Samenvatting Pedagogiek III 'Snap jij die ouders?' Hoofdstuk 1 t/m 10 + 12
86 views 8 purchases
Course
Pedagogiek III
Institution
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
Book
Snap jij die ouders?
Deze samenvatting is geschreven van het boek 'Snap jij die ouders? Basisboek professioneel werken met ouders'. Deze samenvatting is gemaakt voor het vak Pedagogiek III dat wordt gegeven in leerjaar 1 van de opleiding pedagogiek in periode 4. De samenvatting betreft de hoofdstukken 1 t/m 10 + 12. Me...
Samenvatting Professioneel werken met ouders
Hoofdstuk 1: de tijdloze en kwetsbare relatie van een ouder met zijn kind
De ouder-kindrelatie verschilt door de onderlinge afhankelijkheid sterk van elke andere menselijke relatie.
Met de geboorte van elk kind ervaart de ouder de opdracht te moeten ontdekken wat dít kind allemaal van
hem nodig heeft om goed groot te kunnen groeien. En dat in elke levensfase van het kind opnieuw. Aan die
constante ouderlijke opdracht kleeft dan ook de repeterende vraag: ‘slaag ik er als ouder in om aan al de
vragen om aandacht, zorg en steun van mijn kind te voldoen?
De geboorte van het eerste kind is bij de nieuwe ouder zo ingrijpend dat het ook doorwerkt in de relatie van de
ouder met zijn eigen ouders. De nieuwe moeder begrijpt haar ouders beter en wil eenzelfde opvoeding voor
haar eigen kind, als de manier waarop haar ouders haar hebben opgevoed.
Met de geboorte beseffen de ouders in elke laag van hun bestaan dat de geestelijke, lichamelijke en sociale
ontwikkeling van hun kwetsbare kind van hen afhangt. Zonder te kunnen vermoeden hoe verstrekkend dat is,
reageren de meeste ouders daarop met een onvoorwaardelijk ja-zeggen tegen hun kind.
Gepetto zingt over Pinokkio ‘heel mijn ziel zal ik je geven, ik zal zorg voor je dragen tot het einde van mijn
dagen’. De wens om een kind te krijgen wordt dus als levenslang en allesomvattend bezongen. Dit betekent dat
er geen einde aan komt. De onvoorwaardelijke opdracht die de ouder zichzelf geeft is ‘ik zal alles doen wat
nodig is om goed voor jou te zijn’.
Met het ontstaan van de ouder-kindrelatie ontstaat een loyaliteitsband tussen ouder en kind. Ouders ervaren
dat het bestaan van het kind en het eigen bestaan nooit meer los van elkaar staan. Dat maakt ouderschap tot
een vorm van bestaan, een existentie. Een manier van ‘zijn’ die tijdloos is.
Tijdsloosheid van het vader- of moederschap betekent dat het niet is te koppelen aan een bepaalde levensfase
en niet aan bepaalde levensgebeurtenissen.
Ook ouders die bewust het contact met hun kind verbreken, blijven levenslang ouder. Want dat stelt de ouder
voor de opgave de heftige en ingewikkelde emoties die hiermee samen gaan te leren hanteren. In elke levens-
fase opnieuw. De ‘geboorte van de onvoorwaardelijkheid’ valt dus niet per sé samen met het moment van de
bevalling. Bij ouders die later hun kind accepteren begint dit later, net als bij pleegouders.
Voorbeeld verantwoordelijk-zijn pleegouder: een pleegouder besluit pleegouder voor crisisopvang (max. 3
maanden een kind in het gezin) te worden. Er komt een kind bij hun wonen en in het begin sluit hij zich niet aan
bij de eigen 2 kinderen uit het gezin, hij moet aan alles wennen. Op een gegeven moment vindt hij aansluiting
(mee spetteren in het bad met de andere kinderen). De pleegouders willen niet dat het kind vertrekt. Ze
voelden zich nooit zo verantwoordelijk voor een kind dat niet hun eigen was. Dat gevoel ging nooit meer weg.
Levensgebeurtenissen, culturele aspecten en visies van derden hebben geen invloed op het tijdloze van
ouderschap, maar spelen wel een rol in de manier waarop ouders hun ouderschap beleven.
De eerdere persoonlijke behoeften, ideeën, wensen en verlangens verdwijnen niet, maar het ‘nieuwe’
beïnvloedt wel het denken, voelen en doen van iemands persoonlijkheid zodanig dat je kunt spreken van een
nieuwe identiteit als ouder bij de geboorte van een kind.
Bij het ouderschap, verandert ook het beeld dat andere volwassen hebben van die persoon en de relatie die ze
hebben met die persoon. De meest ingrijpende zijn de veranderingen in de partnerrelatie, maar ook andere
relaties worden door geboorte van een kind beïnvloed (bijv. de moeder wordt oma).
Niet iedere ouder die zich onvoorwaardelijk aan een kind verbindt is per definitie dezelfde als de verzorger.
Sommige ouders (bijv. ernstig ziek/in detentie) kunnen door die omstandigheid geen opvoeder zijn.
