100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting: De atria, aangeboren hartafwijking en 3D $6.42
Add to cart

Summary

Samenvatting: De atria, aangeboren hartafwijking en 3D

 18 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting: De atria, aangeboren hartafwijking en 3D

Preview 3 out of 24  pages

  • October 17, 2022
  • 24
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 10: Linker en rechteratrium

Linkeratrium
4 inkomende longvenen:
- Rechterbovenste longvene
- Linkerbovenste longvene
- Rechter onderste longvene
- Linkeronderste longvene

Aan de achterzijde ligt het linkeratrium tegen de aorta descendens en tegen de slokdarm.
Grootte van het linkeratrium wordt gemeten op de PLAX opname.

Normaal waarden van de grootte van het LA. Gemeten op de PLAX, Eind systolisch van LV achter de
aortawortel.
- Vrouwen: 27-38 mm
- Mannen: 30-40
Ofwel: 15-23 mm/m2

Deze meting is doormiddel van een m-Mode meting. Het is raadzaam om deze diameter te meten
van de aortawortel tot de LA-achterwand. Twee tot drie cm boven de mitralisring. En niet
willekeurig. De m-mode metingen kunnen verschillende uitkomsten hebben ook kan een vergroot
linkeratrium snel gemist worden. Deze meting wordt vooral nog gebruikt voor WSC-risicocalculator
op plotse dood bij hypertrofische cardiomyopathie.

Bij een toegenomen volume en door asymmetrie is een 1D meting minder betrouwbaar. Hierdoor
gebruiken we bij het standaard echo onderzoek de Simpson methode om het volume van de atria te
meten. Je meet op de 4-kamer en op de 2-kamer.

Normaal waarden:
Vrouwen: 22-52 ml
Mannen: 18-58 ml

Deze waarden moet altijd geïndexeerd worden: (waarden bij mannen en vrouwen gelijk)
Normaal: 16-34 ml/m2
Gering: 35-41
Matig: 42-48
Ernstig: ≥49

Wanneer LA vergroot is geeft dit een verhoogde kans op het ontwikkelen van hartfalen,
atriumfibrilleren, en mortaliteit na een infarct.

Functie van LA kan worden bepaald met een volume meting en door strain. Voor volumemetingen
worden naast het maximale LA volume ook het minimale LA volume (begin QRS) en pre-A-LA volume
(begin van P-top) berekend.

Dikte van atriumwand is op de echo niet betrouwbaar te meten. Wel kan de dikte worden
beoordeeld. Bij een vettige degeneratie (lipomatose) van atrium wand neemt de dikte van het
septum toe en bij het fossa ovalismenbraan blijft het dun.
Het linkerhartoor

,= LA appendix = LAA= ih. Op de pSAXao is LAA rechts in beeld, omhoog gekruld. Normaal is LAA het
beste zichtbaar op een ap2CH opname. Bij een TEE is het LAA goed zichtbaar rond 0 graden.-
doorsnede. Er kan ook een 80-100 graden doorsnede gebruikt worden.

Devices kunnen het hartoor afsluiten. Bij patiënten met AF is dit een indicatie maar ook een contra-
indicatie voor het gebruik van orale antistolling.

Het normale LAA heeft een veellobbige structuur. Met een wisselend volume. (0,7-19,2 ml). Het
atriumdeel is het meest rekbaar en bevat rekreceptoren maar ook ANP-atriumnatriuetischpeptide
producerende cellen. Van dit peptide wordt 30% in LAA geproduceerd.

ANP-cellen is een hormoon dat een rol speelt bij de regulatie van de vulling, van de circulatie en de
drukken in het hart.

De oppervlakte (ostium) van het normale LAA kan variëren tussen 0,5 – 4 cm. De lengte kan variëren
tussen 1,6 en 5,1 cm.

Ruim de helft van de LAA’s bestaat uit 2 lobben. Er bestaan ook LAA met 4 lobben.

Op een TEE kan je de bloedstroom snelheid in het LAA berekenen. Een normale bloedstroomsnelheid
ligt rond 64 ±19 cm/sec. deze bloedstroomsnelheid neemt af wanneer de drukken in het atrium
hoger liggen.

Ook kan de bloedstroomsnelheid flink afnemen bij oudere mensen dit komt omdat er dan een
chronische rek is van het atrium, dit geeft weer meer kans op atriumfibrilleren en dus op afname van
de snelheid. Met TTE is het ook bij 70-80% mogelijk om de bloedstroomsnelheid te meten. Dit heeft
veel oefening nodig.

