100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen Europees Recht $4.85   Add to cart

Class notes

Aantekeningen Europees Recht

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn de aantekeningen van het vak Inleiding publiek recht, onderdeel Europees recht.

Preview 2 out of 7  pages

  • October 15, 2022
  • 7
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Meneer van keeken
  • All classes
avatar-seller
Vak Inleiding publiekrecht
Europees recht
Aantekeningen college 12 (05-10-2022)
Europees recht (college 1)
Verenigde Naties: 180 landen die samenwerken voor wereldvrede.
Benelux: Nederland, België en Luxemburg.
EGKS: Europese Gemeenschap voor kolen en staal. > voorloper van de huidige Europese
Unie.
Uit de EGKS zeiden ze landen kunnen goed samenwerken, zullen we op meer terreinen gaan
samenwerken > EEG: Europese Economische Gemeenschap. > EG: Europese Gemeenschap,
werd in 2009 Europese Unie.
De samenwerking in de EU gaat veel verder dan de economische samenwerking.
3 soorten organisaties:
 Intergouvernementele organisaties
 Er staat niks boven de eigen staat.
 Behoud volledige soevereiniteit
 Staten beslissen zelf of ze worden gebonden bij het verdrag
 Er moet unanimiteit zijn.
 Supranationale organisaties
 De EU-instellingen staan boven de staten
 Deel soevereiniteit overgedragen
 Staten kunnen overstemd worden: EU-wetgeving gemaakt door
meerderheidsbesluiten.
 NGO: Non-gouvernementele organisaties
Dualisme en monisme
Dualisme: zit er een onderscheid tussen de nationale regels en de internationale regels. Italië
heeft een dualistisch stelsel. Er wordt een regel gemaakt, maar komt niet in de wet van
Italië, maar de regel wordt omgezet in een nationale wet.
Monisme: verdragen maken automatisch deel uit van het nationaal recht. In Nederland staat
dat in 93 en 94 Grondwet.
EVRM: Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
Het EVRM is wel toepasbaar in Italië, als ze daar een wet voor hebben gemaakt.
Uitgangspunten internationaal recht:

,  Elke erkende staat heeft staatssoevereiniteit= de staat bepaalt zelf of het gebonden
wordt aan bepaalde regels; de nationale instellingen zijn de hoogste instellingen die
er zijn.
 Alle staten zijn gelijk
 Algemene rechtsbeginselen
Goede trouw, redelijkheid en billijkheid, aansprakelijkheid bij schending rechtsplicht
 Internationaal gedeelde opvattingen:
Verbod van agressie, discriminatie, piraterij en genocide.
Verdragen
 Staten onderling spreken rechten en verplichtingen af ten opzichte van elkaar en
leggen dat vast in een verdrag
 Staten spreken rechten en verplichtingen af die gelden voor de burgers van die
staten
 Bij een verdrag wordt een internationale organisatie in het leven geroepen
Voorbeeld van een verdrag
Verdrag: Handvest van de verenigde naties 193 lidstaten
Doel: handhaven internationale vrede en veiligheid
 Instelling: Algemene vergadering > kan leiden tot resolutie.
Instelling: veiligheidsraad
 Belangrijke rol bij internationale conflicten. 15 leden: 5 permanente leden: VS. VK
China, Rusland en Frankrijk > hebben vetorecht.
Leden VN verplicht zich te houden aan besluiten van Veiligheidsraad.
 Instelling: Internationaal Gerechtshof in Den Haag
Voorbeeld: Raad van Europa 47 lidstaten
Doel: Democratische erfgoed beschermen
- Door > Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden (EVRM)
 Rechterlijk orgaan van de Raad van Europa
- Europees Hof van de Rechten van de Mens
- Bindende uitspraken over toepassing EVRM
- Burger/groep burgers/klacht/organisatie/lidstaat klacht indien bij Europees Hof.
Doel EU: instellen van een interne markt
 1 markt in plaats van 27 verschillende markten met eigen regels.
 Op die interne markt hebben de bedrijven en burgers 4 vrijheden:
1. Vrij verkeer van goederen
2. Vrij verkeer van personen: werknemers en vestiging bedrijven
3. Vrij verkeer van diensten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eva09vonk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77764 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.85
  • (0)
  Add to cart