Formele regio: afbakening van aaneengesloten gebied op basis van het voorkomen van een bepaald
verschijnsel in het gebied. Bijvoorbeeld: klimaatzones, taalgebieden
Functionele regio: afbakening van een aaneengesloten gebied op basis van samenhangende relaties
of interactie binnen het gebied. Bijvoorbeeld: Metropolitaan Amsterdam, Europese Unie, west-
Europa
,College 1
Hoofdstuk 2
Europese integratie: het project Europese Unie (512 miljoen mensen)
Achterliggende gedachte van de Europese integratie:
1. nooit meer oorlog
2. angst voor de Sovjet reus (144 miljoen mensen)
Tien stappen van Europese integratie in ruimte en tijd
Stap 1
9 mei 1950: Schumann plan
Gedachtegoed diplomaat Jean Monnet: als dit domino effect werkt, dan gaat het vanzelf werken
Jean Monnet stelde het plan op om de productie van steenkool en ijzererts onder supranationaal
gezag te plaatsen, op deze manier kon Duitsland zijn economie weer opbouwen in het Ruhrgebied
met de grondstoffen en de industrie, maar hield Frankrijk wel de controle over de grondstoffen.
Franse minister buitenlandse zaken, Schumann, en de West-Duitse bondskanselier omarmden het
plan van Monnet en wisten de landen van de Benelux en Italië te overtuigen om mee te doen met de
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
Plan voor samenwerking in Europa
Volgens de aartsvader van de EU, Jean Monnet, zou de Europese integratie bijna automatisch
voortschrijden, en zou het belang van natiestaten steeds kleiner worden ten gunste van Europese
instellingen. (blz. 63)
1. Neofunctionalistische integratietheorie (crises maken noodzaak verder integratie duidelijk)
Neo = nieuw
Integratie = samen worden
2. Positieve spillover effecten: samenwerking in een bepaalde economische sector leidt tot
samenwerking in overige sectoren.
3. samenwerking leidt tot crises; oplossingen is altijd toenemende integratie
4. automatische mechanismen zijn leidend voor tempo van integratie (nog meer samen werken)
Het probleem van de non-tariff barriers werd opgelost door de instelling van de gemeenschappelijke
markt. Voor een verdere ontplooiing van de gemeenschappelijke markt was een gemeenschappelijke
munt nodig. Toen er problemen kwamen met deze munt kwam de noodzaak om het economisch
beleid van de lidstaten beter op elkaar af te stemmen en de muntunie te vervolmaken met een
politieke unie.
Stap 2
Eerste oprichting voor economisch samenwerkingsverband!
18 april 1951: oprichting Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
Openstellen interne markt voor steenkool (Duitsland) en ijzererts (Frankrijk). Landen moeten met
elkaar samenwerken om één product te krijgen.
Inperken wapenproductie brengt vrede
Concurrentie leidt tot specialisatie (Ricardo)
Theorie van de comparatieve kosten: David Ricardo 1817
Resultaat: landen zijn afhankelijk van elkaars productie
20 'vrije' arbeidskrachten kunnen ingezet worden om de welvaart te verhogen
Stap 3
25 maart 1957: verdrag van Rome
EGKS wordt Europese Economische Gemeenschap (EEG)
,Samenwerking op gebied van nucleaire energie (EURATOM)
Belangrijkste onderdeel van de economische samenwerking: instellen douane-unie: afschaffing
interne invoerbelasting (protectionistische maatregelen) bij handel tussen de zes lidstaten (Frankrijk,
Duitsland, Italië en de Benelux). En gemeenschappelijke invoerheffing aan buitengrenzen (relatie
landbouwpolitiek) om de eigen productie te beschermen.
Resultaat: ongebreidelde welvaartsgroei gevolgd door twee crises:
Concurrentie eerste generatie Newly Industrialised Countries NIC's); Japan, Taiwan, Hong Kong en
Zuid Korea.
Oliecrisis 1973
Stap 4
1 januari 1973: uitbreiding EEG
Denemarken, Groot-Brittannië en Ierland treden toe tot de EU
1981: Griekenland treedt toe tot de EU
1986: Spanje en Portugal treden toe tot de EU
Cohesiebeleid: regionaal beleid van de EEG om de 'armere' nieuwe lidstaten subsidies te geven om
de kloof met de rest van de EEG te dichten.
