H1 VORMING
VORMING: het hoofdconcept vorming verwijst naar het proces van verwerving van een bepaalde
identiteit.
Referentiekader: het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand
denkt en handelt.
Identiteit: het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt, en dat hij
als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn perceptie
over de groep(en) waar hij wel of juist niet deel van uitmaakt.
Drie aspecten van identiteit:
Persoonlijke identiteit: het beeld dat iemand van zichzelf heeft, het zelfbeeld.
Sociale identiteit: bij welke groepen een persoon deel van uitmaakt of het beeld dat iemand van
zichzelf heeft als lid van een sociale groep(en) en categorieën waar hij of zij deel van uitmaakt.
(externe) collectieve identiteit: beeld van een groep dat als kenmerkend en blijvend voor die groep
wordt beschouwd.
Loyaliteitsconflict: spanning tussen persoonlijke identiteit en externe collectieve identiteit.
Socialisatie: het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en de
samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere
vormen van omgang met anderen.
Twee delen van socialisatie:
Socialisatoren: de mensen, groep of dingen waarvan je je cultuur vandaan haalt. (proces van
overdracht)
Internaliseren: de waarden en normen die ergens bij horen nemen mensen over en ze maken zich
een cultuur tot eigen.
Ritueel: handelingen die regelmatig terugkeren en een bepaalde betekenis hebben voor een persoon
of groep.
Nature: aangeboren eigenschappen.
Nurture: aangeleerde eigenschappen.
Nature-nurture- debat: de vraag of eigenschappen vanaf de geboorte zijn of dat ze zijn aangeleerd.
Cultuur: het geheel van ideeën, uitingen, opvattingen, waarden en normen die mensen hebben
verworven als lid van een groep of samenleving.
Cultuurelementen:
wat mensen in hun hoofd dragen:
Waarden: idealen, zoals gelijkheid, vrijheid en veiligheid.
Overtuigingen: ideeën die passen in een groter geheel van overtuigingen, zoals een islamitische, een
linkse of een hedonistische visie, dit zijn waardesystemen.
Voorstellingen: beelden, ideeën, verhalen die mensen hebben over een gebeurtenis, b.v. over een
oorlog die een land onafhankelijk maakte of een heldhaftige gebeurtenis uit het verleden, met
beelden van de Nederlandse zeehelden Michiel de Ruyter en Piet Heijn.
, Wat je aan de buitenkant ziet of merkt:
Uitdrukkingsvormen: bijvoorbeeld symbolen als een kruis (voor christenen) of de hamer en sikkel
(voor communisten), de Hollandse klompen en molens, maar ook kapsels en taal.
Hoe hun gedrag wordt:
Normen: regels die horen bij waarden zoals de regel ik noem andere mensen niet. wat hoort bij de
waarde 'respect, dus deze normen zitten ook in de hoofden van mensen en nemen ze mee als ze
naar andere groepen gaan of in een andere samenleving zitten.
Instituties: een set van gedragsregels die het gedrag van mensen reguleren. bijvoorbeeld regels met
betrekking tot huwelijk of politiek.
Materiële aspecten van cultuur: tastbare en concrete aspecten van cultuur zoals symbolen en taal.
Immateriële aspecten van cultuur: dingen die je niet meteen ziet, maar die wel belangrijk zijn voor
de mensen en hun gedrag, op basis van bepaalde waarden is het ene gedrag wenselijk en het andere
niet.
Dynamisch: culturen die langzaam veranderen. (plaats- en tijdsgebonden)
Dominante cultuur: de elementen in een cultuur die op het gebieden van tal, politiek, recht en
economie het meest gemeengoed zijn. Ze zijn het meest invloedrijk, maar niet altijd!
Subcultuur: kleinere culturen die deels overlappen en licht afwijken van de dominante cultuur met
eigen waarden en normen.
Tegencultuur: deze mensen komen vaak in opstand tegen belangrijke waarden van de dominante
cultuur.
Bijzondere vormen van socialisatie:
Enculturatie: iemand leert de cultuur waarin hij geboren wordt.
Acculturatie: het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit, dan die
waarin iemand is opgegroeid.
Politieke socialisatie: het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van de
groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding
en andere vormen van omgang met anderen.
Functies van socialisatie:
- Continuering, oftewel voortzetting van een (sub)cultuur.
- Verandering van een (sub)cultuur.
- Identificatie van het individu met anderen, met een groep en een (sub)cultuur, en het besef
van groepslidmaatschap van het individu.
- Identiteitsontwikkeling van het individu gedurende de gehele levensloop.
- Gedragsregulatie van het individu waardoor het eigen gedrag en dat van anderen beter
voorspelbaar wordt en het samenleven overzichtelijker.
H2 BINDING
BINDING: het hoofdconcept binding verwijst naar de relatie en onderlinge onafhankelijkheden tussen
mensen in een gezin of familie, tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van
de staat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller oudemonninkmrm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.