In deze samenvatting is de stof (hoofdstuk 20, paragraaf 172 t/m 192, 196 en 197) beschreven voor de formatieve toets van het project Erfrecht. Dit project is onderdeel van leerjaar 2, kwartiel 1 van Saxion Hogeschool. Eigen behaalde cijfer: 8.
, Week 1
§172 t/m §178
172. Algemeen
Het erfrecht omvat de regels over de opvolging in het vermogen van een overleden persoon. Het
vermogen, een geheel van goederen en schulden, wordt nalatenschap genoemd. De overleden
persoon wordt erflater genoemd. Degenen op wie het vermogen overgaat, worden erfgenamen
genoemd. Iemand kan erfgenaam zijn krachtens de wet (versterferfrecht) of krachtens uiterste
wilsbeschikking (testamentair erfrecht). Erfgenamen verkrijgen onder algemene titel: zij volgen de
erflater op in al zijn rechten en verplichtingen uitsluitend op grond van het overlijden. Er kan ook onder
bijzondere titel worden verkregen (legaat en last).
174. Voorwaarden voor erfopvolging
De volgende voorwaarden gelden voor zowel de erfopvolging krachtens de wet als erfopvolging
krachtens testament:
1. Ten aanzien van de erflater → deze moet zijn overleden.
Het overleden wordt bewezen door de akte van overlijden. In het geval dat iemands bestaan
onzeker is, bestaat de mogelijkheid van een rechterlijke beschikking dat er rechtsvermoeden
van overlijden bestaat (art. 1:413 e.v. BW). Daarnaast is in art. 1:426 – 1:430 BW voorzien in
een regeling voor de vaststelling van overlijden in gevallen waarbij het overleden als zeker
kan worden beschouwd (vermissing).
2. Ten aanzien van de verkrijgers krachtens erfrecht → deze moet a. bestaan op het ogenblik
dat de nalatenschap openvalt (art. 4:9 en 4:56 BW), en b. niet onwaardig zijn (art. 4:3 BW).
Het kind van wie een vrouw zwanger is wordt als reeds geboren aangemerkt en wordt dus ook
geacht te bestaan, tenzij het dood ter wereld komt (art. 1:2 BW).
Iemand is onwaardig om te erven indien:
Hij is veroordeeld omdat hij de erflater heeft omgebracht, heeft geprobeerd om te brengen of
daaraan heeft deelgenomen;
Hij is veroordeeld omdat hij een misdrijf tegenover de erflater heeft gepleegd, waarop een
maximumstraf staat van 4 jaar;
Hij is veroordeeld voor een tegen de erflater lasterlijk een beschuldiging van een misdrijf,
waarop een maximumstraf staat van 4 jaar;
Hij de erflater, d.m.v. een feitelijkheid of bedreiging met een feitelijkheid, heeft gedwongen of
belet een uiterste wil te maken;
Hij de uiterste wil van de overledene heeft verduisterd, vernietigd of vervalst.
De onwaardigheid treedt van rechtswege in en vervalt indien de erflater op ondubbelzinnige wijze de
onwaardige zijn gedraging heeft vergeven.
Als de volgorde van overlijden van twee of meer personen niet kan worden bepaald, dan worden zij
geacht gelijktijdig te zijn overleden en verkrijgen zij over en weer niets van elkaar (art. 4:2 lid 1 BW).
Als wel kan worden bepaald wie als eerste is overleden, dan erft de laatstoverledene wel. Vervolgens
vererft de nalatenschap van de laatstoverledene weer, inclusief de nalatenschap van de
eerstoverledene. Als een erflater geen erfgenamen (meer) heeft, dan worden de goederen van de
nalatenschap door de Staat onder algemene titel verkregen (art. 4:189 BW). De Staat is echter geen
erfgenaam en draait daardoor uiteindelijk niet op voor de schulden van de nalatenschap.
175. Wie zijn erfgenamen bij versterf?
Erfgenamen bij versterf zijn de personen die tot de erflater in familierechtelijke betrekking stonden en
de langstlevende, niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot/geregistreerd partner (art. 4:10 lid 1
sub a en lid 3 jo. art. 4:8 BW). Het versterferfrecht is gebaseerd op bloedverwantschap. Er moet
sprake zijn van zowel juridische als biologische bloedverwantschap. Als een kind niet in
familierechtelijke betrekking tot een ouder staat, is het geen erfgenaam bij versterf van die ouder.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hidingfixtures. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.