100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
ZSA Vallen en Syncope $3.20
Add to cart

Other

ZSA Vallen en Syncope

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

ZSA Vallen en Syncope

Preview 2 out of 10  pages

  • October 12, 2022
  • 10
  • 2021/2022
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
ZSO Vallen en Syncope

Vallen is een groot en groeiend probleem. 1 op 3 ouderen valt en 50% daarvan heeft
medische hulp nodig. In Nederland overlijden per dag 11 mensen na een val; dat is ruim 6
keer zoveel als het aantal verkeersslachtoffers. Vallen kan leiden tot functieverlies,
verminderde kwaliteit van leven en sociale isolatie. Het is een multifactorieel probleem en
vaak een atypische presentatie van een onderliggende ziekte of een niet herkende
medicatiebijwerking. Acute en chronische ziekten geven verhoogd risico op een val.

Eén van de oorzaken van vallen is een syncope. De overlap tussen vallen en syncope en
afwegingen ten aanzien van wel of niet uitvoeren van aanvullend onderzoek e/o
behandeling komen in deze ZSA en het bijbehorende onderwijs aan de orde.

Leerboek Geriatrie HF 13

1 Epidemiologie
Vallen heeft vaak fysieke gevolgen. 70 % van thuiswonende ondervindt lichamelijke
gevolgen en kwart heeft beroep gedaan op de zorg. Ongeveer 10 % leidt tot serieuze letsels
waaronder heupfracturen, andere fracturen en letsel van weke delen en hoofdtrauma. Een
derde rapporteert afname in lichamelijk functioneren en 17 % is sociaal minder actief. Het
kan zelf leiden tot verlies zelfstandigheid. Het is derde belangrijkste oorzaak van ongezonde
levensjaren bij ouderen.

Aantal valincidenten neemt toe met leeftijd. Ongeveer 30 % van zelfstandig wonende 65
plussers valt 1x per jaar, bij 80 plussers en verpleeg en verzorghuisbewoners is dit 50 %.
Combinatie van osteoporose en valrisico zorgt ervoor dat 30 % van alle osteoporotische
fracturen en 60 % van alle perifere fracturen optreedt bij 80 plussers. In NL worden 84.000
65 plussers behandeld en vinden er 44.000 opnames plaats als gevolg van val. Jaarlijks
overlijden 2500 ouderen aan gevolgen van vallen.

In verpleeghuizen is gemiddeld aantal heupfracturen 2x zo groot als bij thuiswonende. Op
somatische afdeling minder valincidenten dan op een psychogeriatrische afdeling. In
ziekenhuizen valt gemiddeld 2-15 % minimaal 1x gedurende een opname, maar dit verschilt
per afdeling.

De kosten van vallen en bijkomende letsels zijn substantieel. Val zorgt gemiddeld voor 9200
euro aan directe medische kosten. Jaarlijks zorgt het voor 820 miljoen euro. Groot deel komt
door heupfracturen. Met incidentie zullen de kosten in komende decennia toenemen.

2 Pathofysiologie
Vallen is een geriatrisch syndroom omdat pathogenese doorgaans multifactorieel bepaald is.
Er zijn meerder onderliggende aandoeningen, eventueel in combinatie met
medicatiegebruik, die valrisico verhogen. Omgevingsfactoren staan hier los van, maar
kunnen de aanleiding zijn dat kwetsbare oudere met beperkingen valt. Een aantal
chronische ziekten is geassocieerd met vallen.

, Afferente stoornissen | Dit zijn stoornissen in de visus (cataract), vestibulaire functies
(benige positieduizeligheid en neuritis vestibularis) en in propriocepsis (sensorische
polyneuropathie en Vit B12 deficiëntie).

Efferente stoornissen | Dit zijn stoornissen van het (extra)piramidale systeem, het
cerebellum, perifere zenuwstelsel, spieren en gewrichten. Voorbeeld van deze
aandoeningen zijn cererovasculair accident, ziekte van parkinson, motorische
polyneuropathie, myasthenia gravis ( = spierzwakte, sterk wisselend), myopathie en artrose.

Centrale stoornissen | centraal bepaalde neurodegeneratieve aandoeningen zoals dementie
zijn sterk geassocieerd met vallen. De gemiddelde loopsnelheid van patienten met dementie
(0,57-0,93) is lager dan die van gezonde ouderen (0997-1,4 m/s). Door cognitieve
stoornissen schatten patienten het valrisico vaak niet goed in waardoor ze meer doen dan
verstandig is bij hun valgevaar. Patienten met depressie nemen de loopsnelheid en
staplengte af en neemt dubbele steunfase toe. Valrisico is waarschijnlijk verhoogd, maar er
is weinig onderzoek. Kans op vallen neemt ook toe bij stijgend aantal gelijktijdig gebruikte
medicijnen.

Syncope | in diagnostische valanalyse is het belangrijk om helder te krijgen of er sprake was
van kortdurend bewustzijnsverlies voorafgaand aan de val. Als gevolg van syncope is er een
uitgebreide DD. Meest voorkomende oorzaken zijn reflexsyncope, orthostatische syncope en
cardiale syncope. Orthostatische hypotensie en sinuscaroticussyndroom zijn meest
voorkomende oorzaken van syncope bij ouderen.

Overige | acute ziekten zoals delier of urineweginfectie met mictiedrang zijn eveneens
geassocieerd met vallen. Vitamine D deficientie kan aanleiding geven tot proximale
spierzwakte en is geassocieerd met vallen.

3 Diagnostiek
Je moet onderscheid maken tussen diagnostiek rondom de acute situatie en valanalyse
nadien. Sleutelvragen waarop arts in acute situatie in ieder geval antwoord moet krijgen zijn
de volgende..
- Letsel ontstaan door val?
- Wat is aanleiding/omstandigheid van de val?
- Welke activiteit ging vooraf?
- Welke medicatie gebruikt de patient?
Daarnaast moet je als arts ook de volgende achterliggende vragen stellen, namelijk..
- Relevante VG?
- Wat kan bijdragen hebben geleverd aan valrisico?
- Is het medisch verantwoord dat patient alleen thuisblijft en moet er aanvullende zorg
worden geregeld?
Heteroanamnese, indien iemand aanwezig was bij moment van vallen is belangrijk. Met de
vraag of de val gepaard ging met periode van bewustzijnsverlies is belangrijk. Patient kan
hier zelf geen betrouwbaar antwoord op geven, met name door amnese voor val in geval
van voorbijgaand bewustzijnsverlies. Ook moet er uit anamnese/heteroanamnese duidelijk
worden of patient ins taat is ADL + iADL uit te voeren.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller donnavaneijden. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20
  • (0)
Add to cart
Added