100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van de politie $5.38   Add to cart

Summary

Samenvatting Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van de politie

 103 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting omvat notities uit alle lessen van Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van de politie gegeven door prof. Dirk van Daele, gedurende het academiejaar . De samenvatting bevat ook samenvattingen van de belangrijkste teksten uit de reader. Ook deze zijn te kennen voor het examen.

Preview 4 out of 130  pages

  • October 15, 2022
  • 130
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
JURIDISCHE EN GEDRAGSWETENSCHAPPELIJKE
ASPECTEN VAN POLITIE – ACADEMIEJAAR 2021-2022
Prof.dr. Dirk Van Daele

INLEIDING: DE POLITIEFUNCTIE, HET POLITIEBESTEL EN HET
POLITIERECHT
(1) Politiefunctie
- Begrip vraagt zich af: waarom hebben wij politie?
- Houdt de taken/functies v/d politie in
-  Gaat over de manier waarop de politie moet functioneren om haar taken uit te
oefenen
- Gaat over institutionele functie met het oog op de bescherming v/d
maatschappelijke orde enerzijds, anderzijds met het oog op het mogelijk maken v/d
uitoefening v/d fundamentele rechten (grondrechten/mensenrechten); om deze
uitoefening mogelijk te maken moet de politie voorkomen dat de maatschappelijk
orde verstoord wordt, en als er toch een verstoring v/d orde is moet ze optreden om
deze verstoring te herstellen naar orde
o  Institutionele functies:
 Het gaat om instellingen:
 Een politieapparaat (= structuur) en
 Politieoverheden

o Art. 1 WPA (wet op het politieambt)
 Al. 2: bij het vervullen van de opdrachten v/d politie waken de
politiediensten over de naleving en dragen zij bij tot de bescherming
v/d rechten en vrijheden evenals tot de democratische ontwikkeling
van de maatschappij
o Art 123 WGP (wet tot organisatie tot een geïntegreerde politiedienst gestructureerd
op 2 niveaus: lokaal en federaal)
 Politie moet bijdragen aan bescherming v/d medeburgers, bijstand
verlenen aan mensen in nood, moeten wet naleven, behoudt OO
verzekeren en bewaken v/d rechten en vrijheden v/d mens

- Functies politie onthouden d.m.v. RORON:
o Raadgevende functie: burger bijstaan met oog op het voorkomen van
slachtofferschap
o Ontradende functie: proberen mogelijke verstoorders v/d openbare orde te
ontraden zodat ze het niet gaan doen, preventie
o Regulerende functie: er is al een probleem (bv. een hot spot), politie treedt
hier dan op
o Onderzoekende functie: politie die kennis krijgt van een (mogelijk) strafbaar
feit moet dat onderzoeken: huiszoekingen, verhoringen, telefoontje
afluisteren, … te weten komen wat er is gebeurd, hoe het is gebeurd en wie
erbij betrokken is


1

, o Nazorg: politie moet nazorg kunnen geven aan slachtoffers en eventuele
andere betrokkenen, of ze moeten je minstens kunnen doorverwijzen naar
gespecialiseerde diensten

- Plaats v/d politie in de staat
o De politie heeft in vredestijd het geweldsmonopolie
o De politie is de ENIGE in ons land die dit heeft
o De politie heeft dus een bijzonder machtige status
 Wie voert er dan controle uit op de politie?
  Politieoverheden

 Politie heeft dus 3 grote opdrachten
o Bestuurlijke politieopdrachten (OO)  bestuurlijke politieoverheden
o Opdrachten van gerechtelijke politie (misdrijven)  gerechtelijke politieoverheden
o Het verlenen van de sterke arm  politie kan meegaan ter ondersteuning
omdat zij als enige over het geweldsmonopolie beschikken


