Geschiedenis hoofdstuk 7 kenmerkende aspecten
rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse
verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
geschiedenis hoofdstuk 7.1
in 1772 hebben Diderot en ‘dalembert een encyclopedie gemaakt. In de 18 e eeuw zeiden
ontwikkelde mensen dat kennis en verstand de mensheid van de duisternis naar het licht konden
komen. Het de duisternis werd onwetendheid, domheid en intolerantie bedoeld. Met licht werd
kennis, inzicht en verdraagzaamheid bedoeld. Rationalisme en kennis zouden de wereld beter
maken, zo werd op de wetenschappelijke revolutie uit de 17 e eeuw in de 18e eeuw voortgebouwd
door een revolutie in het denken die de verlichting werd genoemd. In de westerse wereld raakte de
verlichting in de mode, rijke dames lieten schrijvers, filosofen en andere verlichte denkers komen om
te discussiëren. Er ontstonden verenigingen om ideeën uit te wisselen.
Verlichte denkers vonden dat alle religies gelijke rechten moesten hebben, er was namelijk niet te
bewijzen dat het ene geloof gelijk had. De Franse schrijver Voltaire was fel tegen de godsdiensten en
bijgeloven, vooral de katholieken kerk liet volgends hem mensen geloven in onzin. Voltaire was een
deïst, hij geloofde dat God de wereld had gemaakt maar zich er niet mee bemoeide. Sommige
verlichte denkers waren atheïst, ze geloofde niet in een God.
In de 18e eeuw hadden adel en geestelijkheid allerlei voorrechten, Voltaire vond dat prima. Slechts
10 procent wilde mee zelf nadenken, de rest kon zich beter laten leiden door de kerk of hun adellijke
heer. De Frans-Zwitserse schrijver Jean Jacques Rousseau schreef dat alle mensen gelijk waren. Alle
mensen werden geboren met verstand en moesten dus gelijke rechten hebben, sommige vonden
zelfs dat mannen en vrouwen gelijke rechten moesten krijgen. De Engelsman John Lock stelde dat de
koningen en regering hun macht niet van God kregen maar van de burgers, daarom moest de
overheid ook niet boven de wet gaan staan. Hij wilde een rechtstaat waarin rechten en plichten van
burgers en overheid zijn vastgelegd in de wet. Rousseau dacht dat de hoogste gezag in de staat, de
soevereiniteit, afkomstig was van het volk. De regering, parlement en rechters moesten gezag
uitoefenen in naam van het volk(volkssoevereiniteit). Montesquieu legde in zijn boek uit dat de
wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht van elkaar gescheiden moesten worden(trias
politica).
Volgens Smith is er voor mensen ruimte om hun eigen belagen na te streven, gebeurd via vraag en
aanbod. Smith was tegen het mercantilisme omdat dat vraag en aanbod verstoorde, de overheid
moest eerlijke spelregels zorgen maar verder niet te veel bemoeien.
Geschiedenis hoofdstuk 7.2
In 1734 publiceerde Voltaire een boek waarin hij de constitutionele monarchie van Groot-Brittannië
prees. De Franse overheid vatte dit op als kritiek en liet het boek in het openbaar verbranden. Om
aan een arrestatie te ontkomen trok hij zich terug op een kasteel, waar hij de liefde bedreef met de
echtgenote van zijn gastheer. Frankrijk was het land van de verlichting maar ook land van onvrijheid.
Veel boeken waren verboden. Het bestuur voor een democratische revolutie wordt het ancien
régime genoemd. De sociale verhoudingen in Frankrijk waren nadelig voor een groot deel van de
bevolking, in de standenmaatschappij hadden adel en de geestelijke allerlei voorrechten, ze hoefde
geen hoge belasting te betalen. Ze hadden een lux leven met veel feesten. De bourgeoisie, rijke
burgerij die welvaart dankte aan de handel en nijverheid, hadden ook niks te zeggen. De arbeiders in
de steden hadden het zwaar, de lonen stegen maar de prijzen stegen harder. Frederik de Grote ,
koning van de Pruisen zag zich zelf niet las dienaar van God maar als eerste dienaar van de staat, hij
stond godsdienst en persvrijheid toe en verbood martelen, voor de verlichting was dit een middel om
de waarheid te krijgen. Frederik kon begrijpen dat verdachten ten onrechte konden worden
veroordeeld door de pijn. Op het Pruisische platteland hadden de junker (edelen) bijna absolute
macht over de boeren, die mochten het land zonder toestemming niet verlaten. Frederik liet dit zo
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller indyy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.