1
,Soms lukt het iemand niet de vergaande consequenties van tijdloos ouderschap op zich te nemen door
factoren in hem zelf of in zijn situatie (bijv. verslaafde ouder). Soms zijn er omstandigheden, van korte of
langere duur, waardoor iemand de opvoeding van zijn kind aan anderen moet overlaten (bijv. in pleeggezin).
Veel biologische ouders die hun kind ter adoptie afstaan getuigen van het volgende: ‘ik wilde als ouder het
beste voor mijn kind, ook al ging dat helemaal in tegen wat ik zelf het liefst zou willen. Die ouder staat voor de
enorme taak te leren omgaan met de psychische pijn van zijn onomkeerbare besluit nooit meer als ouder zelf
opvoeder te kunnen zijn. Kinderen zien hun adoptieouders als échte ouders en zullen geen ouder-kind relatie
aangaan met de biologische ouder. Ouders vonden de keuze voor adoptie achteraf vaak moeilijker dan
verwacht, het heeft meer van ze gevraagd dan ze konden bedenken.
Al tijdens de zwangerschap spelen veel prangende vragen die de koppeling verraden tussen de ontwikkeling
van de identiteit van het kind en de (bijna) ouder. De koppeling uit zich in vragen over het welzijn van het kind
zoals: ‘welk karakter heeft het kind?’. Er ontstaan ook zelf-reflectieve vragen als: ‘hoe zal ik als ouder zijn?’.
Het krijgen van een kind zet ouders steeds voor de opgave om hun leven anders in te delen en dat niet te doen
zoals ze dat zelf goed uitkomt, maar om hun leven aan te passen aan het levenstempo en -patroon van het
kind. Ouders komen steeds voor keuzes te staan als: vanaf welke groep laat je je kind alleen naar school gaan?
en ‘Wat doe je als je kind voor het eerst alleen met vrienden op vakantie wil?.
Een andere bron van spanning komt voort uit de tegenstelling tussen enerzijds de permanente ouderlijke zorg
voor het kind en anderzijds de levensdrang en behoefte aan zelfstandigheid van het kind. Deze spanning blijft
nog voelbaar als het kind al volwassen en zelfstandig is.
Kiest de ouder om zijn eigen behoeftebevrediging uit te stellen ten gunste van die van het kind, dan levert dat
aan de ene kant een positieve zelfbeoordeling van de ouder op, maar aan de andere kant vraagt het ook om
tegen persoonlijke wensen in te gaan of ze minstens uit te stellen. Dit maakt dat de ouder de mentale opdracht
kan ervaren als een dilemma waarbij eigenlijk geen enkele keuze bevredigend is.
Voorbeeld gedrag: moeder rekent boodschappen af en haar dochter grijpt als ze niet kijkt een paasei uit het
schap, maakt deze open en eet er een hap uit. Moeder ziet wat er is gebeurd en pakt het paasei af, waardoor
het kind gaat huilen. Moeder pakt haar kind vast en zegt om zich heen kijkend: ‘je mag niet zomaar iets pakken,
dat weet je’. De laatste drie woorden richt ze meer aan de omstanders dan aan haar dochter. Het gedrag van
haar dochter ervaart de moeder als faalervaring als opvoeder.
Voorbeeld ervaringen: een moeder leest voor op de school van haar kinderen. Als haar dochter in groep 8 zit,
zwaait ze naar haar en roept haar naam, maar ze reageert niet. Thuis zegt ze ‘wil je niet weer zo stom doen op
school, ik schaam me dood’. Enkele jaren later zit haar zoon in groep 8. Ze ziet hem op school, maar zwaait niet
naar hem. Thuis vroeg haar zoon ‘zag je me wel op school’. Als moeder ‘ja’ zegt, zegt haar zoon verdrietig
‘waarom zwaaide je dan niet?’. De ouder dacht geleerd te hebben van de 1 e ervaring. De steeds veranderende
vragen waarvoor ouders zich gesteld zien, betekenen dat ze een bepaalde mate van onzekerheid blijven voelen
Wanneer het lijkt dat een ouder de vraag van het kind niet voor zijn eigen behoeften laat gaan, dan wijzen
uitspraken van anderen erop dat dit wel had gemoeten. ‘snap jij dat? Na 25 jaar huwelijk gaan ze scheiden, net
nu hun jongste de deur uit is. Ook al zijn de kinderen volwassen, dat is toch ook wat voor hen!’
De geboorte van een kind is een onomkeerbare existentiële verandering in het leven van een volwassen die
ouder wordt. De vele veranderingen daarin kunnen nooit meer ongedaan worden gemaakt.
Hoofdstuk 2: over opvoeden en ouders gesproken
‘Geachte ouder/verzorger’. De briefschrijver die deze aanhef heeft geschreven houdt rekening met een verschil
tussen een ouder en een verzorger. De verzorger voelt zich waarschijnlijk ondergewaardeerd omdat een kind
nu eenmaal meer nodig heeft dan alleen verzorging. We spreken daarom van ‘opvoeder’, ‘professional etc.
