M1 – H1 The nature & process of social research ............................................................................................ 2
H2 Social research strategies: quantative & qualitative research .................................................................... 3
H3 Research designs ....................................................................................................................................... 7
M5 – H16 The nature of qualitative research ................................................................................................ 13
M6 – H7 The nature of quantitative research ............................................................................................... 16
M7 – H8 Sampling in quantitative research .................................................................................................. 24
M17 Ethische & politieke kwesties in onderzoek .......................................................................................... 53
M18 Het overbruggen van het onderscheid tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek ........................... 55
1
,M1 – H1 The nature & process of social research
Social research: academisch onderzoek uitgevoerd door sociale wetenschappers van een breed scala
aan disciplines; sociologie, antropologie, human geography, politieke wetenschappen en
criminologie.
• Kan gemotiveerd worden door ontwikkelingen en veranderingen in de maatschappij.
Research methods: is a tool that a researcher uses to explore an area of interest by gathering
information (data) that they then analyse.
• Methodology refers to the overall approach being taken in the research project and the
reasoning behind your choices of this approach and the methods involved.
Theory is a group of ideas that aims to explain something, in this case the social world.
Bij kwalitatief onderzoek: hypothese formuleren à testen.
Bij kwantitatief onderzoek: onderzoeksvraag formuleren à onderzoeken/uitvragen.
Framework onderzoeksrapport
Introduction This outlines the research area and its
significance
Literature review This sets out what is already known about the
research area and examines it critically
Research methods The researcher presents the research methods
they used (sampling strategy, methods of data
collection, methods of data analysis) and
justifies the choice of methods.
Results The researcher presents their findings
Discussion This examines the implications of the findings in
relation to the literature and the research
questions
Conclusion This emphasizes the significance of the research
2
,H2 Social research strategies: quantative & qualitative research
1. Filosofische uitgangspunten
Ontologie (zijnsleer à vakgebied (geen benadering!)):
• Wat is de fundamentele aard van de werkelijkheid? Hoe zit de (sociale) werkelijkheid in
elkaar? Wat zijn de eigenschappen van ‘het zijn’?
2 stromingen (centrale tegenstelling):
• Objectivisme à de werkelijkheid is extern/onafhankelijk aan de (sociale) actoren.
• Constructivisme à of het kan en moet worden beschouwd als sociale constructies (…) die
zijn opgebouwd uit de percepties en acties van sociale actoren
Epistemologie (kennisleer à vakgebied (geen benadering!)):
• Hoe kunnen we de wereld om ons heen kennen? Wat kunnen wij weten? Wat is de
oorsprong, aard en reikwijdte van onze kennis? Hoe komen wij tot aanvaardbare kennis?
Kortom: how to obtain knowlodge of the social world?
Popper: “Objective knowledge. An evolutionary approach” (1972)
Popper’s visie sluit aan bij objectivisme:
Theorieën zijn met elkaar te vergelijken. We kunnen dichter bij de waarheid komen door ze te
toetsen aan de ‘harde feiten’ en onjuiste theorieën weg te gooien.
à
Realisme: we kunnen kennis vergaren over “de waarheid”, een wetenschappelijke theorie beschrijf
(min of meer) de “de werkelijkheid”.
Maar wel inductie-probleem à oplossing - falsificatie:
• We hebben niet zo veel aan een bevestigende observatie (“ik zag vandaag weer een witte
zwaan”), maar wel aan een weerlegging (“ik zie nu een zwarte zwaan”).
• Je kan niet 100% bevestiging/zekerheid krijgen van een theorie, maar wel van een
weerlegging/tegenspraak!
Kuhn: “The structure of scientific revoltutions” (1962)
Kuhn’s visie sluit aan bij constructivisme:
Het ene paradigma is niet beter dan het andere. Ze zijn incommensurable (onverenigbaar,
“incompatible”). Een paradigma-wisseling brengt ons niet dichter bij “de waarheid”.
Gaat niet om feiten, maar om perspectiefwisseling.
“the competetition between paradigms is not the sort of battle than can be resolved by proofs” (Kuhn)
3
, 2. Begrijpen en verklaren: positivistische en interpretatieve sociale wetenschap
Er is geen overeenstemming over ontologische en epistemologische veronderstellingen, en dus geen
eenduidige visie op hoe onderzoek gedaan kan en moet worden.
Twee ideaaltypische benaderingen om kennis over de sociale werkelijkheid te vergaren:
1. Positivistische school – verklaren (Erklären)
2. Interpretatieve school – begrijpen (Verstehen)
Zijn 2 epistemologische benaderingen à Weber bedacht.
Positivistische school – verklaren (Erklären)
• Positivisme is voor sommigen een scheldwoord (“negative term”)
• Positivisme is “difficult to pin down”. Benadering wordt ook wel aangeduid als
“natuurwetenschappelijke methode”.
(1) Wat is het doel en de aard van een verklaring of theorie?
Nomothetische verklaringen (nomos = wet), covering law model: we zijn op zoek naar een
algemene, universele, causale wetmatigheden om patronen in menselijk gedrag te verklaren.
(2) Hoe komen we tot kennis?
Formuleren (via deductie) en toetsen van hypothesen: vergelijk theorieën met “de harde feiten”.
Door eliminatie van onjuiste theorieën leren we stap-voor-stap van onze fouten (via
inductie/falsificatie).
Empirisme: we verkrijgen kennis via zintuigelijke ervaringen en vertrouwen daarop. Komen aan
“harde feiten” door waarnemingen en deze te verzamelen.
• Fenomenalisme: radicale vorm van empirisme.
(3) Wat is de rol van waarden en normatieve oordelen?
Waarde-vrijheid: objectieve kennis is gebaseerd op feiten, niet op normen, opinies of geloof.
Strikte scheiding tussen normatieve en wetenschappelijke uitspraken: resultaten van onderzoek
moeten los staan van sociale en politieke waarde-oordelen. Uit “wat is” kan men geen norm afleiden
(“hoe het zou moeten zijn”).
Interpretatieve school – begrijpen (Verstehen)
Deze benadering omvat verschillende intellectuele tradities:
• Hermeneutiek (uitleggen): studie v.d. interpretatie van (heilige) teksten.
• Phenomenology: studie van betekenis-geving van mensen.
• Verstehen: begrijpen (Max weber)
(1) Wat is het doel en de aard van een verklaring of theorie?
Doel: bestuderen van de subjectieve betekenis van menselijk handelen, op een bepaald tijdstip, in
een bepaalde context.
Uitvloeisel van constructivisme: “social phenomena and their meanings are continually being
accomplished by social actors”.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Vera101. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.55. You're not tied to anything after your purchase.