Inleiding tot het recht
Deel 2: De Belgische staatsstructuur
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1 Rechtsstaat
20e eeuw: oorspronkelijke rechtsstaatbegrip:
• Taak vd overheid = respecteren en beschermen vd rechten v alle burgers
o Respecteren? Eigen democratische wetgeving naleven (nt zomaar iemand v zijn
vrijheid beroven)
o Beschermen? Zorgen voor onafhankelijke rechtscolleges + voorzien van uitvoerende
structuren (vb: politie)
• Opsomming vd grondrechten vd Belgen
o Gelijkheid voor de wet
o Persoonlijke vrijheid
o Vrije meningsuiting, eredienst, onderwijs...
Nu eerder een wetsstaat ipv rechtsstaat!
Overheid nt alleen beschermen vd burgerrechten, maar ook reguleren v gedrag vd burgers en besturen
vd talrijke overheidsdiensten. Handelingen vd overheid moeten rechtstreeks bepaald zijn id wet of
door de wet zijn toegelaten.
1.2 Democratie
19e eeuw: Enkel de welgestelde en welopgevoede mannen mochten gaan stemmen (zij betaalden ook
de meeste belastingen).
1892-1921: algemeen stemrecht voor mannelijke bevolking (geleidelijk aan ingevoerd)
1947: stemrecht ook voor de vrouwen
==> Hierdoor kwam meer sociale wetgeving, staatsinmenging in het economische leven en
uitbreiding v openbare diensten + kloof tss bevolking en overheidsdiensten verkleinde (door het
democratisch stelsel).
1.3 Scheiding der machten
• Wetgevende macht (functie): recht formuleren in klare wetteksten met duidelijke
bijbehorende sancties
• Rechtelijke macht (functie): recht interpreteren en toepassen op concrete situaties waarbij
inbreuken op de wet werden begaan of conflicten oplossen
• Uitvoerende macht (functie): bestuur vd overheidsadministratie
• (4de macht: de pers)
Om machtsmisbruik te vermijden w de functies onafhankelijk v elkaar uitgevoerd.
• Wetgevende macht --> verkozen parlement
• Rechtelijke macht --> onafhankelijke en/of afzetbare rechters
• Uitvoerende macht --> de Koning ( nu vooral de regering)
Kritiek: John Lock --> nt zomaar apart zittende machten, ook elkaar gaan controleren! (Checks &
Balances)
• Parlement “moeien” met regering (zelf tot ontslag dwingen)
• Parlement om de 5 jaar verkiezingen, ook voor regering (RM kiezen wij niet zelf!)
1
, Inleiding recht Y.Werbrouck
1.4 Eenheidsstaat en federalisering
Vroeger: unitaire staat
• 1 parlement, 1 regering, maar: onze taalbarrière (vooral Franse taal vertegenwoordigd)
o Kritiek v Nederlandstaligen tegen de verfransing
o Na WOI: vraag voor eigen politiek instellingen voor Vlaanderen
o Gevolg? Eenheidsstaat naar complexe federale staatsstructuur
▪ 1970: cultuur- en gewestraden opgericht
▪ In totaal 6 staatshervormingen
1.5 Monarchie
==> Een monarchie is een regeringsvorm waarbij de macht slechts bij één persoon ligt (= Koning).
1830: onafhankelijkheid v BE, discussie voor monarchie of president
• Monarchie? Omliggend met grootmachten
o Fr: Napoleon (autoritaire macht)
o VK: British Empire (Queen Victoria)
o Pruisen en Oostenrijk
==> presidentieel zou tegenstrijdig zijn en we zijn maar een klein landje (vrienden
blijven met grootmachten in de buurt)
• Toch lichte hint: Koning DER Belgen ipv Koning van België
o Gn baas, gwn koning --> parlement beslist nog steeds hoe en wat
Discussiepunt monarchie goedkoper dan president? Neen, want presidenten worden doorbetaald, ook
al zijn ze ex-president. Ex-koning bestaat normaal gezien niet. Als koning dood is, dan pas komt er
een nieuwe (behalve Albert II).
Onze koning is symbolisch (instandhouding vd natie)
• Praktijk: niet veel macht, parlement en regering beslissen alles
o Koning moet “alleen” wetten goedkeuren
• Volgens grondwet: machtigste vh land (zit in alle 3 de machten: wm, um, rm)
Koning is onverantwoordelijk en onschendbaar (zolang hij koning is)
• Enkel parlement en regering zijn verantwoordelijk bij gemaakte fouten
• Koning kan je nooit voor de rechter slepen, NOOIT! (tenzij hij gn koning meer is)
4 verschillende niveaus in BE:
• Federaal
o Wetgevende en uitvoerende macht
• Gemeenschappen en gewesten
o Wetgevende en uitvoerende macht
• Provincies
o Wetgevende en uitvoerende macht
• Gemeenten
o Wetgevende en uitvoerende macht
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fiendebruyne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.71. You're not tied to anything after your purchase.