Samenvatting van de hoofdstukken 4, 5, 6 en paragraaf 7.1 uit het boek: Natuuronderwijs inzichtelijk.
Hoofdstuk 4: Ecologie en milieu
Hoofdstuk 5: Natuurkundige verschijnselen
Hoofdstuk 6: Technische inzichten
Paragraaf 7.1: Weersverschijnselen
Handig om te gebruiken bij het leren voor de kennisto...
Hoofdstukken: 4, 5, 6 en 7.1
February 11, 2016
29
2015/2016
Summary
Subjects
pabo
natuur
natuur en techniek
techniek
natuuronderwijs
hoofdstuk 4
hoofdstuk 5
hoofdstuk 6
kennistoets
ecologie en milieu
han
natuuronderwijs inzichtelijk
paragraaf 71
natuurkundige verschijnselen
t
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Lerarenopleiding Basisonderwijs / PABO
Natuuronderwijs
All documents for this subject (2)
2
reviews
By: celeste1100 • 3 year ago
By: anniekstunnenberg • 5 year ago
Seller
Follow
Myrnaa
Reviews received
Content preview
Natuuronderwijs inzichtelijk
Samenvatting hoofdstuk: 4, 5, 6 en 7.1
Hoofdstuk 4: Ecologie en milieu
4.1 Samenhang in ecosystemen
4.1.1 Wat is een ecosysteem?
Ieder levend wezen is afhankelijk van zijn omgeving. In het loofbos zie je dat de
levende organismen (biotische factoren) en de factoren uit de levenloze natuur
(abiotische factoren) met elkaar samenhangen en elkaar beïnvloeden. Het
samenhangend geheel van abiotische en biotische factoren in een bepaald
gebied, noem je een ecosysteem.
Een ecosysteem kan verschillend van grootte zijn. Zo is een sloot met specifieke
biotische en abiotische factoren een ecosysteem en een uitgestrekt duingebied
ook. De verschillende ecosystemen leiden geen geïsoleerd bestaan. Abiotische
en/of biotische factoren uit het ene ecosysteem kunnen ook een ander
ecosysteem beïnvloeden.
Ecosystemen kunnen veranderen omdat abiotische en biotische factoren
veranderen en er telkens weer een nieuwe wisselwerking tussen deze factoren
ontstaat. De tak van de biologie die zich bezighoudt met de wisselwerking tussen
levende organismen onderling en hun omgeving, heet ecologie.
4.1.2 Voedselrelaties in een ecosysteem
In een ecosysteem kunnen organismen elkaar op verschillende manieren
beïnvloeden. In het loofbos gaat een veldmuis op zoek naar zaden en vruchten
en eet de nootjes van een beuk. Daarbij heeft een veldmuis concurrentie van
andere dieren die vruchten en zaden eten zoals Vlaamse gaaien en merels. Je
ziet dat er in een loofbos verschillende soorten relaties voorkomen tussen
organismen.
Vooral de voedselrelaties zijn belangrijk omdat elk organisme voedsel nodig heeft
om in leven te blijven en vaak ook weer gegeten wordt door (andere) dieren. Zo
ontstaat er een keten van ‘eten en gegeten worden’ waarin energie en
voedingstoffen worden doorgegeven. Dit noem je een voedselketen.
Voedselketen
Planten vormen de eerste schakel in een voedselketen. Planten produceren hun
eigen voedsel (d.m.v. fotosynthese) en worden producenten genoemd. Dieren
moeten andere organismen consumeren om aan hun energie en voedingsstoffen
te komen. Zij worden consumenten genoemd. Een dier kan een planteneter,
, vleeseter of alleseter zijn. Dit bepaalt de plaats die het dier inneemt in een
voedselketen. Een vleeseter kan zowel de derde als de vierde plek innemen in de
voedselketen. Wanneer een dier de laatste schakel van de voedselketen inneemt,
dan wordt hij een toppredator genoemd.
De route van energie en voedingsstoffen in een ecosysteem noem je een
voedselketen:
Voedselweb
In een ecosysteem zijn talloze voedselketens te onderscheiden die onderling met
elkaar verweven zijn. Zo’n ingewikkeld netwerk van onderling geschakelde
voedselketens noem je een voedselweb.
Voedselpiramide
In een ecosysteem zijn de producenten, planteneters, vleeseters en
toppredatoren niet evenredig verdeelt. Meestal zijn er relatief veel producenten,
minder planteneters, nog minder vleeseters en maar een paar toppredatoren. De
voedselverdeling in een ecosysteem kun je daarom goed weergeven in een
piramidevorm met verschillende niveaus: een voedselpiramide.
4.1.3 De energiestroom in een ecosysteem
Tussen de verschillende voedselniveaus in een voedselpiramide worden energie
en voedingsstoffen doorgegeven. Maar er gaat ook veel energie verloren.
Doordat er bij elk voedselniveau in een voedselpiramide energieverlies optreedt,
moet er voortdurend nieuwe zonne-energie door planten worden vastgelegd. De
energie die verloren gaat, kan – in tegenstelling tot voedingsstoffen- niet
gerecycled worden. Vandaar dat je spreekt van een energiestroom en een
voedselkringloop in een ecosysteem.
4.1.4 De voedselkringloop
Op allerlei manieren wordt er in een ecosysteem natuurlijk afval geproduceerd. In
tegenstelling tot een groot deel van het afval dat mensen produceren, is
natuurlijk afval geen belasting voor een ecosysteem, maar juist een verrijking. Dit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Myrnaa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.