Door middel van TTE is een trombus in het LAA niet goed waarneembaar. Wanneer er een flow
boven de 30 cm/sec is het onwaarschijnlijk dat er een trombus aan het ontwikkelen is. Spontaan
contrast is op een TTE niet te zien in het LAA, wel is het mogelijk om met TEE spontaan contrast te
zien.

Hoe hoger de contrastgraad, hoe lager de flowsnelheden en hoe grote de kans op een trombi. Als er
geen spontaan contrast aanwezig is, is het meten van LAA-flowsnelheden belangrijk. Indien de flow
<20 cm/sec is de kans groot dat een patiënt een TIA of CVA heeft doorgemaakt. 20-40 cm/sec is nog
geen optimale flow. Bij > 40 cm/sec is trombusvorming onwaarschijnlijk.

Gradaties van echocontrast in LA en LAA.
- Graad 0: afwezigheid van echogeen contrast.
- Graad 1: (licht): minimaal echogeen contrast in het LAA of in LA zelf. Alleen kortdurend
ophoging van gain kan noodzakelijk zijn om het te kunnen aantonen.
- Graad 2: licht tot matig: dichtere ronddraaiende patronen van contrast en zichtbaar bij
normale instellingen
- Graad 3 (matig): dichte ronddraaiende patronen, zichtbaar in LAA en La die kunnen
fluctueren in intensiteit gedurende de hartcyclus maar wel constant aanwezig zijn
- Graad 4 (ernstig): intens echodens contrast met zeer langzaam ronddraaiende patronen.

, De LAA flow is direct gerelateerd aan de mitralisinstroom. De A-tophoogte bij sinusritme. Bij een
hogere vullingsdruk neemt de A-top van de mitralisinstroom af en daarmee neemt ook de
stroomsnelheid in LAA af. Bij sinusritme is het dus voldoende om naar de mirtalisflow te kijken om
een beeld te krijgen van LAA-flow. Bij atriumfibrilleren is er geen A-top waardoor je wel de
stroomsnelheid moet meten.

Volume en drukcurve
In de drukcurve kan je onderscheid maken van de systolische en de diastolische fase. In de
systolische drukcurve zijn relaxatiefase en reservoirfase zichtbaar.

In de systolische fase vult het LA zich door te ontspannen en daarna door het actief omlaag
getrokken worden door het mitralisklepvlak. Dit is S1 en S2.
S1 = ontspannen = relaxatiefase
S2 = actief omlaag gaan klepvlak = reservoirfase.

Daarna gaat de klep open en stroomt het bloed van LA naar LV. Dit is de passieve vulling. Daarna
komt de actieve vullingsfase, samen knijpen van het LA. Na deze contractie is LA het kleinste.

Cor triatriatum
Klassieke congenitale afwijking waar de longvenen uitkomen in een gemeenschappelijke ruimte die
via een nauwe opening in verbinding met het LA. Er is een tweedeling in het LA door een schot met
een gat erin. Het doppler flowpatroon vertoont een convergentiezone ter plaatse van het gat,
meestal in het midden van LA.

Longvenen
Normale inmonding en normale flowpatronen
Op ap4ch zijn twee longvenen goed te zien. de rechterbovenste en linkeronderste. LAA krijg je in
beeld door een klein beetje te roteren naar boven/voren. Posterior zie je dan de linker longvenen.
Rechteronderste longvene mondt uit vlakbij het atriumseptum. En kan met lichte angulatie op ap4ch
zichtbaar worden gemaakt.

Bij sommige patiënten is het mogelijk om vanuit suprasternaal alle 4 de longvene in beeld te
brengen. Je moet dan de transducer vanuit de standaard positie draaien en naar achteren anguleren.
Dit is de crab view.

De normale longveneflow bestaat uit een systolische S en een diastolische D.
Normale S-flowsnelheid: 40-60 cm/s
Normale D-flowsnelheid: 35-45 cm/s

Tijdens de atriale systole vindt er een flowomkering plaats in de longvenen. Dit is de pulmonaalvene
A of atrial reversal, Ar.
Normale duur van Ar: 137 ±31 m/s.

De systolische flow kan bij een rustige hartfrequentie bestaan uit een twee koppig patroon: S1 of Se
(early) en S2 of Sl (late). Bij jonge mensen is de S2 normaal gesproken minder hoog dan de D. bij
oudere normale harten is S2 hoger dan de D.
S2/D > 1 = normaal
S2/D < 1 = verhoogde LA-drukken.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dylenehoogendoorn0411. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.42  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added