H1:
Usability testing: Je observeert mensen die proberen te gebruiken wat jij
maakt/ontwerpt (of wat je al ontworpen hebt) met het doel iets
gebruiksvriendelijk te maken.
Usability heb je in verschillende smaken maar wat ze allemaal gemeen hebben
is dat er mensen worden geobserveerd.
Alle smaken onder te verdelen in kwantitatief en kwalitatief.
Kwantitatieve test: Hiermee bewijs je iets (is deze versie beter dan de vorige?
Site net zo gemakkelijk te gebruiken als concurrenten?)
Je doet dit door dingen te meten van bijvoorbeeld succespercentage (hoeveel
mensen weten de taak te voltooien) en de bestede tijd (hoelang doen ze
erover).
Ze lijken op wetenschappelijke experimenten en moeten daarom nauwkeurig
zijn. Anders zijn de resultaten niet betrouwbaar. Zo min mogelijk interactie met
deelnemer.
Kwalitatieve test: Je wilt inzicht krijgen in wat je kunt verbeteren aan wat je
aan het ontwerpen bent. Voorbeelden hiervan zijn doe-‐het-‐zelf test.
Informeler en onwetenschappelijker. Minder gebruikers testen en zelfs test
aanpassen als blijkt dat die bij eerste testpersoon niet werkt.
Usability test life demo test werkt omdat:
-‐ Alle sites problemen hebben
-‐ De meeste ernstige problemen zijn makkelijk te vinden
-‐ Je wordt een betere ontwerper als je gebruikers observeert.
Observeren van gebruikers levert je meer kennis op van hoe mensen
dingen gebruiken en hoe dingen kunnen worden ontworpen.
Waarom wordt het zo weinig gedaan?
-‐ Het lijkt een hoop werk, niet mogelijk in de strakke planning
-‐ Tegenzin van mensen om werk te laten zien dat nog niet af is
Usability testen is een manier om te begrijpen waarom mensen iets doen. Aan
de hand van cijfers hoelang mensen op je site zijn geweest, kun je niet weten
waarom ze op je site zaten. Waren ze aan het lezen, of begrepen ze niet wat ze
moesten doen?
H2: Is een test die je online kunt doen
, H3:
Eén ochtend per maand meer vragen we niet (samenvatting masterplan). Elke
maand, één ochtend 3 tests met 3 gebruikers. Het is handig in te plannen en
een stimulans om het testen eenvoudig te maken. De kosten hiervan zijn
ongeveer 3000-‐4500 per jaar uitgebreid en 1000-‐1700 in een jaar zonder
franje.
Zie verschil doe-‐het-‐zelf test en toeters en bellentest è 25
H4:
Je kunt niet vroeg genoeg met testen beginnen. Ben je aan een site bezig? Nu
beginnen met testen ook al is deze nog lang niet klaar. Het is gemakkelijker,
goedkoper en grote problemen kunnen verholpen worden.
Redenen waarom mensen weerstand hebben tegen vroeg testen:
-‐ We hebben nog niet voldoende. Maar je kunt al beginnen met schetsen
voor te leggen.
-‐ Het is nog niet ver genoeg uitgewerkt. Gebruikers geven juist een
eerlijkere mening op iets wat nog niet af is, omdat het nog veranderd
kan worden.
-‐ Waarom mensen vermoeien met dingen waarvan ze weten dat het toch
nog gaat veranderen? Je komt achter verassingen die je moet
verbeteren die je zelf niet had verwacht.
Anderen sites testen is een goede manier om te leren. Je kunt ervaring opdoen
en het kan je zelf een hoop werk besparen door te zien wat andere fout doen.
H5 t/m H9.
Schets op servetje testen is het testen van ruwe schetsen of
concepttekeningen. Je vraagt een persoon om naar je schets te kijken en
zeggen wat hij ervan maakt en wat het voorstelt. Je vraagt geen mening. Je
komt erachter of je concept makkelijk te begrijpen is. Je hoort of je op t goede
spoor zit of dat er nog problemen zijn.
Wireframes testen is het testen van een schematische weergave van een
pagina. Toont waar verschillende soorten content staan en het relatieve belang
van dingen als koppen, menu’s en zoekfuncties.
Je test wireframes door taken te geven aan de gebruiker. Je leert hier vooral of
je categorisatie en benamingen goed zijn. Of dingen staan waar mensen ze
verwachten.
Paginaontwerpen testen is het testen van de visuele draaiboeken (comps) van
de verschillende pagina’s. Waar wireframes zich richten op de interactie,
richten comps zich op het visuele ontwerp. Je gaat vanaf de homepage naar de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romeebrouwer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.56. You're not tied to anything after your purchase.