100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting kennisclips klinisch redeneren LP5 $8.68   Add to cart

Summary

Samenvatting kennisclips klinisch redeneren LP5

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document vind je een samenvatting van alle kennisclips van klinisch redeneren leerpakket 5: palliatieve zorg. In dit document zijn ook verschillende casussen, afbeeldingen en voorbeelden opgenomen om de stof te verduidelijken.

Last document update: 2 year ago

Preview 4 out of 48  pages

  • October 13, 2022
  • October 13, 2022
  • 48
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting leerpakket 5
Kerntaak 1 Klinisch redeneren
Lesweek 1

Kennisclip 1: Verschil tussen palliatieve en curatieve zorg
Het belangrijkste verschil tussen palliatieve en curatieve zorg is het behandeldoel. Bij curatieve zorg
is het behandeldoel genezing en staat behandelen centraal. Bij palliatieve zorg is het behandeldoel
stabiliseren en staat de kwaliteit van leven centraal.

Curatief Palliatief
Behandeling vanzelfsprekend Voor- en nadelen worden afgewogen
Maximaal reanimeerbeleid Reanimeerbeleid minder vanzelfsprekend
Protocollen Zorg op maat
Zelfstandigheid in ADL ADL-afhankelijk
Uiteindelijke doel: persoonlijk en sociaal leven Uiteindelijke doel: optimale kwaliteit van
weer oppakken sterven


Naast de curatieve en palliatieve fase is er nog een laatste fase: de terminale fase. In deze fase is de
behandeling gericht op de kwaliteit van sterven. In de meeste bronnen wordt de terminale fase
aangeduid als de laatste 3 maanden voor het overlijden. De laatste 72 uur voor het overlijden
noemen we de stervensfase.

Kennisclip 2: Begrippen en thema’s bij palliatieve zorg
In de palliatieve zorg wordt gesproken over 4 dimensies waarbij de kwaliteit van leven centraal staat.

Voorbeeld casus: meneer Peeters is bekend met een longcarcinoom. Er is sprake van uitgebreide
metastasering. Meneer heeft op dit moment vooral heel veel last van kortademigheid.

1. Lichamelijke dimensie
Kortademigheid: de vpk zal op zoek gaan naar passende interventies om dit te verminderen.
2. Psychische dimensie
Benauwdheid zorgt voor veel angst om te stikken bij meneer.
3. Sociale dimensie
Meneer gaat niet vaak meer het huis uit, uit angst voor nog meer benauwdheidsklachten.
Het contact met de omgeving wordt hierdoor beperkt.
4. Existentiële dimensie
De angsten zorgen ervoor dat meneer steeds vaker na gaat denken over zijn leven en de
dood.

De positie van spiritualiteit (ofwel existentiële dimensie) speelt een belangrijke rol. Het is de meest
intieme en verborgen dimensie. Deze dimensie is minder meetbaar dan de overige 3, maar wel
voortdurend in relatie van wederzijdse beïnvloeding.

In de definitie van palliatieve zorg volgens de uitwerking van de WHO wordt gesproken over 6
thema’s die van belang zijn:

1. Kwaliteit van leven
Niet alleen focus op lichamelijke aspecten, maar ook op sociale en psychische aspecten.
2. Symptoommanagement

, In de palliatieve fase krijgen zorgvragers maken met specifieke symptomen, denk aan: pijn,
benauwdheid, misselijkheid of vermoeidheid. Belangrijk om deze symptomen zoveel
mogelijk te ondervangen/onderdrukken om het draagbaar te houden voor de cliënt.
(richtlijnen te vinden op pallialine)
3. Multidimensionele zorg
In de zorg alle problemen van verschillende dimensies (lichamelijk, psychisch, sociaal en
spiritueel) meenemen.
4. Zorg voor de cliënt en naasten
Vaak vindt er bij de naasten al een rouwproces plaats vanaf het moment dat de palliatieve
fase start  belangrijk om aandacht te schenken aan deze gevoelens.
5. Anticiperen en proactieve zorgplanning
Op tijd gesprekken voeren over hetgeen wat iemand te wachten staat. In een palliatief
zorgproces weet je vaak welke problemen of symptomen zich kunnen gaan aandienen. Door
dit tijdig met de zorgvrager te bespreken kun je voorkomen dat er beslissingen worden
genomen die eigenlijk niet passen bij hetgeen wat de zorgvrager graag zou willen.
6. Autonomie
De zorgvrager beslist zelf over zijn/haar behandeling en grenzen aangeven.

Kennisclip 3: Markering en ziektetrajecten bij palliatieve zorg
Bij sommige ziektebeelden is het heel duidelijk wanneer het palliatieve ziektetraject wordt ingezet.
Bijvoorbeeld bij mensen met kanker wordt vaak gesproken van palliatieve zorg als genezing niet
meer mogelijk is. Maar soms is er ook sprake van twijfel, bijvoorbeeld: wanneer begint de palliatieve
fase bij iemand met COPD? COPD is een chronische aandoening en is dus niet te genezen. Toch
spreek je op het moment van de diagnose nog niet van palliatieve zorg. Maar wanneer wel?

Een hulpmiddel om de start van de palliatieve fase te bepalen is de surprise question. Je stelt jezelf
de volgende vraag: ‘’Zal het mij verbazen als deze zorgvrager over een jaar is overleden?’’. Als het
antwoord op deze vraag nee is, start je met palliatieve zorg.

