100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Duurzame Delta samenvatting SGPL jaar 1 $9.20   Add to cart

Summary

Duurzame Delta samenvatting SGPL jaar 1

 31 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Overzichtelijke samenvatting van de literatuur en hoorcolleges met aanduiding waar mijn examenvragen overgingen!!! Bevat praktische schema's en lijstjes. Achterin hebt ik nog een begrippenlijst opgeteld ;) Ik heb afgerond een 8 gehaald met de samenvatting.

Preview 4 out of 36  pages

  • October 16, 2022
  • 36
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Duurzame delta
Toetsmatrijs




Week 1

Nadelen verlagen bodempeil Gouda -> versnelde bodemdaling -> afname van de recreatie (Je
kan niet meer varen)
Er zijn vier oplossingsrichtingen voor de stijgende zeespiegel in Nederland:
1. Rivieren in een open verbinding met zee. Hierbij worden de dijken opgehoogd en verbreed.
Probleem hierbij is dat de polders relatief dieper komen te liggen en zout water in de polders
stroomt.
2. Rivieren met waterkeringen afgesloten van zee. Het rivierwater komt hierbij lager te staan
dan het zeeniveau waardoor extra water de zee in moet worden gepomp.
3. Nederland koloniseert een deel van de zee met eilanden voor de kust. Nadeel is dat er veel
zand nodig is en dat het duur is
4. Inzetten op meebewegen. Er komen drijvende gebouwen, land wordt opgehoogd en een
deel van de bevolking verhuist naar het oosten

In het Nederlandse waterbeheerpraktijk is veiligheid van groot belang, dit is versterkt door het
klimaatsverandering discours. In sociaalecologische systemen zoals delta’s hebben als doel de
traagheid te vergroten in het streven naar consensus (Gemeenschappelijke overeenstemming). Deze
traagheid vloeit voort uit de interactie tussen bestuur en wetenschap. Dit is nauw verbonden met
doormodderen.
De focus is van landaanwinning -> infrastructuurgerichte bescherming van het menselijke,
agrarische en industriële landschap van Nederland.

De term doormodderen is bedacht door Linblom waarbij hij pleitte voor een iteratieve (herhalende)
benadering voor het omgaan met complexe problemen in plaats van benaderingen die mechanisch
proberen de optie te identificeren die het beste voldoet aan ingestelde doelen.

Na voltooiing deltawerken, focus -> een integrale waterbeheerstijl die samenhing met
wetenschappen die het beleidsvormingsproces ondersteunde.
Dit hangt samen met de verschuiving van het doel:
Vechten tegen het water (verhoging dijken) -> leven met het water (speelveld tussen dijken) die
sinds de jaren 80 plaatsvindt.
- Technische lock-in: De bescherming door de deltawerken die heeft gezorgd voor een vals
gevoel van veiligheid in de Nederlandse delta.

, - Politieke lock-in: Het politieke onvermogen om veiligheidsniveaus te bespreken, Bv.
vanwege angst of een publieke opvatting tegen te spreken.

Kouw (2012) stelt dat door de toegenomen verfijning en complexiteit hedendaagse modellen en
simulaties de neiging hebben epistemologisch (filosofische kennisleer) ondoorzichtig te worden.
Rijkswaterstaat ging over op de strategieën van het verhogen van het aantal experimenten en
modellen in het veld om de geloofwaardigheid van gereproduceerde kennis te vergroten. Om de
rechtmatigheid van het advies te bewerkstelligen hanteerde het ook expert judgement.
Met de term modelleren door wordt de bemiddelende rol die modellen hebben gespeeld in het
beschreven proces benadrukt. Deze modellen fungeren als bemiddelaars tussen mensen en hun
standpunten en tussen onze theorieën en de wereld.


Geologisch tijdvakken:
Pleistoceen: Periode met ijstijden (zo’n 2,6 miljoen jaar geleden begon)
- Minder co2 in de atmosfeer, biosfeer
- Meer co2 in de Oceaan
- Minder neerslag
- Minder vegetatie op land
- Meer algen
- Meer co2 uit de oceanen
Holoceen: Tussen periode (nu) (Dit is zo’n 11.700 jaar geleden)

Oorzaken voor klimaatschommelingen op aarde:
- Fluctuaties (schommelingen) van de baan van de aarde om de zon.
- Excentriciteit: Mate van hoe rond de baan van de aarde om de zon heen is, met drie
verschillende periodes van 100.000, 405.000 en 1,6 tot 2,2 miljoen jaar. De som van deze
cycli bepaald de instraling van de zon op de aarde, en is terug te zien in gesteente.
- Obliquiteit: De regelmatig veranderende stand van de aardas ten opzichte van het vlak van
de baan om de zon van belang.
- Precessie: Veranderingen in de tolbewegingen van de aarde een rol. Dit wordt berekend met
de Milankovic cycli.
- Perioden met een laag kooldioxidegehalte in de lucht vallen samen met ijstijden, andersom
valt het samen met warme periodes.
Meer co2 in de Atmosfeer -> houdt die warmte beter vast -> stijgt de temperatuur
wereldwijd.
- De ligging van continenten beïnvloeden het klimaat op aarde. Ze bewegen hierbij langs
elkaar (platentektoniek) en continenten dicht bij de evenaar vangen meer zonlicht. De
effecten van de Milankovic cycli zijn dan weer sterker bij de polen.

