100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting thema's maatschappijleer havo hoofdstuk 1 $4.75   Add to cart

Summary

samenvatting thema's maatschappijleer havo hoofdstuk 1

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level

goede en duidelijke samenvatting. Hierin staat alle info die jij nodig hebt voor het maken van je SE, je gaat gegarandeerd een goed cijfer halen met deze samenvatting.

Preview 2 out of 5  pages

  • October 14, 2022
  • 5
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Maatschappijleer hoofdstuk 1.1
Overal waar mensen met elkaar te maken hebben bestaan regels. We spreken van een
maatschappelijk probleem als:
- Het gevolgen heeft voor grote groepen
- Mensen tegengestelde opvattingen hebben over de oorzaak
- Veel aandacht krijgt in de media
- Het alleen maatschappelijk kan worden opgelost
Er moet rekening worden gehouden met tegengestelde belangen (2) en tegengestelde normen en
waarden: politieke visie, geloofs- of levensovertuiging, maatschappelijke positie.

Dilemma  een lastige keuze uit 2 dingen die allebei voordelen en nadelen hebben. de 4 thema’s:
- Rechtstaat; in Nederland zijn alle burgers en de overheid gebonden aan de regels van de
wet.
- Parlementaire democratie; de bevolking beslist mee over wetten en regels.
- Pluriforme samenleving; bevolking die bestaat uit mensen met verschillende leefwijzen en
culturele achtergronden.
- Verzorgingsstaat; de overheid zorgt voor de burgers (goed onderwijs, gezondheidszorg etc.)

Maatschappijleer hoofdstuk 1.2
Waarde een uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.
Normen regels over hoe je je op grond van een bepaalde waarden behoort te gedragen.
Een norm is een sociale verplichting die je word opgelegd door je omgeving (niet voordingen). Als je
volgens de normen gedraagt word je beloont, aardig gevonden enzovoort, doe je dat niet word er
wat van gezegd. We noemen dit sociale controle. Normen kun je verdelen in geschreven en
ongeschreven regels. Geschreven regels zijn de wetten. De ongeschreven regels zijn niet vastgelegd.
Een belang  het voordeel dat iemand ergens bij heeft. Macht het vermogen om gedrag of
denken van anderen te beïnvloeden. Formele macht is macht die is vastgelegd in regels of wetten.
Informele macht is de macht die niet is vastgelegd. Machtsmiddelen zijn middelen waarmee je het
gedrag van anderen kunt beïnvloeden. Bijvoorbeeld; kennis, spierkracht, medestanders etc.
Sociale ongelijkheid in de maatschappij:
- Maatschappelijke kansen: ouderen mensen, nieuwkomers vinden moeilijker een baan.
- Inkomen: inkomens verschillen omdat het ene werk beter word betaald dan het andere, ook
zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen.
- Politieke macht: wie lid is van een politieke partij of een politici persoonlijk kent, kan meer
invloed uitoefenen dan anderen.
Sociale cohesie is hoe sterk mensen zich verbonden met elkaar voelen. In een dorp is een sociale
cohesie vaak sterker dan in de stad. Discriminatie en racisme is slecht voor de cohesie want dat drijft
mensen uit elkaar en er worden dan groepen gevormd.

Maatschappijleer hoofdstuk 1.3
Nagaan of informatie betrouwbaar is:
- Komt de informatie van een betrouwbare bron?
- Is er duidelijk onderscheid tussen feite en meningen?
- Word het onderwerp van verschillende kanten bekeken?
Feiten zijn objectief en meningen zijn subjectief. Het is belangrijk dat bij een nieuwsbericht hoor en
wederhoor is toegepast. Dit betekent dat verschillende betrokkenen zijn gehoord. Communicatie is
het doorgeven van informatie, daarbij is er spraken van een zender en een ontvanger, tussen die
partijen kan er wat fout gaan dat noemen we communicatie ruis. Bij manipulatie worden er feiten
opzettelijk verdraaid of weggelaten vaak zonder dat de ontvanger hier van weet. Bij propaganda
word bewust eenzijdige informatie gegeven met als doel dat de mening van mensen te beïnvloeden.
De meest extreme vorm van propaganda is indoctrinatie, waarbij mensen langdurig en dwingend

