14.4 Heffingsbeginselen
Woonplaatsbeginsel houdt in dat het land het (wereld)inkomen of de (wereld) winst belast
van (rechts)personen die in dat land wonen of er zijn gevestigd. Het wereldinkomen c.q. de
wereldwinst is het totale inkomen van een (rechts)persoon, ongeacht waar dit genoten is.
Bronstaatbeginsel houdt in dat het land het inkomen (object) belast dat in dat land is
ontstaan, oftewel waar het inkomen zijn bron heeft, ook wel situs- of oorsprongsbeginsel
genoemd.
Nationaliteitsbeginsel houdt in dat landen niet kijken naar woonplaats of bron, maar naar de
nationaliteit van een persoon (subject).
Dubbele heffing ontstaat als de heffingsbeginselen van verschillende landen elkaar overlappen. In de
meeste gevallen gebeurt dit doordat:
een verschillende uitleg wordt gegeven aan het begrip woonplaats
het woonplaatsbeginsel overlapt met het bronstaatbeginsel
het woonplaatsbeginsel overlapt met het nationaliteitsbeginsel
14.5 Economische en juridisch dubbele heffing
Economische dubbele belasting als bij twee personen over één object door twee of meer
landen belasting wordt geheven.
Juridisch dubbele belasting als hetzelfde inkomen van één persoon twee keer wordt belast in
verschillende landen.
14.6 Woon- of vestigingsplaats
14.7 Voorkomen dubbele belasting
14.7.1 Verdragen
Verdrag = een overeenkomst tussen twee (of meer) landen waarin wordt bepaald welk land
de heffingsrechten over inkomensbestanddelen van de belastingplichtige krijgt toegewezen.
Wellicht beide landen bevoegd om over hetzelfde inkomensbestanddeel te heffen, maar dan
wordt ook opgenomen dat één van beide landen terugtreedt of een korting geeft ten
aanzien van de te betalen belasting
Het verdrag creëert geen belastingheffing
Bilateraal verdrag wordt overeengekomen tussen twee landen.
Multilateraal verdrag wordt overeengekomen tussen meer dan twee landen.
OESO-modelverdrag (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling)
Vaste inrichting
Definitie art. 5 Wet VPB jo art. 2 Bvdb jo art. 5 OESO
Een vaste inrichting moet geschikt zijn om als een zelfstandige onderneming te kunnen
functioneren. Vanuit die inrichting worden leveringen en/of diensten aan derden verricht
(art. 15f lid 1 Wet VPB).
Vaste inrichting
Fysieke constructie
Duurzaam ter beschikking aan de onderneming
Constructie is ingericht voor de onderneming
,Vaste vertegenwoordiger (art. 15f lid 3 Wet Vpb)
Die afhankelijk is van de onderneming;
Die gemachtigd is om namens die onderneming overeenkomsten te sluiten;
De regelmatig van de machtiging gebruikmaakt, en
Waarvan de werkzaamheden overeenstemmen met de werkzaamheden van de
onderneming.
Methoden ter voorkoming van dubbele belastingheffing
Vrijstellingsmethoden
Verrekeningsmethoden
Vrijstellingsmethoden
= dat het buitenlandse inkomen of de in Nederland te betalen belasting over het buitenlandse
inkomen wordt vrijgesteld. De twee varianten worden ook wel de object- en belastingvrijstelling
genoemd.
Volledige vrijstelling
-> objectvrijstelling = het buitenlandse inkomen wordt volledig vrijgesteld van Nederlandse
belastingheffing.
o Voorbeelden: deelnemingsvrijstelling (art. 13 Wet Vpb) en objectvrijstelling voor
buitenlandse ondernemingswinsten (art. 15 e Wet Vpb)
Vrijstelling met progressievoorbehoud
o Nederland gebruikt hiervoor de methode van evenredige aftrek waarbij het
buitenlandse inkomen naar evenredigheid wordt toegerekend aan de tariefschijven
o Vrijstelling = (buitenlands inkomen / wereldinkomen) x belasting over
wereldinkomen
Verrekeningsmethoden
De verrekeningsmethoden gaat uit van de in het buitenland betaalde belasting, ook wel
creditmethode genoemd.
Volledige verrekening = de buitenlandse belasting wordt van de in Nederland betaalde
belasting afgetrokken.
Beperkte verrekening = de verrekening wordt beperkt (verschillende limieten)
o In het buitenland betaalde belasting
o In Nederland betaalde belasting over het buitenlandse inkomen
o In het buitenland betaalde belasting niet meer dan een bepaald percentage mag zijn
van het inkomen
Overzicht van de verdeling van de heffingsrechten zoals deze in de meeste Nederlandse
belastingverdragen zijn opgenomen
Inkomenscategorie Bronstaat Woonstaat
Onroerend goed Volledig heffingsrecht Vrijstelling met progressie-
art. 6 OESO voorbehoud
Winst uit onderneming Als vaste inrichting volledig Vrijstelling met progressie-
art. 7 OESO heffingsrecht voorbehoud
Dividend Beperkt heffingsrecht Beperkte verrekening
Art. 10 OESO
Interest Beperkt heffingsrecht Beperkte verrekening
Art. 11 OESO
Royalty’s Beperkt heffingsrecht Beperkte verrekening
art. 12 OESO
, Vervreemdingswinsten Geen heffingsrecht Geen voorkoming
Art. 13 OESO
Dienstbetrekking Volledig heffingsrecht Vrijstelling met progressie-
art. 15 lid 1 OESO voorbehoud
Dienstbetrekking (183- Geen heffingsrecht Geen voorkoming
dagenregeling)
art. 15 lid 2 OESO
Artiesten en sporters Volledig heffingsrecht Beperkte verrekening
art. 17 OESO
Pensioenen Geen heffingsrecht Volledige vrijstelling
art. 18 OESO
Overheidsfuncties Volledig heffingsrecht Vrijstelling met progressie-
art. 19 OESO voorbehoud
Overig inkomen Geen heffingsrecht Geen vrijstelling
art. 21 OESO
Eenzijdige regelingen
Wanneer er geen verdrag van toepassing is, heeft Nederland nog drie mogelijkheden om dubbele
heffing te voorkomen:
Besluit ter voorkoming van dubbele belasting 2001 (Bvdb)
Vrijstellingen in de nationale wetgeving
Kostenaftrek van buitenlandse belasting
14.8 Dividend, interest en royalty’s
14.8.1 Dividend
14.8.2 Interest
Interest is de vergoeding voor de productiefactor kapitaal.
Ter vergoeding betaalt de schuldenaar interest aan de schuldeiser indien een schuldeiser financieel
vermogen beschikbaar stelt aan een schuldenaar.
Art. 5 Bvdb
Nederland kent in de nationale wetgeving geen specifieke heffing op inkomende en betaalde rente,
want hiervoor geldt een vrijstelling in de vennootschapsbelasting (art. 8c Wet Vpb). Echter,
rentelasten worden wel als een kostenpost aangemerkt.
Echter, per 1 januari 2021 is de Wet bronbelasting ingevoerd die hierop een uitzondering maakt
indien er sprake is van rentestromen naar gelieerde entiteiten in een laag belast land.
verdrag
14.8.3 Royalty’s
Royalty’s zijn de vergoeding voor het gebruik van een intellectueel eigendom, zoals:
Auteursrecht;
Octrooirecht;
Merkenrecht;
Handelsnamenrecht;
Modellenrecht;
Tekeningenrecht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirne01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.