Hoofdstuk 1
Betekenis van accountantscontrole
1.1 Vanuit de Pincoffs-affaire blijkt dat management en andere
sleutelfunctionarisseren (hoewel zij betrouwbaar overkomen) in het
bedrijfsleven kunnen frauderen en gebreken in de boekhouding kunnen
verbloemen. Zo blijkt vanuit dit belangrijke voorbeeld dat de verantwoording
richting bijvoorbeeld aandeelhouders en eigenaren (mede met behulp van
dividenden) ook grote onjuistheden kon bevatten. Voor de Pincoffs-affaire
was er feitelijk geen controle op vennootschappen en hun boekhouding,
waardoor het nut en de noodzaak van een onafhankelijke controleur (zijnde
de accountant) is aangetoond.
1.2 Pincoffs probeerde de slechte financiële positie te verbloemen door
verschillende kunstgrepen. Zo werden grote dividenden uitgekeerd en vele
kredieten aangetrokken terwijl er voor verschillende balansposten geen
onderbouwing aanwezig bleek te zijn (en die posten bleken niet te bestaan).
1.3 a Vanuit de vertrouwenstheorie van Limperg wordt benadrukt dat de
accountantsfunctie gebaseerd is op het vertrouwen van het maatschappelijk
verkeer. Aangezien er in een accountantscontrole geen integrale controle
plaatsvindt, en daarmee geen absolute zekerheid verschaft kan worden (ook
mede vanwege de unieke positie van management om zaken buiten de
boekhouding te houden), is een redelijke mate van zekerheid ingesteld.
Hiermee wordt getracht de verwachtingskloof te beperken, zodat het
maatschappelijk verkeer hiermee voldoende geïnformeerd is over de mate
van zekerheid die aan de accountantscontrole ontleend kan worden.
b De accountantscontrole dient ertoe de getrouwheid van de verantwoording
vast te stellen, hetgeen betekent dat de verantwoording de werkelijkheid
weergeeft zoals die zich heeft voorgedaan in de periode waarop de
verantwoording betrekking heeft. Het begrip ‘juistheid’ dekt deze lading niet
als zodanig. Getrouwheid is nader gedetailleerd in verschillende beweringen
waaronder juistheid, volledigheid en bestaan hetgeen bepaald wordt per
post/stroom afhankelijk van het geïdentificeerde risico.
1.4 Limperg stelt dat de accountant een deugdelijke grondslag moet hebben
voor de verklaring die hij afgeeft, hetgeen onder andere bepaald wordt door
de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden. Deze deugdelijke
grondslag betekent feitelijk dat de verantwoording (waarbij de verklaring
wordt afgegeven) een getrouw beeld moet geven met de werkelijkheid,
zodat aan de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer wordt voldaan.
Hiermee dekt de bewoording van ‘zekerheid over de juistheid van de
informatie’ niet volledig dat het maatschappelijk verkeer een getrouw/juist
beeld bij de werkelijkheid verlangt.
1.5 De informatietheorie stelt dat de (financiële) markten zonder de
accountantscontroles niet efficiënt werken. Als gekeken wordt naar de
invloed op de rentepercentages van kredieten, geldt dat de rentepercentages
bestaan uit verschillende componenten:
- risicovrije rentevoet. Deze wordt veelal bepaald op basis van
staatsobligaties, die niet afhankelijk zijn van de (verstrekte) informatie van
kredietaanvrager (onderneming).
- opslag voor het ondernemersrisico. De kredietaanvrager heeft in beginsel
een belang bij een zo laag mogelijk rentepercentage en zal – zonder
accountantscontrole – mogelijk informatie verstrekken die te rooskleurig is.
Hierdoor zou deze opslag omlaag gaan, terwijl het risico hoger is dan op
basis van de informatie ingeschat kan worden.
- opslag voor het informatierisico. Deze opslag zou hoger worden als de
informatie niet gecontroleerd is door een onafhankelijke partij.
Hieruit blijkt dat de accountantscontrole tot gevolg heeft dat
vermogensverschaffers in het algemeen het informatierisico lager zullen
inschatten en daarom een lagere vergoeding zullen vragen voor het door hen
ter beschikking gestelde vermogen.
1.6 Voor de gebruiker van de informatie bestaan de volgende mogelijkheden om
het informatierisico te beperken:
- Hij kan zelf de informatie gaan controleren;
- Hij kan het risico beperken door het eisen van schadevergoedingen bij
het verstrekken van onjuiste informatie;
- Hij kan controle van de informatie eisen door een onafhankelijke
deskundige.
1.7 De agent is de leiding van de onderneming (het management), de principaal
is de eigenaar van de onderneming (die de leiding kan zijn; de
aandeelhouders) en de monitor is een onafhankelijk deskundige (zoals de
accountant).
1.8 De agency costs zijn de kosten die het gevolg zijn van de scheiding van
eigendom en beheer en van de delegatie van bevoegdheden. Deze kosten
bestaan uit:
- de kosten die het management maakt om aan te tonen dat het zijn
afspraken nakomt;
- de kosten die de aandeelhouders maken om het management te
controleren;
- het verlies door, voor de aandeelhouders niet optimale
managementbeslissingen.
1.9 Er zijn twee vormen van aansprakelijkheid van de accountant:
- de specifieke aansprakelijkheid ten opzichte van de opdrachtgevers; dit
is de contractuele aansprakelijkheid voortvloeiend uit overeenkomsten,
zoals bij wanprestatie;
- de aansprakelijkheid ten opzichte van derden (het beroep van accountant
en het maatschappelijk verkeer), ook bekend als wettelijke
aansprakelijkheid voortvloeiend uit een onrechtmatige daad.
1.10 De vertrouwenstheorie van Limperg onderscheidt de twee richtingen voor
het optreden van de accountant:
- de accountant wekt bij het maatschappelijk verkeer een zeker vertrouwen
op en dient de accountant zijn werkzaamheden hierop af te stemmen;
- de accountant moet ervoor zorgen dat de door hem gedane
mededelingen bij het maatschappelijk verkeer geen groter vertrouwen
oproepen dan zijn werkzaamheden en bevindingen rechtvaardigen.
1.11 Het maatschappelijk verkeer staat in de vertrouwenstheorie centraal,
waarbij de accountantsfunctie wordt verklaard vanuit het vertrouwen van
het maatschappelijk verkeer. In de agency theorie is de relatie tussen de
accountant en het maatschappelijk verkeer juist onderbelicht, aangezien
deze theorie zich primair richt op de relatie tussen het management en de
aandeelhouder.
1.12 De accountant ontleent zijn bestaansrecht volgens Limperg aan het
vertrouwen dat de controlefunctie van de accountant wekt bij het
maatschappelijk verkeer. Dit vertrouwen bepaalt daarmee de omvang van
de verantwoordelijkheid van de accountant. Daarom is de accountant
volgens Limperg de vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer. Zie
ook 1.10 voor de twee richtingen die vanuit deze functie worden ontleend.
1.13 De verwachtingskloof wordt gebaseerd op het verschil tussen het vertrouwen
dat de gebruiker in de kwaliteit van de dienstverlening heeft en de
waargenomen prestaties van de accountant. Dit is zichtbaar in onderstaand
schema:
Uitwe r kingen opdrachten | 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Student94112. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.