100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting minor Migratie en Diversiteit $8.52   Add to cart

Class notes

Samenvatting minor Migratie en Diversiteit

 64 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle colleges van minor Migratie & Diversiteit, inclusief gastcolleges.

Preview 4 out of 33  pages

  • October 13, 2022
  • 33
  • 2022/2023
  • Class notes
  • -
  • All classes
avatar-seller
Migratie & Diversiteit
Lecture 1

Terminologie: Wat is een migrant?
- Migrant  iemand die zich voor een minimale periode vestigt in een ander land.
VN: >12 maanden
NL: >4 maanden (inschrijving BRP)
- Immigrant  iemand die zich vanuit het buitenland in Nederland vestigt. (Inclusief
terugkerende Nederlanders)
- Emigrant  iemand die vanuit Nederland naar het buitenland vertrekt.
Migratie is een sociale constructie: het idee dat er internationale grenzen moeten zijn,
omdat er anders geen migratie is. Grenzen zijn gemaakt door mensen en de samenleving,
vandaar het sociale aspect. Europese Unie heeft binnengrenzen afgeschaft -> naar Polen
rijden is geen probleem.

Verschillende tegenstellingen:
- Binnenlandse vs internationale migratie
- Vrijwillige vs gedwongen migratie  oorlog, politieke redenen of geweld zorgt ervoor
dat mensen daar niet kunnen blijven.
- Tijdelijke vs permanente migratie  migranten denken vaak dat ze tijdelijk blijven, maar
dat blijkt uiteindelijk anders te zijn door bijv. het krijgen van kinderen.
- Legaal vs illegaal verblijf.

In het algemeen zijn deze categorieën nuttig om te weten, maar in werkelijkheid zijn ze
complexer.

Type migranten & verblijfsstatussen:
- Migrant met reguliere verblijfsvergunning  arbeid, studie en familie
- Asielmigrant  asielzoeker of vluchteling/statushouder
- Verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd
- EU-ingezetenen  formeel geen migranten en hoeven geen Nederlands te leren.
- Nederlander (met migratieachtergrond ‘allochtoon’)
- Ongedocumenteerden (zonder verblijfsvergunning)


Kortom: Motivaties en typen van migratie zijn complex. Een verblijfstatus is een eenduidige
juridische categorie, maar werkelijkheid is complexer: mixed migration. Niet elke
verblijfsstatus is beschikbaar voor iedereen. De ene status is stabieler en heeft meer sociale
rechten en privileges dan de ander.

,Groei migratie
Migratie groeit als gevolg van globalisering, maar de totale wereldbevolking groeit ook.
Procentueel valt het dus mee. Maar dit is ook een onderschatting door niet-
gedocumenteerde migranten.

Migratie-aspiraties zijn veel hoger  mensen willen wel migreren, maar doen dat kennelijk
niet. Mensen hebben niet de mogelijkheid om dat feitelijk te doen. Migratiepatronen en -
aspiraties verschillen per regio en zijn onderhevig aan verandering. In Azië & Europa is er
veel migratie. Dit is vooral intern.

Belangrijke punten:
- Migratie wereldwijd fenomeen
- Meerderheid van migratie binnen regio’s, vaak tussen buurlanden
- Regionale “migratiehubs” (grote hoeveelheden) ontstaan door:
 Conflict bijv. oorlog Oekraïne
 Cultuur van emigratie/rite de passage (India)
 Relatief sterkere economie en werkgelegenheid (Zuid-Afrika)
- “Verre bestemmingen” ontstaan door:
 Koloniale banden & taalgebieden (bijv. Suriname)
 Arbeidsmigratie (high skilled & low skilled)
 Asielmigratie
 Kettingmigratie: als mensen zien dat het mogelijk is, willen andere mensen ook


Lecture 2
Migratietheorieën
- Centrale vraag: waarom migreren mensen? & Hoe kunnen we internationale migratie
verklaren?

6 verschillende migratietheorieën:
- Neoklassieke economische verklaring (‘rational choice)
- Push en pull-factoren
- New Economics of Labour Migration (NELM)
- Dependency- & World Systems’- theory
- Segmented labour market theory (Priore)
- Cumulative causation (D.Massey)

Hein de Haas: Poging tot ordening van deze verschillende theorieën: functionalistische
versus historische structurele verklaringen  Aspirations-Capabiliteit-model

1) Neo-Klassieke economische benadering
- Uitgangspunt: migratie als investering in menselijk kapitaal
 Hogere inkomsten in de toekomst

,- Rational choice: mensen migreren als opbrengsten hoger zijn dan de kosten
- “Individuals compare earnings in various countries and choose to reside in the country
with the largest earning, net of migration costs” (Borjas)
- “Welfare state magnet”-hypotheses: migranten kiezen voor landen met de hoogste
uitkeringen (Borjas) -> sociale zekerheid belangrijk.