In de rivierengebieden, west en noord Nederland zijn meters dikke pakketten klei en zand afgezet
gedurende het holoceen. Veel dynamiek in het landschap:
Smelten van poolkappen -> stijging van de zeespiegel ten opzichte van het land -> Verplaatsing
kustlijn richting het oosten, veel afzetting van sedimenten.
Dit duurde duizenden jaren, maar kwam 6000 jaar geleden tot stilstand.

De zeespiegel bleef nog wel stijgen door bodemdaling. Dit had drie oorzaken:
1. Glacio isotasie: Een dik pakijs drukt de onderliggende aardkorst in -> Materiaal onder de
ijskap vloeit weg -> gebieden ernaast komen omhoog.
(Als het ijs smelt veert het ander gebied omhoog en komt dit gebied juist omlaag.)

, 2. Tektoniek: Heeft tot gevolg dat de bodem op bepaalde plaatsen omhoogkomt en op andere
plaatsen juist daalden.
3. Inklinking: Verschijnsel van de bodem zelf. Ontwatering -> veen en klei klinken sterk in ->
Samen met de sedimentatie die werd aangevoerd vanuit zee leverde dit een wisselwerking
op waarbij de sedimentatie juist zorgde voor het beschermen van het land.

Kustlandschap in vier zones door de frequentie van overstromingen door de zee in het gebied:
1. Sub-getijdenlandschappen:
Delen die onder het gemiddeld laag water liggen. (Vaak/permanent)
Sub-> Latijns voor onder
2. Inter-getijdenlandschap:
Gebied tussen gemiddeld laag en gemiddeld hoog water. Bestaat uit onbegroeide
zandige wandplaten en kleiige slikken.
Inter-> Latijns voor tussen
3. Supra-getijdenlandschap:
Deel van het kustgebied dat boven gemiddeld hoog water zit en alleen tijdens
springtij en grote overstromingen wordt overspoeld. (Bestaat uit kwelders met
getijenkreken en planten)
Supra-> Latijns bovenstaand
4. Terrestrische landschap:
Gebied boven het maximale stormvloedniveau of extreem water. (Kustduinen,
kustveen en pleistocene gronden)


Getijdensystemen met en zonder grote rivieren.
- Estuarium: een getijdensysteem waarin een grote rivier uitmondt.
- Getijdenbekken: een getijdensysteem waar alleen kleine rivier uitmondt. Hier is weinig
sprake van.
- Lagunes zijn grote oppervlakten in het kustlandschap die permanent onder water staan en
via een open verbinding in contact staat met de zee. Hier is een bescheiden getijslag.

Er wordt onderscheid gemaakt in waterwaarden:
- Voedselrijk -> eutroof, in landschappen met voedselrijk water.
- Matig voedselrijk -> mesotroof, invloed van grondwater is afgenomen en de vegetatie voor
een groot deel afhankelijk is van mineraalarm water.
- Voedselarm -> oligotroof, grondwater kan niet meer doordringen door lengte veen en
regenwater is bron veen.

Veen: Opgehoopte niet-verteerde plantenresten
Soorten veen:
- Gyttja: Ontstaat in plassen en meren die dieper zijn dan twee meter, groeit heel langzaam.
- Rietveen: Ontstaat in ondiepe plassen minder dan 2 meter, vloeit in zoet water en licht brak
water.
- Zeggeveen: Groeien bij ondiep water minder dan halve meter, groeit in voedselrijk tot matig
voedselrijk water.
- Bosveen/Houtveen: Vormt zich rond oppervlak.
- Mosveen: Groeit rondom grondwater, in voedselarm water, input is regen, scheid zuur af
waar planten niet tegen kunnen. (Hoogveen)
Hoogveengebieden zijn goed te ontwateren , laagveengebieden zijn minder goed te ontwateren.

Factoren voor veenvorming:

, - Neerslagoverschot
- Grondwaterstand
- Afscherming van zee (In Nederland zijn er kustlagunes, oftewel zoetwaterlagunes die ervoor
zorgden, tussen 3800 en 3500 vc)
Een gevolg van ontginnen van veengebieden is onder dat veen langzaam wordt omgezet in klei, er
meren ontstonden en er meer overstromingen kwamen .

Het begin van veenvorming ontstond door veranderingen: (Tentamenvraag)
Zeespiegelstijging -> stijging grondwater/vernatting -> ontstaan moerasbos of moeras

Veenvorming - CO2 + H2O > CHO + O2
Aerobe afbraak van veen (oxidatie) - CHO + O2 > CO2 + H2O (Afbraak onder invloed van zuurstof)
Anaerobe afbraak van veen - CHO + NO3 > CH4 (methaangas) + CO2 (koolstofdioxide) + N2
(stikstofgas) (Afbraak in zuurstofloze conditie)


Verschillende soorten van bodemdaling in veengebied:
1. Door uitdroging
2. Door afbraak (anaeroob of aeroob)
3. Door compactie, oftewel het samenpersen van veen, het water wordt uit die plantenresten
geperst.
- Inklinking -> compactie onder eigen gewicht
- Zetting -> als het door mensen wordt veroorzaakt

Het DPSIR-raamwerk bestaat uit de elementen:
- Driver (achterliggende kracht, oftewel het menselijke handelen vanuit menselijke
behoeften),
- Pressure (driver zorgt voor druk wat pressure wordt),
- State (presure leidt tot verandering in toestand, afname of toename van iets) en
- Impact (gevolgen voor mensen, plantend dieren)

5P Model:



Leefbaar Planet Levensvatbaar
Natuur




People Prosperity
Maatschappij Welvaart




Rechtvaardigheid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karelpennings. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.20  1x  sold
  • (0)
  Add to cart