Zorg verlenen aan een barende met een laag- en midden complexe
zorgvraag
H6 – De ongecompliceerde baring
Praktische verloskunde
Het baringskanaal
Benige baringskanaal:
- Bekkeningang (dwars-ovaal van vorm)
- Bekkenholte (rond van vorm)
- Bekkenuitgang (voor-achterwaarts ovaal van vorm (2
driehoeken)).
Het benige bekken bestaat uit:
- Os coxae (grote heupbeen), dit is vergroeid met:
⮚ Os ileum (Darmbeen)
⮚ Os ischii (zitbeen)
⮚ Os pubis (Schaambeen)
- Os sacrum (gevormd uit 5 samengegroeide wervels)= heiligbeen
- Os coccygis= staartbeen
Weke baringskanaal (buis die gevormd wordt door de weke delen):
- Onderste uterussegment (OUS, wordt gevormd uit de isthmus
uteri (bovenste deel cervix)).
- Cervix uteri
- Vagina
- Spieren en bindweefsel van de bekkenbodem en vulva
Ligamenten geven bekken stabiliteit, tijdens zwangerschap verweken deze
onder invloed van relaxine (hormoon).
De bekkenbodemspieren liggen dakpansgewijs over elkaar heen, tijdens
uitdrijving worden spieren door het caput uiteen geduwd, waardoor ze het
baringskanaal verlengen.
HODGE (LET OP!: Vlakken van hodge kennen)niet
Mate van indaling wordt aangegeven door de vlakken van Hodge (H), Dit zijn denkbeeldige vlakken die
evenwijdig lopen aan het vlak van de bekkeningang.
• Hodge 1=
o Diepste deel foetale schedel bevindt zich boven de symfyse
o is het vlak van de bekkeningang en loopt van symfyse naar promontorium.
o Als de schedel de H1 bereikt, is het nog niet ingedaald
• Hodge 2 =
o Het diepste deel van de schedel heeft de onderrand van de (einde) symfyse bereikt = Stage 0 -
…ruptuur cm
• Hodge 3=
o De benige schedel heeft de inter spinaallijn bereikt (half ingedaald) = stage 0
o vlak loopt door de spinae ischiadicae, de interspinaallijn.
• Hodge 4=
o Hoofd geheel ingedaald
o loopt door os coccygis (stuit) en het schedel is nu geheel ingedaald.
1
,Er zijn 4 hoofdvormen van het
benige bekken:
- Gynaecoïd bekken
- Androïd bekken
- Antropoïd bekken
- Platypelloïd bekken
2
,Foetale schedel:
- Os frontale
- Os parietale
- Os occipitale
- Kleine fontalen (plaats waar 3 naden samenkomen)
⮚ Pijlnaad (sutura sagittalis)
⮚ Suturae lambdoideae
- Grote fontanel (plaats waar 4 naden samenkomen)
⮚ Satura sagittalis
⮚ Saturae coronariae (kroonnaden)
⮚ Saturae frontalis (voorhoofdsnaad)
Mouleren of moulage wandbeenderen schuiven over de
achterhoofdsbeen en voorhoofdsbeenderen heen bij landurige weerstand.
Normale houding foetus in utero 🡪 licht gebogen rug en matige flexie in de hals, achterhoofd in het dieps
liggende deel in het bekken,
Aanwijspunt
- Achterhoofdsligging en kruinligging 🡪 a (Achterhoofd)
- Aangezichtsligging en voorhoofdsligging 🡪 k (kin)
- Stuitligging 🡪 s (sacrum)
Liggingen:
1. Aangezichtsligging
• Bij een aangezichtsligging ligt de baby met het gezicht naar beneden. De doorsnede van het
gezicht is groter dan de doorsnede bij de achterhoofdsligging. Dit zorgt voor een moeilijkere
bevalling en grotere kans op complicaties. Bij een aangezichtsligging is een natuurlijke
bevalling mogelijk, maar er wordt relatief wel vaker voor een keizersnede gekozen.
2. Kruinligging
• Voor de kruinligging geldt hetzelfde als de voorhoofdsligging: het is niet de makkelijkste
houding om geboren te worden. De buikbaby ligt niet met het achterhoofdje, maar met zijn
kruin naar beneden. Vaak wordt er bij deze ligging besloten tot een keizersnede.
