Menselijk leven verloopt volgens vaste regelmaat: stadia in het leven
Voor elk stadium een eigenheid:
o Kindertijd: zwakte
o Puberteit: onstuimigheid
Globaal gezien is de kindertijd heel belangrijk:
Investeren in kinderen en jeugd was zinvol omwille van toekomstige belang van kinderen
en jongeren voor maatschappij
Kinderen vormen dus samenleving van morgen
1.2.2 De middeleeuwen (500-1500)
Dubbelzinnige houding tegenover kind:
Kind = geschenk van God
Kind = erfzonde van Adam en Eva
Geen beschermde kindertijd
Kind = miniatuurvolwassene
Kind werd als volwassene behandeld: extra werkkracht
Er werd weinig emotioneel geïnvesteerd in het kind
Uitzondering: ERASMUS
o Belang voor liefdevolle bejegening
o Belang voor degelijk onderwijs
o Goeie band tussen LK en LL is belangrijk
, o Imitatie is erg belangrijk bij taalverwerving
o Achterstand in geval kind thuis taal niet aangeleerd krijgt
1.2.3 De verlichting (1600-1700)
Wat
Afnemend belang van absolute, religieuze denkbeelden
Geloof in de maakbaarheid vd samenleving vanuit rationele denken doet zijn intrede
Filosofische benadering blijft belangrijk
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)
o Kind heeft van nature een goede inborst
o Zo min mogelijk van buitenaf verstoren
o Kennis via interactie met omgeving
o Ouders moeten kind kansen bieden om natuurlijke mogelijkheden te ontplooien
John Locke (1632-1704)
o Kind = tabuala rasa (blanco blad)
o Belangrijke taak ouders: opvoeding en ervaringen bijbrengen
o Onredelijk kind aan banden leggen (= vrijheid beperken, zorgen dat het niet
uitbreidt)
Sociogenese van de kindertijd
= kindertijd wordt ontdekt als een belangrijke aparte periode in de ontwikkeling die een
welbepaalde benadering vraagt
1.2.4 De moderne tijd (2e helft vd 18e eeuw)
Charles Darwin
Biologische evolutieleer: mens is ontwikkelt/geëvolueerd uit andere diersoorten:
scheppingsverhaal is dus niet waar volgens hem
Survival of the fittest
Sterke interesse in ontwikkeling van de mens als soort
Observaties op zoon: op welke leeftijd gebeurt wat?
Voor het eerste accuraat en systematisch in kaart brengen van ontwikkelingsstappen
Babybiografieën
NIET wetenschappelijk want: casestudies door eigen vader
Structuur en mechanismen proberen te ontdekken in ontwikkeling van een kind
Recapitulatiehypothese van bioloog Ernst Haeckel
‘de ontogenese is een recapitulatie van de fylogenese’ (ontogenese = ontwikkeling van individu)
de ontwikkeling van iedere individuele mens is een herhaling of recapitulatie van de ontwikkeling
doorheen duizenden jaren van primitieve naar ingewikkeldere levensvormen
Genetische psychologie
Psychologische groei is sterk parallel aan biologische groei
Biologische mechanismen zijn sturend voor psychologische ontwikkeling
1.2.5 De recentere geschiedenis: van het fin du siècle naar het nieuwe millennium
Begin 1900: kinderen werkten fulltime in de mijnen
Wetenschappelijke ontwikkelingspsychologie
Nieuwe wetenschappelijke onderzoeksmethodes en nieuwe theorieën
Alfred Binet
o Normeringsprincipe: wat is de norm om een kind intelligent te noemen?
