Deeltoets WDD 3
- Orthopaedische infectie
- Osteomyelitis
- S. Aureus > 50% verwekker
- Directe besmetting, hematogeen of aanliggende weke delen
- Botsekwester = dood, losliggend botweefsel
- Risicogroepen: sikkelcelanemie, chronische dialyse, CV katheter en IV-drugs
- X-foto: periostreacties en intraossale irregulaire ophelderingen (osteomyelitis) zijn pas na
10 dagen zichtbaar
- BSE + CRP verhoogd
- Leukocyten verhoogd met linksverschuiving
- Acute hematogene osteomyelitis
- Vooral bij jonge kinderen, IV-drugs gebruikers en CV-katheter
- Metafyse lange pijpbeenderen aangedaan
- Symptomen: evidente koorts en zwelling.
- Aanvullende diagnostiek: X-foto, MRI, kweek en botscan
- Kweek: volwassenen punctie, kinderen bloedkweek
- Behandeling: volwassenen chirurgie, kinderen AB 4 weken
- Chronische osteomyelitis
- Chronisch = 3-6 maanden
- Symptomen: afname vascularisatie, vaak fisteling naar de huid. Pijn ’s nachts
- Kweek afnemen uit fistelgang doorgaans niet zinvol
- Behandeling: combi chirurgie en 8 weken antibiotica. Soms externe fixateur als veel bot
verwijdert is.
- Genettoyeerde holten opvullen met spierweefsel en met AB geinfusseerde gentakralen.
- Sclerosering van bot en verlitteking van weke delen zijn slechte prognostische factoren
- Recidiefkans: 20%
- Osteomyelitis na open fractuur
1
, - Factoren om risico osteomyelitis te bepalen: 1. beschadiging vascularisatie, 2. type
botbreuk, 3. uitgebreidheid weke delen schade en 4. graad contaminatie
- Altijd profylactisch AB tegen stafylokokken en aerobe gramnegatieve bacteriën
- Gustilo graad 1-2 = 24 uur AB
- Gustilo graad 3a-c = 5-7 dagen AB
-
- Als osteomyelitis ontstaat diens het osteosynthesemateriaal verwijderd te worden na
consolidatie van de fractuur. Als dat niet kan moet stabilsatie op een andere manier
plaatsvinden.
- Vertebrale osteomyelitis en spondylodiscitis
- Meestal door hematogene verspreiding—> huid- of wekedeleninfectie, een urineweg- of
luchtweginfectie, of een infectieuze endocarditis.
- Spondylitis = infectie wervel
- Spondylodiscitis = infectie tussenwervelschijf
- Lumbale wervelkolom meest aangedaan
- Symptomen = pijn (niet neuro uitval)
- Behandeling = AB totdat radiologische fusie van de wervels is opgetreden (=
blokwervel). Soms gipskorset / brace voor
- Artritis
- Warm, rood en pijnlijk gewricht. Hydrops en bewegingsbeperking
- Oorzaak: auto-immuun of microorganisme
- Chronische infectieuze artritis is verwekker een funghi (of mycobacterie)
- Acute bacteriele artritis
- Septisch: na infectie bacterie (s. aureus of gonokok)
2
, - Bij een septische artritis kan irreversibele schade aan het kraakbeen ontstaan, al binnen
3 dagen
- Hematogene verspreiding
- Risicogroepen: chronisch nierfalen, DM, reumatoide artritis, kanker of iv drugs
- Vaak knie, enkel, pols en schouder bij volw, heup bij kinderen.
- Stand coxitis: in flexiestand, in abductie- en exorotatie
- BSE en CRP verhoogd
- Aanvullende diagnostiek: Rontgen, echo, botscan, gewrichtsvochtkweek en bloedkweek
- Behandeling: drainage en AB (2-4 weken) + oefentherapie
- Onbehandelde mortaliteit = 10-30%
- 50% heeft verminderde gewrichtsfunctie. 80-90% monoinfectie (1 gewricht)
- Infectie na gewrichtsprothese
- Vroeg-postoperatief = binnen 4 weken na operatie
- 1-5% postoperatieve infectie. 60-80% besmetting tijdens of vlak na operatie. Overige 20-
40% hematogene verspreiding, vaak maanden tot jaren na operatie.
- Risicogroepen: DM, ouder, immuungecompromiteerd
- Symptomen: pijn. Diagnose lastig omdat koorts en zwelling niet altijd aanwezig zijn.
- CRP en BSE vaak verhoogd, maar indien niet sluit dit infectie niet uit
- Diagnose = gewrichtspunctie
- Behandeling vroeg —> spoelen en necrotisch weefsel verwijderen
- Behandeling laat —> prothese materiaal, biofilm en botcement verwijderen. Bij
voorkeur in 2 stappen:
1. Verwijdering van prothese en inbrengen gentakralen
2. Na 6 weken AB inbrengen nieuwe prothese
- Heupprothese: 3 maanden AB. Knieprothese: 6 maanden AB
- Sonicatie = lostrillen bacteriën van een verwijderd implantaat
- Orthopaedische oncologie
- Primaire tumoren = Tumoren die in nauwe relatie met het skelet ontstaan > grote
verscheidenheid tussen tumoren. Zeldzaam
- >50% van botlaesies door maligne tumorgroei wordt veroorzaakt door metastasen van een
tumor in een ander orgaan > voornamelijk mamma, long, schildklier, nier, prostaat
- Focus op quality of life. Resectie met marge, snel belastbaar, constructie met de patiënt
overleven.
3
, - Mirel score = risico op pathologische fractuur. Omslagpunt bij 7 punten, hoge kans op
breken.
- 4 primaire maligne bottumoren per 100.000 mensen per jaar ontstaan
1. Waar? —> Voorkeurslocatie
- Welk bot
2. Waar?
- Perifeer/centraal, epi/meta/dia fyse.
3. Wat doet de leasie met het bot? —> Activiteit
- Osteolytisch (actief), expansief, permeatief. Cortex-destructie? Periostreactie?
4. Wat doet bot met laesie? —> Activiteit
- Sclerose / begrenzing
5. Waarmee is de laesie gevuld? —> Soort
- Niets / groundglass / kalk
- Anamnese en LO
- Symptomen zijn aspecifiek.
- Zelden koorts, zwelling of verkleuring huid.
- 2/3 pt chronisch zeurende skelet- of gewrichtspijn, met name ’s nachts (niet bij belasting).
Spontane fractuur wijst op schade cortex door tumor
- Vaak toevalsbevinding, bijvoorbeeld na klein trauma, soms pathologische fractuur
- Altijd aanvullende diagnostiek bij 2 maanden klachten. Beginnen met rontgen
- Open groeischijven: Solitaire botcysten en chondroblastomen (jonge patiënten)
- Dichte groeischijven: reusceltumor —> lokaal aggressief, kan cortex kapot maken maar
niet uitzaaien
- Primaire tumoren: metafyse lange pijpbeenderen. Aangrenzend gewricht reageert soms
symptomatisch met reactieve hydrops
- Lab: alkalische fosfatase en eiwitspectrum
- Benigne osteochondroom —> scherp begrenst, cortex intact
- Diagnostiek
- Op plaats van tumorweefsel verlies van botstructuur en lokale reactie van het bot op de
tumor > normale bot is verdwenen en er bestaat een defect of een gebied van verminderde
kalkhoudendheid (=osteolytische laesie)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller donnavaneijden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.66. You're not tied to anything after your purchase.