(2) Politiebestel
- Het politieapparaat
o Reguliere politiediensten:
 Gemeentepolitie
 Rijkswacht
 Gerechtelijke politie
 Lokale politie
 Federale politie
o Tot 1998 waren er ook ‘bijzondere politiediensten’ (betrekking op verkeer)
 Spoorwegpolitie
 Zeevaartpolitie
 Luchtvaartpolitie
 Hadden allemaal maar een beperkte, bijzonder taak
 Afgeschaft ondertussen; deze politietaken worden nog steeds vervuld
maar nu vnl. door de federale politie
o We hebben wel inspectiediensten:
 Overheid is meer en meer regelgevend gaan optreden
 Na WO II was er enorme toename van regels
 De overheid had (en nog steeds) om in die wetten ook misbreuken te
creëren  strafrecht is dus enorm gegroeid
 2 problemen:
 De regels zijn zo complex en technisch dat je niet van een
normale politieambtenaar en magistraat kan verwachten dat
ze daar alles van kennen
 Niet genoeg politie voor al die regels
 Daarom: inspectiediensten  toezicht uitoefenen op een bepaald
domein (milieu-inspectie, medische inspectie, arbeidsinspectie, …)



2

, - Art 3 WPA:
o Beschrijving v/e politieambtenaar
o Beschrijving politieoverheid

 Zeggenschap: verhouding tussen politie en politieoverheid:
- Politie doet wat de politieoverheid hen oplegt
- 3 componenten:
o Gezag
 Wie beslist over de daadwerkelijke inzet v/d politie in een concreet
geval
o Beleid
 Prioriteiten: waar geven we voorrang aan  wat is ons beleid? De
overheden bepalen dit met elkaar
o Beheer
 Kwesties die vaak financieel van aard zijn, korps voorzien van
middelen, kijken waar men best kan in investeren


(3) Politierecht
- Combinatie van heel diverse rechtstakken; geen specifiek politierecht
o Strafrecht, arbeidsrecht, sociaal recht, fiscaal recht, …




3

, DEEL I. DE HISTORISCHE ACHTERGRONDEN VAN HET HUIDIGE BELGISCHE
POLITIEBESTEL
Hoofdstuk 1 t.e.m. 4 staan niet in de bundel, enkel in les

HOOFDSTUK I. DE PERIODE VÓÓR DE BELGISCHE ONAFHANKELIJKHEID

I.1. De Franse oorsprong van de “Belgische” politie
- Frankrijk in loop v/d 17e en 18e eeuw  dubbele beweging
o Een beweging op centraal niveau (de Franse staat)
 In 1720: men creëerde een Nationale Maré Chaussée
 Startpunt v/d moderne politie
 In 1789 was de Franse revolutie
 Wouden politiebestel hervormen
 Ze creëerden een Gendarmerie National
 = Nationaal korps, bevoegd voor heel Frankrijk, ook in de
steden
 = Militair korps, was deel v/h leger
 Hebben dubbele opdracht
o Bestuurlijk taken
o Gerechtelijke taken

o Een beweging op lokaal niveau (de grote steden in Frankrijk)
 Ontstaan een lokaal politiekorps per stad (eerst Parijs, dan andere
steden)  ontstond vóór centraal niveau
 In de steden hebben ze een gemeentepolitie
 Ze stellen hier commissarissen van politie aan
 Op het platteland hebben we een landelijke politie
 Veldwachters

 Rode draad: de verhouding tussen het centrale en lokale niveau in de politieorganisatie
(examenvraag)

- In 1795 worden onze Belgische gebieden ingelijfd bij Frankrijk (wij worden deel van
Frankrijk)  dus: wij krijgen dat Franse systeem ook; wij hadden toen dus het Franse
politie bestel
- In 1796 de Fransen richten een ‘ministerie voor algemene politie van Frankrijk’
o Waarom?
 1) Dat was een woelige periode dus men had een krachtige politie
nodig
 2) De Fransen vonden toen dat het ministerie van binnenlandse zaken
niet machtig/krachtig genoeg was om die job te doen
o Minister van politie (=centraal niveau)  taak: ordehandhaving
- In 1799: de staatsgreep door Napoleon  vestigt de Napoleontische dictatuur
o ‘Foucher’ (minister van politie – centraal niveau)) zorgt ervoor dat de
slaagkansen v/d politie sterk omhooggaan  gevaarlijke man
o Hij wou ook de macht hebben over het lokaal niveau



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marjoleinvanbesien. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.38  2x  sold
  • (0)
  Add to cart