Er zijn 3 scenario’s die je vaak terugziet bij de start van de palliatieve fase:

 Er vindt een plotselinge en snelle achteruitgang plaats (vaak bij oncologische aandoeningen)
Bijvoorbeeld: Meneer A. heeft sinds anderhalf jaar een hersentumor. Meneer krijgt chemo en
radiotherapie en heeft in het verleden een operatie ondergaan. Meneer heeft last van
vermoeidheid door de behandelingen, maar voelt zich verder redelijk goed. 2 weken geleden
is dit veranderd. Meneer heeft al 3 keer een epileptisch insult gehad en levert heel veel in. Hij
eet en drinkt slecht en heeft hulp nodig bij de ADL.

,  Geleidelijke achteruitgang met ernstige episodes (vaak bij hart- of nierfalen en COPD). In dit
scenario is de scheiding tussen de curatieve en palliatieve fase minder duidelijk.
Bijvoorbeeld: Mevrouw B. heeft MS en heeft in het verleden regelmatig een schub gehad
waarbij haar gezondheid achteruit ging en ze in het ziekenhuis werd opgenomen voor
behandeling. Daarna ging het weer beter. Sinds anderhalf jaar zijn haar klachten
toegenomen. Mevrouw is 6 maanden geleden opgenomen in het verpleeghuis. Ze komt nog
maar af en toe in de rolstoel. De meeste tijd brengt ze in bed door. Ze is veel afgevallen en
haar conditie is heel erg slecht.




 Lang aanwezige, onvoorspelbare achteruitgang (vaak bij kwetsbare ouderen en
dementerenden)
Bijvoorbeeld: Meneer C. heeft sinds 4 jaar de diagnose Alzheimer. In eerste instantie kon zijn
vrouw de vergeetachtigheid goed opvangen. Sinds een paar maanden begint meneer te
dwalen. Ook ’s nachts wil hij het huis uit. Zijn echtgenoot slaapt hierdoor heel slecht en kan
door de vermoeidheid de situatie niet goed meer aan. Het is onduidelijk hoe de ziekte zich




verder zal gaan ontwikkelen.


Kennisclip 4: Spectrum van palliatieve zorg
Wanneer iemand te maken krijgt met palliatieve zorg, is er sprake van verschillende fases.




Fase 1: markering

Nadat mevrouw Dubois de diagnose rectumcarcinoom heeft gekregen ondergaat zij een operatie. In
het vervolgtraject start zij met palliatieve bestralingen en chemo. Ondanks dat zij niet meer kan

, genezen, worden er toch behandelingen ingezet voor levensverlenging en het voorkomen van
vervelende complicaties.

Fase 2: ziektegerichte palliatie  heeft als doel de kwaliteit van leven te handhaven of te verbeteren
door de onderliggende ziekte te behandelen  symptoomverlichting. Levensverlenging kan ook een
doel zijn. Ziektegerichte palliatie kan gepaard gaan met een grote belasting voor de zorgvrager

o Rol van de verpleegkundige: realiseren wanneer de ziektegerichte behandeling haar grenzen
bereikt. Er treedt een punt op waarbij de belasting en de bijwerkingen van de behandelingen
niet meer opwegen tegen de voordelen. Dit moet gecommuniceerd worden met de
zorgvrager  lastig, want de zorgvrager houdt zich vaak vast aan hoop.

Er ontstaat een moment dat de gezondheid van mevrouw Dubois achteruit gaat. Mevrouw is
verzwakt door de chemo en de bloedwaarden laten het dan ook niet meer toe om de chemo te
hervatten. Mevrouw heeft last van pijnklachten en misselijkheid. Ze is veel afgevallen in een korte
periode.

Fase 3: symptoomgerichte palliatie  heeft als doel het verminderen en mogelijk voorkomen van
symptomen. De behandeling (ziektegerichte palliatie) begint zijn tol te eisen. De zorgvrager heeft
veel last van de bijwerkingen en belasting van de behandeling. De kwaliteit van leven neemt af.

o Rol van de verpleegkundige: in gesprek gaan over de symptomen en betekenis daarvan op
het gebied van lichamelijk, psychisch, sociaal en existentieel functioneren.

Inmiddels is het ruim 2 jaar na de diagnose. Mevrouw is te zwak om nog gesprekken te kunnen
voeren. Sinds 2 dagen lukt het haar niet meer om uit bed te komen. Mevrouw heeft geen behoefte
meer aan eten en drinken.

Fase 4: palliatie in de stervensfase  de zorgvrager bevindt zich in deze fase als hij/zij nog maar een
paar dagen te leven heeft. De focus van kwaliteit van leven verschuift naar de kwaliteit van sterven.
Hierbij speelt symptoomgerichte palliatie een rol  zorgvrager kan rustig en met zo min mogelijk
pijn overlijden. Behoudt van cognitieve functies is niet altijd meer haalbaar of wenselijk.

o Rol van de verpleegkundige: letten op belastende signalen en symptomen. Handelen zal
vooral op comfort gericht zijn, en op het verlichten van het lijden. Het doel is een goede
kwaliteit van sterven.

Mevrouw Dubois is helaas overleden. Ze is thuis overleden in het bijzijn van haar partner. Dit was
haar wens. Na 3 weken komt de wijkverpleegkundige nog een keer op huisbezoek om samen met de
partner terug te blikken hoe de zorg voor mevrouw is geweest. De partner vindt het heel erg fijn om
zijn verhaal kwijt te kunnen.

Fase 5: nazorg  zorg voor nabestaanden (zoals bijvoorbeeld huisbezoek)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kdaams. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77858 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$8.68
  • (0)
  Add to cart