100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting h3 - The Science of Nutrition, 5e editie $5.61
Add to cart

Summary

Samenvatting h3 - The Science of Nutrition, 5e editie

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van hoofdstuk 3 - The Science of Nutrition, 5e editie

Preview 2 out of 5  pages

  • October 16, 2022
  • 5
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
The Science of Nutrition
Hoofdstuk 3: The Human Body: Are We Really What We Eat?
Stellingen:
- Soms heb je trek terwijl je geen honger hebt.
Waar, dit wordt dan ook wel lekkere trek genoemd.

- Jouw maag is het primaire orgaan die aangeeft of je honger hebt.
Niet waar, de hersenen zijn het primaire orgaan.

- Als je kleine beetjes voedsel eet zal je maag in verloop van tijd permanent krimpen.
Niet waar, de maag kan ook weer uitrekken.

- Het gehele verteringsproces duurt ongeveer 24 uur.
Waar

- De meeste zweren komen voort uit een infectie.
Waar, de meeste zweren komen door een infectie die wordt veroorzaakt door de Helicobacter pylori
bacterie.

Leerdoel 1: Maak onderscheid tussen honger en eetlust, inclusief de rol van
fysiologische en omgevingsfactoren, om uit te leggen waarom we de drang voelen
om te eten
2 mechanismen vragen ons om naar eten te zoeken, namelijk honger (wanneer ons lichaam
registreert dat we moeten eten) en trek (een psychologisch verlangen naar een bepaald voedsel).

Het primaire orgaan dat aangeeft dat je honger hebt zijn de hersenen, meer specifiek de
hypothalamus waar het voedingscentrum (een bundel zenuwcellen) ligt.

Een belangrijk honger regulerend signaal komt van de zenuwcellen die de maag bekleden. Deze
merken veranderingen in druk op, welke aangeeft of de maag vol of leeg is. Ook de zenuwen in de
mond, keel en slokdarm dragen bij aan het gevoel van honger en verzadiging.

De volgende hormonen zijn belangrijk voor honger en verzadiging:
 Insuline en glucagon  Deze hormonen worden door de alvleesklier geproduceerd en zijn
verantwoordelijk voor het stabiel houden van de bloedsuikerspiegel. Als we een tijd niet hebben
gegeten zakt de bloedsuikerspiegel, dit zorgt voor een afname van insuline en toename van glucagon.
Als we hebben gegeten neemt de insuline toe en de glucagon af.
 Ghreline en cholecystokinine  Ghreline wordt geproduceerd in de maag en de waarde van dit
hormoon daalt enorm na het nuttigen van een maaltijd. Na verloop van tijd stijgt de ghrelinespiegel
weer en wordt de hypothalamus weer gestimuleerd om te gaan eten. Het hormoon cholecystokinine
wordt in de dunne darm geproduceerd en heeft de tegenovergestelde werking van ghreline. Na het
eten wordt het verzadigingscentrum in de hypothalamus gestimuleerd.
 Leptine  Dit hormoon wordt geproduceerd door de vetcellen en werkt op de lange termijn. Hoe
meer vetcellen we hebben, hoe meer leptine er geproduceerd wordt. Leptine onderdrukt de honger en
stimuleert het metabolisme. Mensen met obesitas zijn vaak leptineresistent.

De volgende factoren zorgen voor trek:
 Zintuigelijke gegevens
 Sociale en culturele signalen  Speciale gelegenheden, bepaalde activiteiten als bijvoorbeeld film
kijken, bepaalde emoties enz.
 Aangeleerde factoren  Eetgewoonten binnen cultuur, familie, geloof enz.

, Leerdoel 2: Beschrijf de bijdrage aan de vertering, absorptie en eliminatie van elk
orgaan van het spijsverteringskanaal
Het spijsverteringskanaal bestaat uit de volgende organen:
 Mond
- Voedsel komt via de mond in het spijsverteringsstelsel.
- Mechanische vertering  Kauwen vermaalt het voedsel en vermengt het met speeksel.
- Chemische vertering  De enzymen amylase en lipase uit het speeksel beginnen met de
vertering van koolhydraten en vetten.
 Keelholte en slokdarm
- Via peristaltische bewegingen wordt het voedsel van de mond naar de maag gebracht.
 Maag
- Mechanische vertering  De maag vermengt het voedsel met maagsappen tot een mengsel
wat maagbrij genoemd wordt.
- Chemische vertering  Pepsine begint met de vertering van eiwitten en lipase gaat door met
de vertering van vetten.
- Absorptie  Een aantal in vet oplosbare stoffen wordt opgenomen via de maagwand.
 Dunne darm
- Mechanische vertering  Segmentatie mengt de maagbrij met verteringssappen. Via
peristaltische bewegingen wordt het voedsel voortgestuwd.
- Chemische vertering  Verteringsenzymen uit de alvleesklier en borstelrand (epitheelwand)
verteren de meeste nutriënten.
- Absorptie  Nutriënten worden geabsorbeerd in het bloed en lymfe.
 Dikke darm
- Chemische vertering  Sommige overgebleven voedselresten worden door bacteriën
verteerd.
- Absorptie  Zouten, water en vitaminen worden geresorbeerd.
- Het afval wordt tot ontlasting gedrukt en vervolgt de weg richting het rectum.
 Rectum
- Slaat de ontlasting op totdat men naar het toilet gaat.

Organen die bijdragen aan de vertering:
 Speekselklieren  Produceren speeksel.
 Lever  Produceert gal om vetten te emulgeren.
 Galblaas  Slaat het gal op voordat het in de dunne darm wordt vrijgelaten.
 Alvleesklier  Produceert verteringsenzymen en bicarbonaat welke worden vrijgelaten in de
dunne darm.

Leerdoel 3: Bespreek de rol van enzymen, hormonen, de galblaas, de alvleesklier en
de lever bij het realiseren van een chemische vertering
Verteringsenzymen
Waar geproduceerd Waar actief Enzym Primaire functie
Mond Mond Speekselamylase Koolhydraten verteren
Linguale lipase Vetten verteren
Maag Maag Pepsine Eiwitten verteren
Maaglipase Vetten verteren
Alvleesklier Dunne darm Proteasen Eiwitten verteren
Elastase Vezelrijke eiwitten verteren
Alvleesklier lipase Vetten verteren
Cholesterol esterase Cholesterol verteren
Amylase Koolhydraten verteren
Dunne darm Dunne darm Carboxypeptidase, Eiwitten verteren
aminopeptidase en
dipeptidase
Lipase Vetten verteren
Sucrase, maltase en De monosachariden
lactase sucrose, maltose en lactose
verteren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller renatedanjou. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

65963 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.61
  • (0)
Add to cart
Added