3. Wandbeenligging
• Voorste wandbeenligging, een versterkte asynclitismus anterior. Gunstiger. Het achterste
wandbeen hoeft alleen maar om het promotorium te schijven en er is ruimte in de sacrale
holte (gevaar is overrekking aan voorzijde van OUS door uitstekende schouder ->
verschijnselen dreigende uterusruptuur)
• Achterste wandbeenligging, een versterkte asynclitismus posterior. ongunstiger. Het voorste
wandbeen raakt klem tegen de achterzijde van de symfyse en de achterste schouder tegen het
promotorium (gevaar is overrekking aan achterzijde van OUS door uitstekende schouder)
• Vrijwel altijd sectio.
4. Voorhoofdsligging
• De baby ligt in tegensteling tot de achterhoofdsligging met het voorhoofd naar beneden. Deze
zeldzame ligging is zeer ongunstig. De bekken zijn bij deze ligging doorgaans te klein voor de
omvang van het hoofd. Een keizersnede is daarom bijna altijd nodig.
3
, De baring
Cervix
- Extracellulair 🡪 collageen (niet elastisch eiwit🡪 stevigheid) + elastine (uitrekken) + proteoglycanen
(kunnen veel water binden).
- 10-15% bestaat uit glad spierweefsel.
- In loop zwangerschap gaat cervix meer water vasthouden en wordt het soepeler.
- Dilateren van cervix uteri tijdens baring door invloed van cascade van endocriene, inflammatoire
processen
Myometrium (gladde spierweefsel van de uterus)
- Moet sterk kunnen mee rekken naar mate de zwangerschap vordert en de foetus groeit, maar
ongevoelig zijn voor uterotonica en pas tijdens de baring contraheren.
- Door anatomie + opbouwspierlagen, bij sterke rek gesloten blijven. En de bundels in corpus uteri tijdens
baring krachtig samentrekken+ foetus, placenta, vliezen uitdrijven.
- Spierlagen gaan over in ligameten 🡪 ligamentum latum, ligamentum rotunda, ligamentum sacro uterina,
ligamentum cardinale en ligamentum pubovesicale.
Fase 1- uterus in rust
- Relaxerende werking van progesteron, relaxine, prostacycline en NO.
- Spelen een rol bij intracellulaire concentratie van cyclisch adenosinemonofosfaat (cAMP) en cyclische
fuanosinemonofosfaat (cGMP). Beide remmen het vrijkomen van calcium (wat nodig is voor
uteruscontracties).
- Braxton-Hicks-contracties – oefenweeen= kortdurende, onregelmatige, niet-pijnlijke samentrekkingen
van de uterus+ leiden niet tot ontsluiting
Fase 2- voorbereiding uterus activiteit
- Myometrium wordt voorbereid en geactiveerd onder invloed van oestrogenene, en corticotrapine-
‘releasing’ hormoon (CRH).
- Door hormonen en toegenomen rek van uterus stijgen de contraction associated proteins (CAP)🡪
myometriumreceptoren voor prostaglandine F, oxytocinereceptoren (OXTR) en het eiwit connexine-43
(CNX43).
- Connexine-43 heeft een positieve invloed op de vorming van gap junctions (verbindingen tussen de
spiercellen van de uterus)- door deze eigenschappen is snel transport van calcium tussen de spiercellen
mogelijk- waardoor gecoördineerde en krachtige uteruscontracties worden beveordert
- Onderdrukking van myometrium wordt daardoor opgeheven.
Fase 3- stimuleren van uterus activiteit
- Uteruscontracties worden gestimuleerd onder invloed van oxytocine, prostaglandine E2 en F2alfa, CRH
en door ontstekingachtige reacties.
- Oxytocine receptoren nemen toe tegen eind van zwangerschap, er is niet meer aanmaak van oxytocine
door de zwangere.
- Cytokinen (door ontstekingsreactie) zorg voor de stimulatie van prostaglandine synthese en de influx
van leukoxyten, waardoor collageen wordt afgebroken en de rijping van de cervix en uterusactiviteit
toenemen.
- Cytokinen remmen de uterus relaxerende werking van progesteron.
- De baring in fase 3 bestaat uit 4 periodes
Baringsfase
⮚ Ontsluitingstijdperk - begint bij verstrijken van cervix en eindigd bij volkomen ontsluiting
(10cm)
⮚ Uitdrijvingstijdperk - begint wanneer de uterus het kind gaat uitdrijven, meestal samengaand
met VO en eindigt bij geboorte kind.
⮚ Nageboortetijdperk - begint na geboorte kind, eindigt met geboorte placenta en vliezen
⮚ Postplacentaire tijdperk- begint na geboorte placenta en vliezen, eindigt ongeveer 2 uur later.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsederaadkooij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $28.28. You're not tied to anything after your purchase.