100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Organische chemie - H7 - Chemische eigenschappen $5.87
Add to cart

Summary

Samenvatting Organische chemie - H7 - Chemische eigenschappen

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Organische chemie - samenvatting van hoofdstuk 7: Chemische eigenschappen

Preview 2 out of 5  pages

  • October 12, 2022
  • 5
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 7 : chemische eigenschappen van organische stoffen – hoe dit instuderen?

1. Enkele vragen aangaande de leerstof

1) Kunnen verklaren dat intramoleculaire krachten de chemische eigenschappen ve organische stof bepalen.
Intramoleculaire krachten (krachten in de moleculen zelf) van belang voor de chemische eigenschappen ve organische
stof.

2) Kunnen uitleggen dat de waarde vd bindingsenthalpie bepalend is of een org. stof al dan niet reactief is.
Bindingsenthalpie = maat voor de stevigheid ve binding.
Hoe groter de bindingsenthalpie  hoe moeilijker de binding zal verbreken.

3) Kunnen uitleggen dat een toenemende polarisatie de chemische reactiviteit van een organische stof verhoogt
Hoe groter de polarisatie (ve dipoolmolecule)
 hoe groter de ladingsverschuiving binnen een molecule
 hoe sterker de pos & neg kant vd molecule
 hoe groter de chemische reactiviteit

4) Kunnen aantonen dat door een mesomeereffect de chemische reactiviteit van een organische stof afneemt.
Mesomeereffect:
= e- worden over de molecule uitgesmeerd
= bindingen zijn moeilijk te breken
= stabiele molecule
=> geen chemische reactie => resonantiestabiliteit

5) Het verschil kennen tussen een homolytische en een heterolytische breking.
Een atoombinding ontstaat doordat 2 e- een e-paar vormen.

Homolytische breking:
 Elke atoom krijgt 1 e-
 Vorming v 2 radicalen
 een radicaal is snel geneigd te reageren met een deeltje met ook een ongepaard e -


Heterolytische breking:
 e-paar gaat naar 1 vd beide bindingspartners
 Vorming v 2 ionen
 een ion is snel geneigd om te zoeken naar een reactief centrum waarin een tegengestelde lading aanwezig is.




1

, 6) Kunnen verklaren waarom de brekingsenergie bij een heterolytische breking hoger is
dan bij een homolytische breking.
Energie nodig om e-paar naar een atoom te schuiven
+ energie nodig om het + & - deeltje uit elkaar te halen.
Bij homoltyische afbraak gebeurt dit automatisch.


7) Het verschil kennen tussen substraatdeeltjes en reagensdeeltjes in een chemische reactie.
Een reactie bestaat tussen 2 stoffen: substraatstof en reagensstof:
Substraatstof = grootste en belangrijkste stof in de reactie
Reagensstof = kleinere deeltjes die het substraat aanvallen

8) Kunnen verklaren waarom er ionreacties gebeuren in een polair reactiemilieu.
Polair: aanwezigheid v elektrisch geladen reagensdeeltjes (ionen)
 substraatmolecule wordt gepolariseerd
 heterolytische breking en ionvorming (ionreacties)

9) Kunnen verklaren waarom er radicaalreacties gebeuren in een apolair reactiemilieu.
Apolair: geen geladen deeltjes
 substraatmolecule wordt niet gepolariseerd
 homolytische breking en radicaalvorming (radicaalreacties)

10) Weten wat een inductief effect is en hierbij een verschil maken tss een positief en negatief inductief effect.
Inductief effect = verplaatsing v e-

Positief inductief effect:
 Atoom(groep) kan e- afstaan
Dus mogelijk bij:
- ➖ geladen atoom(groep)
- atoom met lage EN-waarde
- verzadigd C-atoom

Negatief inductief effect:
 Atoom(groep) kan e- aantrekken
Dus mogelijk bij:
- ➕ geladen atoom(groep)
- atoom met hoge EN-waarde
- onverzadigd C-atoom
- ➕ gemaakte atomen


11) Weten wat een mesomeer effect is en hierbij een verschil maken tss een positief en negatief mesomeer effect.
Mesomeer effect = verplaatsing v e-paren

Positief mesomeer effect:
 Atoom(groep) kan e-paren afstaan
Dus mogelijk bij:
- ➖ geladen atoom(groep)
- atoom(groep) met minstens 1 vrij e-paar
- verzadigd C-atoom met minstens 1 binding aan een H-atoom

Negatief mesomeer effect:
 Atoom(groep) kan e- aantrekken
Dus mogelijk bij:
- ➕ geladen atoom(groep)
- ➕ gemaakte atomen
- onverzadigde atoom(groep)
12) De opmerkingen op pagina 10 van de verhaallijn kunnen weergeven (niet de tabel ‘beoordeling van substituenteneffecten).


2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carolinelaevaert. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.87
  • (0)
Add to cart
Added