Bronnen:
Vragen opgelost a.d.h.v. de lessen en PowerPoint’s van Prof. Dr. Alain Labro
Afbeeldingen afkomstig van de PowerPoint’s van Prof. Dr. Alain Labro & afkomstig uit Boron, W. &
Boulpaep E. L. (2017). Medical Physiology. Philadelphia: Elsevier
,HOOFDSTUK 2
1. Geef de algemene structuur van een fosfolipideA en bespreek de asymmetrie in de
lipidecompositie van het celmembraanB: hoe wordt dit gegenereerdC en wat zijn de complicatiesD?
Algemene structuur van een fosfolipide (A)
- Een fosfolipide bestaat uit:
o Een hydrofiele* kop: * = polair
Glycerol
Fosfaatgroep
Kleine (polaire) molecule op de fosfaatgroep (vb.
Choline)
o Een hydrofobe* staart: * = apolair
Bestaat uit 2 vetzuren
Verzadigd => RECHT
Onverzadigd => KROM
o Bevat 1 of meer dubbele bindingen
(on)verzadigdheid bepaald vloeibarheid van het membraan
Dierlijke cellen: meestal 1 staart verzadigd + 1 staart onverzadigd
Asymmetrie in de lipidecompositie van het celmembraan (B)
- Fosfolipiden kunnen van elkaar verschillen in:
o Kop => molecule op de p-groep
o Staart => in lengte + in #onverzadigdheden
- De verschillende fosfolipiden zijn niet gelijk verdeeld over de intra- & extracellulaire zijde van
het celmembraan, bijvoorbeeld:
o Sphingomyeline => vooral op buitensta (extracellulaire) blad
o Phosphatidylethanolamine => vooral op binnenste (cytosol) blad
=> dit is de asymmetrie van het celmembraan
- ! De intracellulaire zijde is negatief geladen ten opzichte van de extracellulaire zijde
Hoe wordt de asymmetrie gegenereerd? (C)
- Er zijn 2 oorzaken:
o Plaats van de synthese van de fosfolipiden
o Activiteit van flipases en flopases
- Plaats van synthese: fosfolipide gemaakt in…
o Cytosolzijde van het ER
=> komt aan cytosol (intracellulaire) zijde terecht
o Exoplasmatische zijde van het golgi-apparaat
=> komt terecht in extracellulaire blad van het membraan
- Flipases en flopases:
o Dit zijn enzymen die fosfolipiden van het ene naar het andere blad laten gaan
o Genereren en onderhouden zo de asymmetrie
o Flippase:
Ven extracellulair blad naar cytosolzijde
1
, o Floppase:
Cytosolzijde naar extracellulair blad
o Vb.: fosfatidylcholine zit normaal aan cytosolzijde, maar wordt verplaatst
Complicaties (D)
- Asymmetrie heeft belangrijke gevolgen,
als er een verstoring ontstaat, heeft dit ernstige gevolgen!
- Fosfatidylserine aan de binnenzijde van het membraan:
o Is negatief geladen
o Binnenste blad is dus negatief geladen & buitenste blad is neutraal
o Dit is belangrijk voor het incorporeren van transmembraanproteïnen:
Positief geladen deel richt zicht naar negatief geladen binnenzijde
o Zonder asymmetrie zouden er veel eiwitten fout worden ingeplant!
- Kromming van het membraan door asymmetrie:
o In extracellulair blad nemen de koppen meer plek in dan in het intracellulair blad
o Zo ontstaat een kromming (die niet even sterk is in elke cel)
- Vloeibaarheid van het membraan:
o Intracellulair blad is vloeibaarder/beweeglijker dan het extracellulaire
o Intracellulair -> geen stretch/spanning door kromming
o Waarom belangrijk:
Voor signaaltransductie => soms vormverandering van het eiwit in het
binnenste blad
- PiP3 bij signaaltransductie:
o Zal dus aan binnenzijde zitten (want heeft aan buitenzijde geen nut)
o Dus: fosfolipiden betrokken bij second messenger signaal cascades (Vb. PiP3)
2
, HOOFDSTUK 3
1. Bespreek de bimoleculaire reactie van ligand-receptor interactieA, inclusief concentratie-effect
curveB en betekenis/impact KD waardeC en Hill nummerD.
Bimoleculaire reactie van ligand-receptor interactie (A)
- Een ligand mag niet gebonden blijven aan een receptor!
o Signalen zouden blijven duren
- 3 soorten ligand-receptor bindingen
(alle 3 zijn niet-covalente interactief)
o Ionische binding
o Waterstofbrug
o Van de Waals-binding
- Bimoleculaire reactie van ligand-receptor interactie (reactievergelijking):
R + X ⇌ RX
Betekenis/impact KD-waarde (C)
- Uit deze vergelijking kunnen we de dissociatie constante (KD) opstellen:
o KD = maat voor affiniteit:
Hoe goed de receptor met het ligand bindt en hoe snel ze terug ontbinden
- Dissociatie constante:
- Eenheid van KD = M (molair)
- Hoe groter KD, hoe lager de affiniteit (& omgekeerd)
- Receptors R met hoge affiniteit (= hoge KD) -> trage ligand X dissociatie
Concentratie-effect curve (B)
- De concentratie-effect curve geeft het verband tussen de concentratie van het ligand en het
beoogde effect (vb.: spiercontractie):
Met [x] = concentratie ligand
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller biomed2017. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.