Economische motieven voor het toetreden tot de EU lagen hieraan ten grondslag
Crisis: Non-tariff barriers lagen in de weg voor verdere economische integratie. Door eisen te stellen
aan de kwaliteit of de specificaties van producten probeerden lidstaten hun eigen economie te
beschermen. Duitsland verbood het een lange tijd om bier in te voeren dat niet gebrouwen was
volgens het eigen Reinheitsgebot, daarin was vastgesteld welke ingrediënten bier moest bevatten.
Reinheitsgebot: ingrediënten van in Duitsland verkocht bier (bier mag je pas bier noemen als er vier
ingrediënten inzitten, anders mag het niet op de Duitse markt verkocht worden)
Cassis de Dijon: percentage alcohol in likeur
Vonnis Europees Hof 1979: geproduceerde goederen moeten in de gehele gemeenschap verkocht
kunnen worden
Ontstaan kern van Europese integratie = economisch:
Vrije uitwisseling van goederen, diensten, mensen en kapitaal
Stap 5
7 februari 1992: verdrag van Maastricht
Oprichting Europese Unie
1. Effectueren vier vrijheden
2. Klem voor Europese munt (inclusief politieke unie: wens Nederland)
3. Gemeenschappelijk buitenland beleid
4. Samenwerking op binnenlands beleid en justitie
Regionaal beleid (cohesiebeleid)
Backwash-effecten voor periferie (hier gaat het niet goed, kapitaal etc wordt geconcentreerd in goed
ontwikkelde regio's)
Verwachte concentratie economische activiteiten in noordwest Europa
Spread-effecten voor periferie
Compensatie: start regionaal beleid a.d.h.v. subsidies
1995: toetreding Finland, Oostenrijk en Zweden tot EU
Stap 6
1 januari 2002: invoering Euro
DING FLOF BIPS (12 landen die meedoen aan de euro)
Stap 7
1 mei 2004: 'Big Bang'
Uitbreiding met 10 nieuwe lidstaten (voornamelijk oost Europese landen)
, Politiek belang: stabiliseren oost Europa na einde van het communisme
Economisch belang: 108 miljoen potentiële consumenten erbij
Dubbele transitie in Oost-Europa!
1. van dictatuur naar democratie
2. van planeconomie naar vrijemarkteconomie
Stap 8
13 december 2007: verdrag van Lissabon
Gevolg van afwijzen Europese Grondwet. Inhoud vrijwel gelijk als dit verdrag.
Upgrade van de Europese samenwerking: democratischer, efficiënter, transparanter
2007: toetreding Roemenië en Bulgarije tot EU
Kopenhagen criteria (1993). Toetredend land moet:
1. democratisch zijn
2. mensenrechten respecteren
3. een goed draaiende markteconomie hebben die tegen interne concurrentie bestand is
4. bestaande EU regelgeving overnemen (acquis communautaire = alle wet- en regelgeving van de
EU)
5. Europees land zijn… discutabel
Stap 9
2008-2015: crisis
Financiële crisis: noodzaak bankunie
De eurocrisis heeft wel geleid tot een aantal aanpassingen, die het gevaar moeten verminderen dat
de problemen van één of meerdere eurolanden zullen leiden tot een financiële crisis in de hele
eurozone.
1. meer controle op de begrotingsdiscipline van eurolanden door de Europese Commissie
2. er is een monetair noodfonds opgericht; het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)
3. de Bankenunie is versterkt
4. bij een faillissement van een bank moeten de aandeelhouder en de grote spaarders in eerste
instantie de financiële schade dragen
Griekenland crisis
Vluchtelingen crisis
Brexit
Trump?
Covid-19?
Leidt dit alles tot meer integratie vanuit het neofunctionalisme?
Stap 10
Toekomst
Toenemende integratie heeft ook:
Negatieve spill over:
Lidstaten trappen op de rem: machtshift van Europese Commissie, Europees Parlement en Hof
van Justitie naar Europese Raad (regeringsleiders EU-lidstaten)
Populisme
Brexit, Nexit,
Neuro, Zeuro
(Catalaans) Separatisme
Migratie
Klimaat
Ongelijkheid (place-blind naar place-based policy)
Uitbreiding:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lanavdr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.77. You're not tied to anything after your purchase.