Factoren van invloed op migratie beslissingen:
- Loonverschillen tussen herkomst- en bestemmingslanden
- Kosten van migratie en eerste opvang en vestiging
- Beschikbare hulpbronnen van potentiële migranten
- Migratiebeleid  restrictief beleid leidt tot belemmeringen en dus hogere kosten
- Sociale zekerheid  potentieel hogere opbrengsten


2) Push en pull factoren
 Een lijst met factoren, die ervoor zorgen dat je weg wil uit herkomstland (push) & naar
een land toe wil (pull). Ravenstein (1899): “Laws of migration”  Geen theorie maar “a list
of factors, all of which can contribute to migration”!


Push factoren Pull factoren
Werkloosheid Betere werkmogelijkheden
Lage en onzekere inkomens Hogere lonen, meer arbeidszekerheid
Bestaansonzekerheid, voedseltekorten Opvang van migranten, sociale zekerheid
Gebrekkige huisvesting, onderwijs en Ontwikkelde verzorgingsstaten en al haar
gezondheidszorg arrangementen
Politieke onderdrukking, oorlog en geweld Democratische rechtstaten, mensenrechten
Milieuverontreiniging Beter leefmilieu
Aantrekkingskracht van eerdere migranten
(familie)


Push en pull lijkt op de neoklassieke economische benadering, maar push and pull factoren
zijn meer op maatschappelijk niveau.


3) New Economics of Labour Migration (NELM)
- Niet individuen maar huishoudens nemen beslissing om te migreren (vaak in een
kwetsbare situatie, onzekerheid)
- Familiehuishoudens sturen één lid naar buitenland om extra inkomen te verwerven.
- Niet individuele winst cruciaal, maar economische zekerheid door meerdere
inkomensbronnen

, - Migranten kiezen niet voor landen met hoogste lonen maar met minste werkloosheid:
risicomijding boven streven naar maximale winst

4) Depency-/World systems- theorie
Tijd van neomarxisme  kapitalisten proberen zo veel mogelijk winst te maken door
arbeiders uit te buiten. Hieruit kwam ook the Depency-/ Word systems theorie. Migranten
zijn de slachtoffers, waarbij het een vorm is van uitbuiting.
- Ander perspectief op migratie: rijke landen profiteren van internationale migratie
 Geen bedreiging voor ‘global north’
- Kapitalistische kernlanden buiten de onder ontwikkelde regio’s en arbeiders uit
- Kapitalisme is slecht, vernietigt traditionele bestaansmogelijkheden (boeren). Mensen
worden gedwongen om te verhuizen naar steden of naar het buitenland
- Migratie = uitbuiting van arme landen
- Arme landen leveren goedkope arbeid, maar ook geschoolde werkenden opgeleid op
kosten van arme landen: “brain drain”

5) Segmented labour market theory (Priore)
- In de arbeidsmarkt van kapitalistische economie zijn er verschillende segmenten.
- Hedendaagse variant van “world systems”-theorie
- Deindustrialisering leidt tot minder vraag naar industriearbeiders
- Polarisatie in de hedendaagse diensteneconomie: veel geschoolde werkenden
(managers, professionals) versus het ongeschoolde “service proletariat”
- Primair segment: hoge lonen, werkzekerheid, mogelijkheden voor promotie. Secundair
segment: lage lonen, ongeschoold, onzeker, geen mogelijkheden voor promotie (“Servic
proletariat”, “McJobs”)
- Veel migranten komen terecht op secundair segment (mede door etnische
rekrutering/etnische enclaves)


6) Cumulative causation theory (Massey)
- Poging tot integratie van veel van voorgaande theorieën.
- Kern: migratieprocessen ontstaan en worden groter, waarbij het proces zichzelf
standhoudt en versterkt  cumulatief.
- Grote bron van sociale netwerken helpen mensen om te migreren -> helpen werk te
zoeken etc. Sociale netwerk is van invloed op de omgeving waar migratie plaatsvindt.
Door sociale netwerk ontstaan er verbindingen, waardoor achterblijvers ook migreren.
Hierdoor wordt migratie ook goedkoper.
- Hierdoor houdt migratie zichzelf tot stand.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vicvantrigt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.52. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.52  5x  sold
  • (0)
  Add to cart