100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Materiele hulpverleling social work jaar 2 $7.12   Add to cart

Summary

Samenvatting Materiele hulpverleling social work jaar 2

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting uit jaar 2 van heel het boek

Preview 2 out of 8  pages

  • Yes
  • October 16, 2022
  • 8
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Materiele hulpverlening
Week 1
H1
Materiele hulpverlening = Hulp gericht op het in orde hebben van voorzieningen die nodig zijn om te
participeren.

Giraal  geld op je bankrekening = efficiënt
Chartaal  Contant geld = Overzicht, Anoniem
Digitaal  Geld via internet = soms extra services, potentieel kwetsbaar

Week 2
H2
Armoede: Wanneer mensen voor langere tijd niet de middelen hebben om goederen en voorzieningen te
betalen die we in de maatschappij als noodzakelijk zien.
Absoluut  Kijken naar je eigen inkomsten
Relatief  vergelijking met anderen
Objectief  Wat hebben we in de maatschappij gedefinieerd als laag inkomen. (Nibud)
Subjectief  Hoe ervaart een gezin het zelf? Individuele huishouden.
Breed  Niet kunnen meedoen aan maatschappij door financiële situatie. (Niet materieel maar
publieke voorzieningen.)
Smal  Armoede is alleen een financieel probleem. (Kijken naar euro’s  materieel bezit.)
(In Nederland meer dan 1 miljoen onder lage inkomensgrens.)

Verklaringen:
 Conjunctureel: Economie
 Structureel: Langere termijn  van generatie op generatie.
 Demografisch: Bepaalde groepen in armoede (migratieachtergrond, een ouder gezinnen
etc.)
 Cultureel: Hoe kijkt een cultuur naar omgaan met geld? Kan invloed hebben op armoede.
 Institutioneel: Wet- en regelgeving  zorgen dat mensen wel of niet in armoede hoeven te
leven. Positief en negatief.
 Individueel: Kijken naar individu. Wat doet iemand in zijn/haar leven dat diegene in armoede
leeft?
 Machtsverschillen: Macht inzetten om zo rijk mogelijk te blijven en armen arm te houden.

Armoede verschillende niveaus:
Micro = onvermogen aan kennis een vaardigheden van individu.  Stress, korte levensduur,
eenzaamheid en sociaal isolement.
Meso = fysieke (supermarkt) en sociale (normen en waarden van mensen om ons heen) omgeving
hebben ook invloed.
Macro = mensen in armoede doen beroep op publieke voorzieningen  zorgkosten stijgen. Mensen
maken ook gebruik van uitkeringen en leningen en niet sparen.  Stijging criminaliteit.

Schuld: Alle openstaande bedragen die je nog moet betalen.
Problematische schulden: Schuld die je in problemen brengt en die je niet binnen 3 jaar zelf kan
aflossen.

Risicogroepen: Mensen met een uitkering/gedeeltelijk inkomen uit werk, huishoudens met inkomen
uit werk aangevuld met een uitkering, lager opgeleiden, eenoudergezinnen, alleenstaanden,
kinderen, 55- tot 65-jarigen, migranten.

, Soorten schulden
- Aanpassingsschulden: ontstaan door verandering in het leven waardoor financieel je niet
mee kan. Bijv. ontslagen worden.
- Overlevingsschulden: Langdurig moeten leven op laag inkomen. In schulden om eten te
kunnen betalen.
- Overbestedingsschulden: Te veel uitgeven dan wat er binnen komt.
- Compensatieschulden: Schulden die ontstaan door psychologische problemen. Retail therapy
of verslavingen.
- Overige schulden: onterecht moeten betalen, overbruggen, LVB, slachtoffer fraude,
studenten die niet op tijd toeslagen betalen, na scheiding partner met verborgen schuld.

Verzorgingsstaat  overheid verzorgt noodzakelijke voorzieningen.
Participatiesamenleving  Overheid trekt terug en doet beroep op zelfredzaamheid.

Volksverzekeringen: zijn er voor iedereen en zijn verplicht voor iedereen.
 Algemene kinderbijslagwet: Tegemoetkoming in de kosten voor kinderen.
 Algemene ouderdomswet: basispensioen.
 Wet langdurige zorg: betreft zware intensieve zorg  ouderen of handicap.
 Algemene nabestaandenwet: Voor weduwen met kinderen tot 18 jr.

Werknemersverzekeringen: Verzekeringen voor mensen in loondienst.
 Werkloosheidwet: niet door eigen schuld werkloos, beschikbaar om weer aan de slag te gaan + als je als
werknemer aan de slag bent geweest.
 Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA): Door ziekte (langer dan 2 jaar) niet kunnen
werken.
 Ziektewet: Als je door ziekte niet kan werken.

Sociale verzekeringen: Worden gefinancierd door het rijk uit de belastinginkomsten.
 Participatiewet: Voor mensen die kunnen werken maar ondersteuning nodig hebben.
 OAW, IOW en IOAZ: Voor ouderen werklozen (50+)
 Toeslagenwet: Als je een uitkering krijgt die lager is dan het bijstandsniveau kan de toeslagenwet een
aanvulling geven.
 Wajong: Sociale vangnet voor mensen die voor hun 18e of tijdens studie een ziekte of handicap hebben
waardoor ze niet kunnen werken.

Toeslagen: Belastingdienst vult ook inkomen aan. De hoogte van een toeslag wordt bepaald door een
inschatting die je zelf maakt.

Iedere inwoner van NL heeft recht op heffingskortingen.

Complexiteit  laaggeletterden en mensen met een LVB
Handhaving  toeslagenaffaire
Maatschappelijk debat  individualisering, American dream

H9

Schuldhulpverlening:
1. Schuldpreventie
2. Vroegsignalering
3. Het treffen van schuldregelingen
4. Nazorg

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jipsmeets74. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.12. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82185 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.12
  • (0)
  Add to cart