grondlegger van latere IQ-test
, Stern
o Cross-sectioneel onderzoek: op 1 moment groep van zelfde leeftijd
onderzoeken/bestuderen om bepaalde patronen te ontdekken
Hall
o Vragenlijsten van grote groepen kinderen om zicht te krijgen op attitudes,
interesses, gedragingen. Op zoek naar relaties tussen persoonlijkheidskenmerken,
aanpassingsproblemen en vroegere ervaringen
Verwetenschappelijking
Biologische kijk maakt plaats voor andere invalshoeken
20ste eeuw: er verschenen ook een aantal toonaangevende theorieën vanuit verschillende
invalshoek
De biologische kijk op ontwikkeling verschuift naar de achtergrond
Er is ook aandacht voor levensfasen nà kindertijd en jeugd
Volwassenheid en ouderdom zijn nu ook in het vizier
ontwikkelingspsychologie als wetenschappelijk VAKGEBIED
1.2.6 Een stand van zaken en blik in de toekomst
Ontwikkelingspsychologie evolueert nog steeds
Er is GEEN overkoepelende theorie, er zijn veel verschillende theorieën
Er is nood aan samenwerking met andere disciplines: neurowetenschap, genetica, sociologie
Belangrijke wetenschap:
Kennis voor opvoeding en onderwijs
Kennis voor afwijkende ontwikkelingen
Kennis voor preventie
1.3 Hoekstenen: basisbegrippen en -inzichten in de psychologie
1.3.1 Beschrijven versus verklaren
Ontwikkelingspsychologie wil:
Méér dan beschrijven wat men op dat moment ziet
Werkzame processen en mechanismen verklaren
Komen tot predictie van ontwikkelingsfenomenen
1.3.2 Nomothetische versus idiografische invalshoek
Nomothetisch
(wet-stelling)
Observatie van grote groep mensen wetmatigheden
Idiografisch
(eigene-beschrijven)
Beschrijven van individu mechanismen
1.3.3 Differentiatie, integratie en organisatie
, Ontwikkeling verloopt via processen van:
Differentiatie
o Verfijning van capaciteiten
Vb. ongecontroleerde handbeweging grijpen pincetgreep
Integratie
o Samenwerking van verschillende domeinen van functioneren
Vb. oog-hand coördinatie = visus + motoriek
Organisatie
o Complexere gedragsvormen
Vb. tennis = lopen + zien + grijpen
Het is niet enkel in de richting van grotere complexiteit (vb. achteruitgang van motoriek)
1.3.4 Structuur versus functie
Je kan aandacht hebben voor:
Structuur = waaruit iets bestaat
o Vb. ontwikkeling visuele structuren
Functie = de werking
o Vb. de werking van het gezichtsvermogen
Beide aspecten hebben invloed op elkaar! Ze staan in wisselwerking.
1.3.5 Nature versus nurture
Belangrijke controverse!
Iedereen is anders, waarmee heeft het te maken?
Nature = ontwikkelingsverloop wordt aangestuurd vanuit de aard, natuur van individu
Nurture = ontwikkelingsverloop wordt aangestuurd vanuit de ‘voeding’ die de omgeving
biedt
Intelligentie = erfelijk?
tweeling- en adoptieonderzoek:
Monozygote tweeling
Dizygote tweeling
Kritiek: samen opvoeden = identieke omgevingsinvloeden?
Het is een interactioneel model
1.3.6 Continue versus discontinue kijk op ontwikkeling
Continu = ontwikkeling verloopt gestaag en geleidelijk in een continu opbouwende lijn
Nieuwe vaardigheid bouwt voort op vorige
Verschillende ontwikkelingsdomeinen ontwikkelen niet synchroon
Discontinu = ontwikkeling verloopt in springen met soms abrupte veranderingen
Geheel nieuwe gedragsvaardigheden
Stadia, fasen, kritische periodes, overgangsperiodes
Er is geen eenduidigheid.
Kwantitatieve ontwikkeling = toename van aantal woorden op vlak van taalontwikkeling
Kwalitatieve ontwikkeling = hoe is het taalgebruik?
ONOMKEERBAAR:
Vaste volgorde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkedewaele2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.88. You're not tied to anything after your purchase.