Je kunt een kind niet verzorgen zonder je ook met opvoeden bezig te houden. Centraal staat de vraag naar het
onderscheid tussen ouders als opvoeders en professionals.
2
, Opvoeden kan worden omschreven als:
Het door volwassen begeleiden van een kind tot deze zelfstandig kan deelnemen aan de samenleving.
Het door mensen bedoeld of onbedoeld uitoefenen van invloed op de ontwikkeling van een kind.
Het proces waarin een kind door een ouder wordt gevormd naar de normen en waarden van diens
opvoeder(s) en daarmee meestal naar de voornaamste normen en waarden van de samenleving
waarin hij leeft.
De drie verschillende omschrijvingen van ‘opvoeden’ hebben de overeenkomst dat opvoeden wordt gezien als
activiteit gericht op een kind om een bepaald doel te bereiken. Het doel en de activiteit zijn anders
omschreven. De volwassene kan in de eerste 2 definities elke volwassene zijn, dus zowel ouder als professional.
De vraag is of het uitvoeren van deze taak voor hen dezelfde betekenis heeft. Het gaat hierbij om of er
verschillen zijn in de intentie waarmee de acties worden uitgevoerd en wat het effect daarvan op de ouder en
op de professional is.
Sommige vragen zijn lastig te beantwoorden omdat onduidelijk is wat onder de term ‘opvoeden’ verstaan moet
worden. Wanneer duidelijk is naar wiens gezichtspunt je informeert dan is het voor degene aan wie de vraag
gericht is iets gemakkelijker, bijvoorbeeld: ‘welk aandeel hadden leerkrachten in jouw opvoeding?’.
Furman beschreef dat alles wat een kind moet leren voordat het iets zelfstandig kan, verloopt volgens het
volgende, steeds terugkerende fasepatroon:
Fase 1: Iets wordt door een volwassene voor het kind gedaan.
Fase 2: De volwassene en het kind doen het samen.
Fase 3: Onder aanmoediging van een volwassene doet het kind het helemaal zelf.
Fase 4: Het kind doet het zelfstandig, zonder directe stimulans en aanmoediging.
Furman richt zich met deze fasering op de wisselwerking tussen kind en ouder, op het interactionele aspect.
Het gaat om de onderlinge beïnvloeding, over de relatie en over de betekenis en emotionele waarde die dit
samenspel voor beiden heeft. De vier fasen kunnen we ook zien als stappen die ouders en kinderen door de
jaren heen et elkaar nemen in het proces van zelfstandigheidsgroei van kinderen.
Voorbeeld fasering: We gingen samen naar het dorp (fase 2). Jan was een van de kinderen die meeging. Elk
kind kreeg zakgeld om zelf iets te kopen. Jan wilde eten voor zichzelf kopen, hoewel hij al vaak is gewezen op
zijn overgewicht en afspraken met de diëtiste. Om discussie te voorkomen wees ik hem kort op de afspraken
en vertelde hem dat we eerst naar andere winkels zouden gaan zodat hij kon nadenken wat hij wilde kopen
(kans tot actie in fase 3). Nadat we in de 1e winkel waren geweest vertelde hij me dat hij niet naar de
supermarkt wilde, maar wilde sparen (fase 3). Ik heb hem hiervoor gecomplimenteerd. Misschien helpt het als
we hem op andere momenten ook meer bedenktijd geven. De groepsleider voelde zich een bekwame
professional toen haar interventie leidde tot goed resultaat. Die ervaring voedt haar energie om op een
positieve manier met Jan om te gaan en draagt bij aan positief contact tussen beiden.
Voorbeeld 2 fasering: Lotte probeerde zelf haar schoentje aan te doen (overgang fase 1 naar fase 2). Op een
gegeven moment gooit ze het schoentje weg, het lukt niet. Moeder troostte Lotte en wilde bij haar het
schoentje aan doen (fase 1). Lotte wilde het echter zelf proberen. Daarna oefenden moeder en Lotte samen
met het aandoen van de schoenen (fase 2). Uiteindelijk doet Lotte zelf de schoen van haar moeder aan (eerste
geslaagde overstappoging naar fase 2-actie). Uit de manier waarop moeder Lotte steunt, uitleg geeft en tijd
neemt om samen van het contact te genieten, maken duidelijk dat ze haar kind goed kent. De geelde emoties
van moeder en kind versterken hun onderlinge band. Lotte geeft hiermee ook een signaal van zich prettig
voelen en dat bevestigt moeder in haar zelfbeoordeling goed te zijn als opvoeder en ouder.
Zonder de consequenties te kennen, voelen de meeste ouders zich vanaf het begin volledig toegewijd en
verbonden met hun kind en accepteren de daarbij horende complete verandering van hun leven. Ouderschap is
een existentiële verandering: verandering in het totale ‘zijn’. Door volledig toegewijd en verbonden te zijn met
hun kind zeggen ouders ‘ja’ tegen een levenslange band met het kind met alle onomkeerbare en meestal niet
te voorziene gevolgen voor de ouder.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danilleannema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.65. You're not tied to anything after your purchase.