Mijn samenvatting gaat over Thema 5. Het is uit het boek BVJ. Bestemd voor leerlingen in Havo 4 die nog even moeten knallen voor hun toets. Ik sta een 8 voor biologie.
Het handhaven van factoren zoals zuurstofconcentratie, glucoseconcentratie, osmotische waarde
van lichaamsstoffen en je lichaamstemperatuur rondom een bepaalde waarde door je lichaam heet:
normwaarde. Normaal is je lichaamstemperatuur rond de 37* maar dit kan veranderen door je
omgeving, dit heet dynamisch evenwicht. Dit word in stand gehouden door de regelkring. En het in
stand houden van een dynamisch evenwicht in het inwendige milieu heet homeostase.
REGELKRINGEN
Regelkringen werken als een verwarmingssysteem (zie volledige uitleg blz 10). Wanneer een
toename van het resultaat zorgt voor een remming van het proces, spreek je van een negatieve
terugkoppeling. Als resultaat afnemend is en de terugkoppeling het proces versterkt heet dit een
positieve terugkoppeling.
Zie afb. 1 blz 11 😉
Bijvoorbeeld: aan het eind van een zwangerschap daalt het progesteron gehalte, en stijgt het
hormoon oxytocine door de hypofyse. Dit hormoon zorgt voor steeds heftigere weeën waardoor de
uitdrijving kan plaatsvinden.
Bij meercellige organismen hebben de cellen geen contact met uitwendige milieu. Tussen de cellen
van een weefsel bevind zich weefselvloeistof, en samen met bloed vormt dat het inwendige milieu
(daartussen zit tenminste 1 cellaag). Inhoud van darmen, blaas en longen hoort bij het uitwendige
milieu.
, Basisstof 2: hormonale regulatie
HORMONEN
Informatie tussen cellen worden overgedragen door signaalmoleculen. Deze moleculen worden
afgegeven door cellen aan receptoren in het membraan van andere cellen: doelwitcellen. Dit kan
zorgen voor een reactie. Hormoonklieren geven ook signalen af en die heten hormonen. Die
hormonen worden afgegeven aan het bloed (daarom heten ze ook wel endocriene klieren. (Zie 3.1
blz 13)). Afgifte van hormonen door hormoonklier heet secretie. Klieren met een afvoerbuis heten
juist exocriene klieren (3.2, blz 13). Dat heet excretie of uitscheiding.
DOELWITORGANEN
Vanuit de bloedvaten gaan hormonen via weefselvloeistof naar alle cellen van een organisme. De
hormonen zijn werkzaam in organen die receptoren bezitten voor dat hormoon (zie afb 4, blz 13). De
mate van een reactie door een hormoon hangt af van de hormoonconcentratie in het bloed, en door
het aantal receptoren.
HORMOONKLIEREN
Het hormoonstelsel bestaat uit hormoonklieren. Zie afb 6 (blz 14) voor de ligging hiervan.
DE HYPOFYSE EN DE HYPOTHALAMUS
De hypofyse bestaat uit een hypofyseachterkwab en een hypofysevoorkwab. Sommige beïnvloeden
de werking van andere hormoonklieren. (afb 7!!! Blz 15). De hypothalamus regelt secretie van
hormonen door de hypofyse heen. Door de hypothalamus en hypofyse liggen het zenuwstelsel en
hormoonstelsel met elkaar verbonden.
HYPOFYSEHORMONEN
De hypofyse produceert het groeihormoon (GH). Door te veel -> reuzengroei.
Te weinig -> dwerggroei.
Sommige hormonen zorgen voor goede voortplanting. Het vrijkomen van oxytocine uit de
hypofyseachterkwab stimuleert weeën en na de geboorte voor melk uit de melkklieren.
Het antidiuretisch hormoon (ADH) regelt resorptie van water in nieren bij vorming van urine. De
osmotische waarde in het bloed blijft daardoor constant.
DE SCHILDKLIER
De schildklier ligt voor je strottenhoofd. (zie afb 11, blz 16). De schildklier produceer thyroxine
(schildklierhormoon). Het stimuleert de verbranding van glucose (stofwisseling). (bij kinderen
stimuleert het vooral de groei van beenderen, en ontwikkeling van het zenuwstelsel). TSH stimuleert
de secretie van thyroxine en vorming van schildklierweefsel. (jodium is noodzakelijk voor vorming
van thyroxine). Thyroxine remt de productie en secretie van TSH. Concentratie thyroxine daalt =>
secretie van TSH neemt toe => stijging TSH => secretie van thyroxine neemt toe.
Als de schildklier te veel thyroxine maakt, kan dit zorgen voor snellere stofwisseling en meer
gewichtsverlies, toename eetlust en rusteloosheid. Als het juist afneemt kan het zorgen voor
toename van gewicht en vermoeidheid. Een te lage hoeveelheid thyroxine vanaf de geboorte zorgt
voor dwerggroei en dan heb je vaak ook een geestelijke beperking.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tarajillrebel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.98. You're not tied to anything after your purchase.