, eenzijdige opvattingen krijgen opgedrongen met de bedoeling dat zij deze opvatting kritisch
overnemen.
Hoe je kijkt en oordeelt, heeft te maken met je referentiekader: alles wat je bezit aan kennis,
ervaringen, normen, waarden en gewoonten. Selectieve waarneming: iemand ziet alleen wat hij of
zij wil zien. Stereotypen-> een vaststaand beeld van een hele groep mensen. Het kan gaan over een
groep uit een bepaalde wijk of dikke Duitsers enzovoort. Er ontstaan dan ook makkelijk oordelen 
je oordeelt over iets of iemand zonder dat je die persoon kent.


Maatschappijleer hoofdstuk 2.1
Vaak komen normen en gedragsregels voor uit geloof, tradities en gewoonten. Rechtsnormen zijn
gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd. Wat voeger normaal was, kunnen we nu
raar vinden daarom veranderen de wetten met de tijd mee. Om onrechtvaardigheden te voorkomen
is er een rechtstaat een staat waarin burgers door de grondrechten worden bescherm tegen
machtsmisbruik en willekeur van de overheid.

In 1789 had de Franse revolutie met veel geweld een einde gemaakt aan de absolute monarchie, de
regeringsvorm waarbij de koning alle macht heeft. Burgers kwamen in opstand tegen de koning die in
z’n eentje de regels en wetten maakte. Hetzelfde jaar werd er een wet opgesteld de zorgde dat
iedereen gelijk was. Tegenwoordig hebben veel landen een grondwet waarin staat wat de
grondrechten zijn en hoe het land geregeerd moet worden. In 1848 werd door toedoen van
staatsman Thorbecke de macht van de koning grondwettelijk aan banden gelegd en kregen gekozen
volksvertegenwoordigers meer invloed. Pas in 1917 kregen alle volwassen mannen kiesrecht, pas 2
jaar later ook de vrouwen. In een dictatuur bepaalt 1 machthebber of 1 partij de regels.

In een rechtstaat hebben je rechten (dat gene waar je recht op hebt) en plichten (datgene wat je
moet doen) deze rechten en plichten gelden voor burgers en de overheid. Zo hebben alle jongeren
leerplicht en de overheid plicht om te zorgen voor goed onderwijs. Je hebt verschillende
rechtsgebieden, met als belangrijkste onderscheid het verschil tussen publiek en privaatrecht.
Publiekrecht: regelt de inrichting van de staat en de relatie tussen burger en overheid.
- Staatrecht, bevat alle regels over de inrichting van de nederlandse staat.
- Bestuursrecht, regelt de verhouding tussen burger en overheid.(wie huis wilt bouwen moet
daarvoor een vergunning aanvragen)
- Strafrecht, bestaat uit alle wettelijke regels die aangeven welk gedrag strafbaar is.
Privaatrecht: regelt de betrekking tussen burgers onderling, zorgt ervoor dat burgers elkaar
rechtvaardig behandelen.
- Personen- en familierecht, dat zaken regelt als het huwelijk, echtscheiding, geboorte enz.
- Ondernemingsrecht, bepaalt onder welke voorwaarden je een bedrijf of vereniging mag
oprichten.
- Vermogensrecht, omvat alle zaken die te maken hebben met iemands vermogen.(sluiten van
een koop-, huur- of arbeidsovereenkomst, nalatenschap)

Maatschappijleer hoofdstuk 2.2
Het doel van de rechtsstaat is om te zorgen voor de veiligheid van burgers; ze beschermen tegen de
macht van de overheid en ervoor zorgen dat burgers gelijk worden behandeld en in vrijheid kunnen
leven. Deze doelen zijn uitgewerkt in grondbeginselen:
- Er is spraken van verdeling van de macht
- De grondrechten zijn vastgelegd in de grondwet.
- Door legaliteitsbeginsel mag de overheid alleen beperkingen opleggen aan de vrijheid van
burgers als die beperkingen in wetten zijn vastgelegd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller indyy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85443 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.75
  • (0)
  Add to cart