100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting alle economie eindexamenstof VWO 2022 $7.23   Add to cart

Summary

Samenvatting alle economie eindexamenstof VWO 2022

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Gehele samenvatting van alle economie eindexamenstof voor eindexamen 2022 voor VWO.

Preview 2 out of 12  pages

  • Yes
  • October 13, 2022
  • 12
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
ECONOMIE EINDEXAMEN 2022
HOOFDSTUK 1 MARKT
Markt: ontmoeting van vraag en aanbod
- Abstracte markt: geen echte plaats
- Concrete markt: echte plaats

Soorten goederen
- Inferieure goederen: goed dat minder wordt gekocht bij een inkomstenstijging
- Noodzakelijke goederen: goederen die iedereen koopt
- Luxe goederen: goederen die alleen worden gekocht bij hoge inkomens
- Complementair goed: goederen die in combinatie met andere goederen wordt gebruikt
- Substitutiegoed: goed dat in plaats van een ander goed wordt gebruikt
- Homogene goederen: in ogen consument hetzelfde
- Heterogene goederen: in ogen consument wel verschillend

Bedrijfsgeledingen
- Integratie: verdwijnen van een markt
- Differentiatie: er komt een nieuwe markt
- Parallellisatie: uitbreiding assortiment
- Specialisatie: verdieping / verkleining assortiment

Marktvormen
- Monopolie: een bedrijf dat een bepaald product aanbiedt
- Oligopolie: klein aantal producenten
- Volledige concurrentie: veel aanbieders, homogeen product
- Monopolistische concurrentie: veel aanbieders, heterogeen product

Productiefactoren en beloning
- Kapitaal: rente / huur
- Arbeid: loon
- Natuur: pacht
- Ondernemerschap: winst

Kosten bij productie
- TK = TVK + TCK
- GTK = TK / q
- GO = TO / q
- TW = TO - TK
- TW = (P - GTK) X q
- MK = extra totale kosten / extra geproduceerde eenheid
- Breakeven punt bij TO = TK
- Break-even afzet: afzet waarbij de winst 0 is

Elasticiteiten
PE: De mate waarin een verandering van de vraag reageert op een prijsverandering
(bij PE > 0 inelastisch)
% 𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑣𝑎𝑛 𝑑𝑒 𝑣𝑟𝑎𝑎𝑔
- 𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠𝑒𝑙𝑎𝑠𝑡𝑖𝑐𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡 % 𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑣𝑎𝑛 𝑑𝑒 𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠

KE: Hoe sterk de vraag van een product verandert bij een prijsverandering
(bij KE < 0 complementair, bij KE > 0 substituut
% 𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑣𝑟𝑎𝑎𝑔 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡 1
- 𝑘𝑟𝑢𝑖𝑠𝑙𝑖𝑛𝑔𝑠𝑒 𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠𝑒𝑙𝑎𝑠𝑡𝑖𝑐𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡 %𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡 2
IE: de mate waarin de uitgaven voor een bepaald product reageren op een inkomensverandering.
(bij IE > 0 luxe goed , bij IE < 0 inferieur goed).
% 𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑣𝑟𝑎𝑎𝑔
- 𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛𝑠𝑒𝑙𝑎𝑠𝑡𝑖𝑐𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡: % 𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛


Marketingmix
- Productbeleid
- Promotiebeleid
- Prijsbeleid
- Plaatsbeleid




1

, Monopolie
Soorten
- Natuurlijke monopolie: door natuurlijke omstandigheden zoals ligging
- Wettelijke monopolie: door de wet bepaald, zoals NS
- Economische monopolie: Door schaalvoordelen of octrooien
Kenmerken monopolie
- 1 aanbieder, veel vragers
- homogeen product
- doorzichtig
- moeilijke toetredingsbarrières
Prijs
- Prijsdifferentiatie: ondernemer vraagt verschillende prijzen voor hetzelfde product aan verschillende
kopers → omdat er kosten verschillen zijn
- Prijsdiscriminatie: ondernemer vraagt verschillende prijzen voor hetzelfde product aan verschillende
kopers , waarbij de kosten niet gerechtvaardigd zijn

Een patent is het exclusief recht tot het producten en verkopen van een uitvinding

Toezichthouders
- AFM (Autoriteit Financiële Markten): houdt toezicht op financiële markten
- DNB (De Nederlandsche Bank): houdt ook toezicht op financiële instellingen
- ACM (Autoriteit Consument & Markt): onafhankelijke toezichthouder die zich sterk maakt voor
consumenten en bedrijven

Arbeidsmarkt
- Beroepsgeschikte bevolking: iedereen van 15 tot 67 jaar
- Beroepsbevolking: werkenden + werklozen
- Niet-beroepsbevolking: iedereen die geen baan heeft en er ook geen zoekt
- Aanzuigeffect: meer mensen gaan zich aanbieden op arbeidsmarkt
- Ontmoedigingseffect: minder mensen gaan zich aanbieden op de arbeidsmarkt

i/a ratio
Geeft de verhouding weer tussen het aantal uitkeringsgerechtigden (inactieven) en de werkenden (actieven) die
de uitkering moeten betalen. Bij een omslagstelsel moeten de actieven betalen voor de inactieven. Wanneer er
per werkende steeds meer inactieven komen, moet elke werknemer steeds meer premie betalen.
𝑖𝑛𝑎𝑐𝑡𝑖𝑒𝑣𝑒𝑛
𝑖/𝑎 𝑟𝑎𝑡𝑖𝑜: 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑒𝑣𝑒𝑛
- Een i/a-ratio van 0,4 betekent dat elke werkende 0,4 (40%) van één uitkering moet betalen.
- Een i/a-ratio van 1,5 betekent dat elke werkende 1,5 uitkering moet betalen.

Werkloosheid
- Officiële werkloosheid: geregistreerd
Officieuze werkloosheid: ongeregistreerd
- Conjuncturele werkloosheid: door daling bestedingen
Structurele werkloosheid: door daling productie
- Frictiewerkloosheid: werkloosheid onder schoolverlaters
Seizoenswerkloosheid: werkloosheid als gevolg van het klimaat of aard van het product

Surplussen
- Consumentensurplus: ontstaat wanneer consumenten bereid zijn méér te betalen dan de geldende
prijs → Voor iemand die bereid was om voor dit product € 20 te betalen, is een prijs van € 12,50 een
mooie meevaller. De consument hoeft minder middelen op te offeren dan hij bereid was: omvang = ½ ×
basis × hoogte
- Producentensurplus: ontstaat wanneer producenten bereid zijn het product te leveren voor minder dan
de geldende marktprijs → meer krijgen dan minimum: omvang = ½ × basis × hoogte

Evenwichtsprijs
Er is sprake van evenwicht als er geen overschotten of tekorten zijn. Dat wil zeggen dat vraag en aanbod aan
elkaar gelijk zijn. Je berekent de evenwichtsprijs dan ook door vraag- en aanbodfunctie aan elkaar gelijk te
stellen Dus: Qv = Qa

Pareto-optimaal of Pareto-efficiënt
Een marktuitkomst is Pareto-optimaal wanneer de som van consumenten- en producentensurplus maximaal is.
Het is de meest efficiënte uitkomst van een markt.




2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eefkosten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85651 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.23
  • (0)
  Add to cart