ZSO: Hechting
Hoofdstuk 12: verstoorde gehechtheid
- Vermijdende, afwerende of gedesorganiseerde gehechtheidsrelaties vormen op zichzelf geen
stoornis
- Van verstoorde gehechtheid wordt gesproken als kinderen op geen enkele manier emotionele
veiligheid ervaren in de relatie met opvoeders. De stoornis kan relatiegebonden of
kindgebonden zijn.
- De reactieve hechtingsstoornis (RHS) en de ontremd-sociaalcontactstoornis (OSCS) zijn twee
zich vroeg ontwikkelende abnormale vormen van sociale verbondenheid, als gevolg van
blootstelling aan extremen van onvoldoende zorg. De eerste kenmerkt zich door geïnhibeerd /
emotioneel teruggetrokken gedrag, de tweede door gedisinhibeerd/willekeurig sociaal
gedrag.
- Voor de diagnostiek dient het kind ook geobserveerd te worden met de verschillende opvoeders,
onder andere rond korte scheidingsmomenten
- Kinderen met verstandelijke en meervoudige beperkingen hebben een verhoogde
kwetsbaarheid voor ernstige verwaarlozing en daarmee voor het ontwikkelen van verstoorde
gehechtheid.
- Adoptie blijkt bij sterk verwaarloosde tehuiskinderen tot vermindering of zelfs het verdwijnen van
de RHS-symptomen.
- Indien de huidige opvoeders geen gevaar voor het kind vormen, kan ouderbegeleiding,
interactiebegeleiding en dyadische psychotherapie worden geboden.
De meeste jonge kinderen moeten altijd even ‘wennen’ al ze op bezoek gaan bij een arts. Het
baart pas zorgen als het kind spontaan en zonder meer op schoot gaat bij iemand die ze nog maar
net ontmoet hebben of om zijn of haar nek gaat hangen. Ook baart het zorgen als het kind wel
angstig is in een onbekende spreekkamer, pijnlijke handelingen moet ondergaan, maar niet het
contact zoekt met de vertrouwde opvoeders. Kinderen ontwikkelen gehechtheid aan hun
opvoeders doordat ze hen leren te vertrouwen als veilige basis en veilige haven. Er is veel voor
nodig willen kinderen dit vertrouwen in hun dagelijkse opvoeders niet ontwikkelen. Ook met ouders
die niet altijd even beschikbaar of gevoelig zijn voor hun kind kunnen kinderen niet verstoorde
gehechtheidsrelaties ontwikkelen. gehechtheidsrelaties die vermijdend, afwerend of
gedesorganiseerd worden genoemd, bieden een kwalitatief minder goede basis voor de
ontwikkeling maar vormen op zichzelf geen stoornis. Gehechtheid kan raakt pas verstoord als
kinderen geen enkele manier, ook geen vermijdende of afwerende manier, kunnen vinden
om een minimum aan emotionele veiligheid te ervaren in de relatie met opvoeders. Als dit
beperkt is tot een enkele opvoeder en niet voordoet bij andere opvoeders, dan kan worden
gesproken van een relatie gebonden stoornis. Als het kind met geen enkele opvoeder een
veilige of onveilige gehechtheidsrelatie kan opbouwen, dan kan worden gesproken van een
kindgebonden stoornis.
Syndromen
Er zijn een tweetal syndromen voor zich vroeg ontwikkelende abnormale vormen van sociale
verbondenheid, als gevolg van blootstelling aan extremen van onvoldoende zorg. Extremen zijn
sociale verwaarlozing of deprivatie door persistente afwezigheid van troost, aanmoediging en
, affectie door zorgzame volwassenen. Maar het doet zich ook voor bij frequent wisselen van
primaire opvoeder, opgroeien in een weeshuis of andere omgeving met ongebruikelijk veel
kinderen en weinig opvoeders. De kern hierbij is dat de opvoedingsomgeving voor deze
kinderen in hoge mate stressvol is, zonder dat deze kinderen in de relatie met volwassenen
kunnen leren om hun stress te reguleren. De symptomen moeten vroeg in ontwikkeling gestart zijn.
de DSM stelt hiervoor leeftijd van max 5 jaar. De twee syndromen zijn:
- Reactieve hechtingsstoornis ( = RHS): Kinderen zoeken nooit troost als ze emotioneel zijn.
aangeboden troost wordt afgewezen of genegeerd. Kinderen vertonen minimale sociale en
emotionele reacties naar personen, zelden opgewekt of blij, kunnen periodes hebben van
onverklaarde angst, verdriet of prikkelbaarheid.
- Ontremd sociaal contact stoornis (=OSCS): Kinderen zijn actief in het benaderen van
onbekende volwassenen. Ze hebben geen ‘normaal te verwachten’ terughoudendheid als ze
kennismaken met een nieuw persoon of doen overdreven vrijpostig. Ze lopen weg bij opvoeder
en blijven dan ook weg. Ze kennen geen aarzeling om met vreemden mee te gaan.
Jonge kinderen met deze symptomen in combinatie met een VG van verwaarlozing en
mishandeling gebruikt men het label ‘deprivatie – mishandeling stoornis’. Dit maakt duidelijk dat
het bij verstoorde gehechtheid gaat om problemen die ontstaan als reactie op een omgeving die te
ver afstaat van wat het kind emotioneel nodig heeft. Bij kinderen met een ontwikkelingsleeftijd van
> 9 maanden kunnen artsen gealarmeerd worden indien:
- Het kind pijn, honger, angst of ongemak heeft en geen contact zoekt of accepteert van een
opvoeder
- Het kind bij oppervlakkige kennismaking vrijpostig contact zoekt, zowel lichamelijk als door het
stellen van persoonlijke vragen en vertellen van persoonlijke details, of het zich makkelijk laat
meenemen door onbekende volwassene zonder goedkeuring van ouders.
Deze opvallende gedragingen zijn geen bewijs voor gestoorde gehechtheid. Nagegaan moet
worden hoe ouders aankijken tegen dit gedrag, of er betrokkenheid is van jeugdzorg of
maatschappelijk werk. Voor het diagnosticeren van verstoorde gehechtheid is gespecialiseerde
gedragswetenschappelijke diagnostiek nodig.
Kinderen die gedisinhibeerd / willekeurig sociaal gedrag vertonen, blijken ondanks dit
gedrag toch tegelijkertijd een onveilige of zelfs veilige gehechtheidsrelatie te kunnen hebben met
bijvoorbeeld pleeg-of adoptieouders. Dat is de reden waarom OSCS niet langer wordt gezien als
een subtype van RHS. Vanwege de overeenkomst met VG en de implicaties voor primaire
opvoedingsrelatie worden RHS en OSCS wel vaak in samenhang met elkaar besproken en
onderzocht. Er zijn kinderen bekend met beide stoornissen. Soms raken kinderen langdurig
gescheiden van ouders, bv ziekte. Hie zorgt afstand ervoor dat het kind geen emotionele veiligheid
meer kan ontlenen. Apathie, afwijzing van troost door anderen, niet willen kijken naar foto’s van
ouder of aan de telefoon willen komen zijn reacties die duiden op een stoornis als gevolg van
verbroken gehechtheid. Het is dan aan de omgeving om te proberen met het kind een alternatieve
gehechtheidsrelatie op te bouwen.
Diagnostiek
Richtlijnen geven aan dat naast uitgebreide anamnese van het beloop van symptomen van
verstoorde gehechtheid, blootstelling aan extremen van onvoldoende zorg en huidige
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller donnavaneijden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.27. You're not tied to anything after your purchase.