioneel) vs retail (particulier)
 12 bilateraal vs multilateraal
 Marktefficiëntie
o Investeringspolitiek is grotendeels afhankelijk van geloof sterkte markt
o Vormen
 Zwakke vorm: historisch karakter
 Geen weet of koers gaat dalen of stijgen (zeer subjectief)
 Eventstudie

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BaribalHardi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.27
  • (0)
Add to cart
Added