In het bijzonder: de beperking van het burgerlijk wetboek (BW 6).
Wettelijke regeling
• Onrechtmatigheid (6:162 lid 2)
- Inbreuk op een recht
- Strijd met wettelijke plicht
- Schending zorgvuldigheidsnorm (e.e.a. behoudens rechtvaardigingsgrond)
• Toerekening (6:162 lid 3)
- Schuld
- Krachtens de wet
- Krachtens verkeersopvattingen
• Relativiteit (6:163)
• Schade (afdeling 6.1.10)
• Causaal verband (6:98)
Artikel 6:162 BW
Lid 1 (algemeen uitgangspunt): hij de jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan
worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge, te vergoeden.
Lid 2 (onrechtmatigheid): voorwaarden
Als onrechtmatige daad worden aangemerkt:
- Een inbreuk op een recht
- En een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
- Of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt,
Een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond
{VOORBEELD: FIESTER RIJDT VOETGANGER OMVER}
→ Casus: de voetganger schaaft ze knie en scheurt zijn broek
Onrechtmatigheid uitwerkingen; het kunnen er namelijk meerderen zijn.
- Een inbreuk op een recht → een inbreuk op lichamelijke integriteit van de voetganger,
namelijk de voetganger is gewond geraakt. Ook inbreuk op eigendomsrecht, namelijk de
broek.
- En een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht → je hebt geen voorrang verleend
aan een overstekende voetganger.
- Of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt →
onzorgvuldig dat een fietser een voetganger aanrijdt.
{VOORBEELD: BOSWANDELING OF ‘OPZWIEPENDE TAK’}
→ Casus: tijdens een boswandeling gedachteloos naar een tak schoppen dus door een rare samenloop
tijdens een boswandeling zwiept de tak in het oog van een ander. Hierdoor ontstaan er fatale gevolgen.
Hoge Raad: er is geen sprake van een onrechtmatige daad.
Belangrijk: enkel een inbreuk op lichamelijke integriteit is niet voldoende voor onrechtmatige gedraging.
De vraag die beantwoordt moet worden is of er ook onzorgvuldig gehandeld is.
• Artikel 6:162 BW
,Lid 2 (onrechtmatigheid):
Als onrechtmatige daad worden aangemerkt:
- Een inbreuk op een recht
- En een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
- Of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt,
Een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
Leer smits: een inbreuk op een recht nooit voldoende is om onrechtmatigheid te concluderen. Hiervoor
moet dus altijd een extra toetsing plaats vinden aan de ongeschreven gedragsnormen.
OOK is er een tegendoctrine: bijvoorbeeld bij het stelen van een fiets hoef je niet te toetsen of het
onzorgvuldig is. Hierdoor de leer smits dus te extreem.
Wanneer is er sprake van onzorgvuldigheid?
Tijdens een boswandeling gedachteloos naar een tak schoppen is dus niet onzorgvuldig, MAAR
bijvoorbeeld het bekogelen van iemand met een stuk hout dan is er sprake van onzorgvuldig handelen.
Voorwaarden:
Stap 1: onrechtmatig
- Een inbreuk op een recht
- En een doen of nalaten in
strijd met een wettelijke plicht
- Of met hetgeen volgens
ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer
betaamt,
Stap 2: is het ook onzorgvuldig?
• Lid 3 toerekening:
Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend,
- Indien zij te wijten is aan zijn schuld
- Of aan een oorzaak welke krachtens
→ De wet
→ Of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt
Artikel 6:162 BW
Het verschil tussen lid 2 en lid 3
→ Theoretisch onderscheid tussen de materie van de leden 2 en 3:
, - Onrechtmatigheid ziet op de gedraging
- Toerekening ziet op de persoon
VOORBEELD TAXUSSTRUIK- ARREST (HR 22 APRIL 1994, NJ 1994, 624)
CASUS: twee percelen naast elkaar. Broen en
Verkoulen gaan de tuin snoeien waardoor er bij de
grens taxusstruiken zijn waar de paarden van
Hulsbosch bij kunnen. Een taxusstruik is giftig voor
paarden.
Hulsbosch ging procederen voor schadevergoeding.
Broen en Verkoulen: we wisten niet dat de
taxusstruik giftig was dus we hebben niet
onrechtmatig gehandeld.
HR: het is niet onzorgvuldig.
Dus het is geen inbreuk op het
subjectieve eigendomsrecht.
3.4.3 van belang
Als ze het wel wisten was het dus
onrechtmatig.
Volgens het boekje: het is in
beginsel wel onrechtmatig,
MAAR kan het niet worden
toegerekend door gebrek aan
kennis
De onvolkomenheid van het
wettelijk systeem (en van de
wetenschappelijke dogmatiek)
De zorgvuldigheidsnorm heeft een sterk ‘absorberend karakter’:
• Is (in de opvatting van velen) ook bij strijd met een wettelijke plicht en inbreuk op een
recht uiteindelijk het doorslaggevende criterium.
• Kan worden geacht samen te vallen met de vraag of een rechtvaardigingsgrond
bestond (162 lid 2)
• Kan worden geacht samen te vallen met de vraag of kan worden toegerekend (162 lid
3) (bijvoorbeeld: Taxusstruik- arrest)
• Kan worden geacht samen te vallen met de relativiteitsvraag (bijv. Maas. Willems) of
is daarop een aanvulling (correctie Lange Meijer)
, Het systeem van artikel 6:162 e.v. biedt nauwelijks houvast
De werkelijke aanknopingspunten voor de praktijk: bestaande rechtspraak over
vergelijkbare gevallen (bijv. gevaarzetting, hinder, sport en spel, wegverkeer, werkgevers,
beroepsbeoefenaars, huis- tuin en keukenongevallen, etc.)
o Het systeem van het aansprakelijkheidsrecht
• Invulling van de zorgvuldigheidsnorm
Vier stappen:
1. De ‘maatschappelijke zorgvuldigheid’ van artikel 6:162 lid 2 BW (altijd)
Deze norm is er altijd, maar zoals we zagen zegt die inhoudelijk niet zo veel. Vraagt om
nadere invulling.
2. De in de rechtspraak ontwikkelde norm voor de betreffende categorie van
onrechtmatige daad (= het gevalstype) (is er vaak, maar niet altijd en is lang niet
altijd helder)
Soorten gevaltypes
- Gevaarzetting
- Hinder
- Beroepsfouten
- Bestuurdersaansprakelijkheid
- Onrechtmatige beslaglegging
- Onrechtmatige publicaties
- Onrechtmatige overheidsdaad
- Profiteren wanprestatie
- Nieuwe gevalstypen? Kan dit door de beugel maatschappelijk gezien?
3. Vormen van ‘maatschappelijke regulering’ (zijn er niet altijd en zijn niet zonder
meer 1:1 bindend)
Lang niet alle rechtsnormen zijn afkomstig van de overheid. De realiteit is dat er een grote
diversiteit aan rechtsbronnen en rechtsvorming bestaat, die elkaar over en weer aanvullen en
beïnvloeden.
Statelijke rechtsvorming heeft in aanzienlijke mate plaats moeten maken voor
maatschappelijke rechtsvorming.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller d1907. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.43. You're not tied to anything after your purchase.