Deze samenvatting heeft van alle hoofdstukken die terugkomen in het tentamen alle begrippen uitgelegd in makkelijkere taal dan het boek biedt. Ook zitten er veel voorbeelden & ezelsbruggetjes in.
Doel: Je weet wat psychologie is en hoe en waarom sociaal werkers psychologische kennis
gebruiken.
Begrippen:
- Definitie psychologie en pedagogiek
- Relevantie psychologie en pedagogiek voor het sociaal werk
- 7 perspectieven binnen de psychologie: biologische en neurologische perspectief,
psychodynamische perspectief, behavioristisch perspectief, gestalt perspectief, humanistisch
perspectief, cognitieve perspectief, systeemperspectief
- Hersenfuncties en de invloed ervan op ons gedrag
Psychologie: de wetenschap van gedrag EN geestelijke processen.
Pedagogiek: de wetenschap van het OPVOEDEN
7 perspectieven/ psychologische stromingen:
1. Biologisch perspectief/ neurologisch perspectief:
Kijkt alleen naar de biologische aspecten van gedrag en zoekt de oorzaken van het
gedrag in het functioneren van: GENEN, HERSENEN, ZENUWSTELSEL.
2. Psychodynamisch perspectief:
FREUD !! (id/es, ego, super ego) (UBERICH)
Gedrag wordt bepaald door onbewuste. In het onbewuste zitten aangeboren driften.
ID/ES = driften
EGO = houd jouw driften bij elkaar
SUPEREGO = hoe je jezelf ziet
3. Behavioristisch perspectief:
Alleen gedrag waarmee je experimenten kan doen, waarneembaar & meetbaar is, is
relevant. Gedrag = geleerd
WATSON, PAVLOV, SKINNER !!
4. Humanistisch perspectief:
MASLOW, ROGERS!!!
Het typische menselijke verdween, liefde enz. FOCUS werd het belangrijkst.
5. Cognitieve perspectief:
Gedrag wordt bepaald door begrip, kennis, opvattingen & overtuigingen.
6. Gestalts perspectief:
GEHEEL, je neemt geen aparte onderdelen waar maar een geheel.
7. Systeem perspectief:
Richt zich op sociale invloeden op gedrag en mentale processen.
,KENNISLIJN EMOTIES / EMPATHIE:
Doel: Je weet welke functies emoties hebben en wat het belang is van empathie in contact.
Begrippen:
- Onderscheid tussen primaire en secundaire emoties volgens Frijda
- Componententheorie volgens Frijda
- Tweefactortheorie van emotie
- Fysiologische arousal
- James-Lange theorie
- Canon-Bard theorie
- Somatische markers (Damasio)
- Basisemoties volgens Ekman
- Emotieregulatie (Hulsbergen)
- Zelfdeterminatietheorie
- Empathie en empathische luisterhouding volgens Rogers
- Lichamelijke synchronisatie (Frans de Waal)
- Spiegelneuronen
- Empathie als basis van de therapeutische relatie
- Holding
- Empathiemoeheid
Primaire basis emoties (7!): Secundaire emoties:
1. Verdriet - Alle andere emoties die jij ervaart.
2. Verrast (gepaard met overtuigingen/ gedachtes)
3. Geluk
4. Angst
5. Afkeer
6. Minachting
7. Boos
Nico Frijda: emotie expert, emoties bestaan uit 4 componenten.
1. Fysiologisch arousal
Lichamelijke sensatie die je voelt. (klamme handjes, hartkloppingen)
2. Cognitieve interpretatie
Je gedachtes over de situatie. (‘Shit, deze lift is eng’)
3. Subjectieve gevoelens
Hoe beleef ik het persoonlijk.
4. Gedragsmatige expressie
Welke gezichtsuitdrukking / gedrag vertoon ik?
3 verschillende theorieën die emoties verklaren:
1. Tweefactor theorie Schachter & Singer
2. James Lange theorie
3. Canon Bard theorie
, 2 FACTOR THEORIE:
- Verschillende emoties kunnen uit dezelfde lichamelijke reactie ontstaan.
(Vlak voor een presentatie heb je een vlinderachtig gevoel in je buik zenuwen.
Als je langs een knap/ leuk iemand loopt heb je een vlinderachtig gevoel in je buik
verliefd)
JAMES LANGE THEORIE:
- Er kan geen emotie ontstaan zonder lichamelijk gevoel
DUS:
stimulus fysiologisch arousal/ reactie ervaart emotie
(slang) (hartkloppingen, klamme (angst)
handjes)
CANON BARD THEORIE:
- Overtuigingen en gedachtes spelen een rol bij emoties
DUS:
Stimulus cognitieve interpretatie/ gedachtes ervaart emotie
(slang) (shit, slang is dood eng) (angst)
Emotie regulatie/ HULSBERGEN theorie:
- Herken dat je emoties voelt
- Wordt bewust van jouw emoties
- Kies voor het constructief reageren op deze emotie
Zelfdeterminatie theorie:
Je hebt 3 belangrijke basisbehoeften:
1. Behoefte aan verbondenheid (relaties aangaan)
2. Behoefte aan competentie (je wilt voelen dat je iets kan)
3. Behoefte aan autonomie (zelf in vrijheid onze keuzes kunnen maken)
Empathie: Je verplaatsen in de belevingswereld van een ander.
Holding: Je zorgt ervoor dat jouw cliënt zich niet verliest in zijn emoties. Je bied holding.
Gevoelsreflectie: Geeft woorden aan gevoel.
VERSCHIL EMPATHIE EN SYMPATHIE:
Empathie is voelen met mensen mee + verbinden.
Sympathie is afstand bewaren + het goed willen praten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisatenger01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.