Duidelijke samenvatting met alle belangrijke begrippen van het desbetreffende hoofdstuk. Verder zijn er voorbeeldopgaven aanwezig samen met de uitwerkingen. Erg handig om te gebruiken bij herhaling en voorbereiding op je toetsen! Veel succes en natuurlijk veel plezier!
Hoofdstuk 7: Zuren en basen
§1 Zure basische en neutrale oplossingen
Begrippen:
Zuur: deeltje dat een H+-ion kan afstaan (protondonor)
Base: deeltje dat een H+-ion kan opnemen (protonacceptoren)
Zuur-base-indicator: stof die van kleur verandert als de pH verandert
Kijken op niveaus:
- Microniveau: niet zichtbaar: deeltjesniveau (moleculen / atomen / ionen)
- Macroniveau: door de mens waarneembaar (kleur, hardheid materiaal)
- Mesoniveau: manier waarop de deeltjes zijn samengevoegd tot grotere structuren
(kristallen / vezels) zichtbaar met microscoop
Eigenschappen zure oplossingen (ontkalken):
- pH lager dan 7
- Geleiden stroom (in een oplossing) → door vrij bewegende ionen
- Smaken zuur
- H+ (aq)
Eigenschappen basische oplossingen (ontvetten):
- pH hoger dan 7
- Geleiden stroom (in een oplossing) → door vrij bewegende ionen
- Voelen zeepachtig aan
- OH‐ (aq)
§2 Zuren, zure oplossingen en pH
Begrippen:
Tweewaardig zuur: per molecuul twee H+-ionen afstaan
Bij het oplossen van zuren splitsen de zuren altijd in ionen. Het negatieve ion dat daarbij
ontstaat is het zuurrestion
Vb. HCl (g) → H+ + Cl- (aq)
, 2 soorten zuren:
- Sterke zuren: zuur dat volledig splitst, ioniseert bij het oplossen volledig
● Aflopende reacties
○ Belangrijkste: HNO3, HCl en H2SO4
- Zwakke zuren: zuur dat niet volledig splitst, ioniseert bij het oplossen voor een klein
deel
● Evenwichtsreacties
pH-berekeningen bij zure oplossingen:
pH = - log [H+]
[H+] = 10-pH
→ Significantie: aantal cijfers achter de komma van pH of [H+], uitkomst net zoveel cijfers
Hoe zuurder de oplossing, hoe groter [H+]
Hoe groter [H+], hoe lager de pH
Voorbeelden:
Bereken de pH van een 0,040 HF-oplossing. Gegeven is dat 7.9% van het HF in ionen is
opgesplitst.
7,4% van de HF(g) is gesplitst. Dit is 7,4/100 × 0,040 mol L–1 = 3,0·10–3 mol L–1
Op tafel staan twee bekerglazen. Bekerglas A bevat 100 mL oplossing van 0,40 M zoutzuur
en bekerglas B bevat 200 mL 0,060 M salpeterzuuroplossing. Bereken de pH als je de
oplossingen beide samenvoegt
n=V∙c
In 100 mL 0,40 M HCl-oplossing is 100 × 0,40 = 40 mmol HCl opgelost. De oplossing bevat
dus ook 40 mmol H+(aq).
In 200 mL 0,060 M salpeterzuuroplossing is 200 × 0,060 = 12 mmol HNO3 opgelost.
De oplossing bevat dus ook 12 mmol H+(aq). Beide zuren zijn namelijk sterke zuren.
Totaal: 40 + 12 = 52 mmol H+ in 300 mL water.
52 𝑚𝑚𝑜𝑙
[H+] = n/V = 300 𝑚𝐿
= 0,173 mmol mL–1 = 0,173 mol L–1
pH = –log [H+] = –log 0,173 = 0,76
Als je verder rekent met de afgeronde waarde 0,17 mol L-1 wordt de pH = 0,77
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deminguyen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.