Centraal zenuwstelsel
- Grote hersenen en ruggenmerg
Perifeer zenuwstelsel
Bestaat uit:
- Sensorisch (afferent):
- Motorisch (efferent):
o Autonoom: taken die automatisch gaan > onwillekeurig
▪ Parasympatisch: processen in rust
▪ Sympatisch: onder invloed van inspanning
Gebeurt allemaal onder invloed van actiepotentialen
Samenvatting kennisclip 1: het neuron Motorisch neuron: cellichaam in het ruggenmerg
Link: Kennisclip 1 Sensorisch: in het spinaal ganglion
Neuron (zenuwcel): het bouwplan
- Essentiële functies: ontvangen, geleiden en weer doorgeven van een prikkels
Receptieve deel: dendrieten
- Ontvangen van prikkels
Conductieve deel: de axon
- Prikkel wordt door de zenuwcel
Transpertieve deel: einde axon
- Wordt de prikkel overgedragen op:
o Andere zenuwcel of;
o Spiercel
Membraanpotentiaal
Ionenflux wordt bepaald door:
- Concentratiegradiënt: verschil in concentratie binnen- en buitenkant van een cel
- Elektrische gradiënt: elektrisch verschil tussen de binnen- en buitenkant van een cel
- Permeabiliteit van de membraan: doorlaatbaarheid van de membraan
4
,Na-K pomp
- Sodium = natrium
- Patassium = kalium
Actiepotentiaal
Kom een prikkel binnen in het receptieve deel > lekt natrium de cel in (membraanpotentiaal stijgt) >
wanneer er meer/tegelijk aankomen, zal het sneller stijgen >
1: langzame depolarisatie tot aan -55 mv
2: bij -55 mv > snelle depolarisatie tot aan + 30 mv
3: Repolarisatie: na+ kanalen dicht > ka+ kanalen open, dus uitstroom
4: Hyperpolarisatie: ka+ kanalen langzaam dicht > daling tot aan -85mv
5: Na-K pomp: terug naar rustmembraanpotentiaal
Prikkelvoorwaarden
- Zijn meerdere prikkels nodig om de membraanpotentiaal te laten stijgen
Kan doormiddel van:
- Summatie van
o Plaats
▪ Meer dendrieten tegelijk een actiepotentiaal ontvangen
o Tijd
▪ Meer prikkels achter elkaar gegeven
5
,Geleiding conductie
- Drendiet
o Komt een prikkel binnen
- Axon heuvel
o Verzamelen prikkels zich > als daar de drempelwaarde bereikt wordt zal er een
actiepotentiaal plaatsvinden en verder worden geleid via het axon
- Doorgeleiden naar:
o Volgende zenuwcel of;
o Spiercel
Ongemyeliniseerde axonen
- Licht blauwe: rustpotentiaal
- Grote plusje: na+
- Kleine plusje: ka+
- Donkerblauw: reflectaire periode
(ongevoelige periode voor nieuwe
prikkels), vindt een hyperpolarisatie
plaats
Continue (ongemyeliniseerd) en saltatoire (gemyeliniseerd) voortgeleiding
Opbouw van saltatoire voortgeleiding
- Prikkel gaat van ranvier naar ranvier
Continue geleiding: 2m per sec (niet snel genoeg), daarom >
Saltatoire voorgeleiding (120m per sec) bedacht door het lichaam
6
,Dikke en dunne vezels
Opbouw perifere zenuwvezel
- Epineurium: wand om vezelbundels
- Perineurium: wand om bundel vezels
- Enodeurium: wand om vezel
7
,Synaps
- Voor de overdracht van een prikkel op andere zenuwcel
- Kunnen nieuwe synapsen vormen of verdwijnen
- Basis van plasticiteit (vervormbaarheid): de basis om te kunnen leren
(Eindknopje)
Motorische eindplaat
- Voor overdracht prikkel op spiercel
- Presynaptisch deel:
het eindknopje
- postsynaptisch deel:
membraan volgende neuron
- Bouton terminal bevat
Speciale stof (neurotransmitters)
- Faciliterend (depolariserend): potentiaal verhoogd naar drempelwaarde (bevorderd
prikkeloverdracht)
- Inhibberend (hyperpolariserend): potentiaal verlaagd (remt de prikkeloverdracht)
VB: tikkende klok in de kamer.
Wanneer je het niet meer wil horen,
kan je dat ‘uitschakelen’
8
,Samenvatting kennisclip 2: organisatie van het zenuwstelsel
Link: Kennisclip 2
Indeling van het ZS
- Indeling = hulpmiddel
- ZS werkt als een geheel
- Anatomische en functionele indelingen
Anatomische indeling van het ZS
- Het centrale zenuwstelsel (CZS)
o Deel van het ZS binnen een benig omhulsel
▪ De hersenen en het ruggenmerg
- Het perifere zenuwtselsel (PZS)
o Alles dat niet onder het CZS valt
Indeling ZS op basis van impuls-richting
- Afferente (Sensorisch) zenuwen: naar ZS toe
- Efferente (motorisch) zenuwen: van ZS af
Fysiologische indeling ZS op basis van functie
- Animaal ZS
o (syononiem: willekeurig-, somatische ZS)
- Autonoom ZS
o (Synoniem: onwillekeurig-, vegatief ZS)
o (Efferent):
▪ (Ortho)sympatisch: (gericht op actie)
▪ Parasympatisch: (rust, herstel en onderhoud)
Zowel animaal als autonoom als animaal ZS kent afferente en efferente banen!
Iedere spinale zenuw verzorgd de afferentie en efferentie van een klein deel van het lichaam >
- Een segment: bestaat uit een verzameling van weefsels en organen, geïnnerveerd door één
spinale zenuw en de zich daarbij voegende orthosympatische zenuwvezels. Verzorgd een
stukje:
o Dermatoom: huid
o Myotoom: spier
o Sclerotoom: bot
o Sudotoom: zweetklier
o Viscerotoom: orgaan
Dermatomen (blz 41 atlas) / area nervina (blz 359 en 459)
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanvoostrum2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.99. You're not tied to anything after your purchase.