Hoofdstuk 1: Het Geest-Lichaam probleem (Mind-body)
- Mind – geheel van processen en staten, ook wel ‘mentaal’, zoals denken, het ervaren
van emoties en hebben van overtuigen en verlangens.
- In hoeverre hebben deze mentale processen te maken met fysieke staten van ons
lichaam en brein?
- Veel wetenschappers zeggen: we moeten geest verklaren alsof het iets natuurlijks of
fysieks is, maar dit is lastig! Want:
o Mentale staten zoals gedachten, angst en dromen gaan en ergens over ze zijn
niet op zichzelf iets fysieks.
o Veel waarnemingen zijn subjectief.
- Hedendaagse theorieën zeggen: de geest verblijft in een immateriële ziel die los staat
van het lichaam.
o Meest consistente versie van dit idee is René Descasrtes’ substantiedualisme
1.1 Substantiedualisme
- Mens bestaat uit twee delen: een materiaal lichaam en een immateriële ziel/geest.
- Geest – bron van onze mentale staten en processen.
- Lichaam en geest worden gezien als eenheden die afzonderlijk bestaan, maar er is
een continue interactie.
- Descartes zegt: geest neemt geen ruimte in, want alleen materiële dingen nemen
ruimte in.
1.1.1 Twijfel als argument
- Descartes: kennis kunnen we vinden door simpelweg te twijfelen aan alles dat we
denken te weten. Vervolgens hopen dat je kennis tegen komt waar je niet aan kan
twijfelen.
- Er is één ding waar we niet aan kunnen twijfelen: dat iets of iemand aan het twijfelen
is “ik denk, dus ik besta” (cogito ergo sum).
- Descartes: materiële objecten kunnen niet denken en dus niet bewust zijn.
- Anderen zagen bewijs voor dualisme in cogito argument, gebaseerd op principe van
Leibniz: x is alleen hetzelfde als y, als ze alle kenmerken delen.
o Ook al zijn 2 biljartballen identiek hetzelfde, maar zijn nog steeds 2 aparte
ballen, want ze delen niet het kenmerk plaats in ruimte en tijd.
- Leibniz: we kunnen twijfelen aan bestaan van ons lichaam en brein, maar we kunnen
niet twijfelen aan ons bestaan als denkende denkers dus deze denkende denkers
moeten wel apart zijn van ons lichaam.
1.1.2 Twee kenmerken van het Cartesiaanse dualisme
1. Immateriële van de ziel, en daarmee het bestaan hiervan als apart van het
materiële lichaam
2. Geest is domein van de denkende ‘ik’, staat los van buitenwereld. Alleen indirect
verbonden via zintuigen (input) en via gedrag (output).
- Anti-Cartesiaans: mens bestaat niet uit 2 aparte delen en er is geen immateriële ziel.
,1.1.3 Problemen met de argumenten voor het dualisme
- Wat Descartes als argumenten had voor dualisme is volgens vele filosofen te weinig.
o Want computers hebben een vorm van redeneren en begrijpen taal.
- Ontologie – het bestuderen van wat er bestaat.
- Epistemologie – bestuderen van wat we weten en hoe we dit kunnen weten.
- Argument voor substantiedualisme gebaseerd op twijfel is incorrect, omdat het een
ontologische conclusie trekt uit een epistemologisch verschil.
1.1.4 Het interactie probleem
- Er zijn geen logische argumenten vóór dualisme, maar is een tegenargument?
- Tegenargument dualisme:
o Hoe kan een immateriële ziel het lichaam laten bewegen zoals iemand
zijn/haar arm vrijwillig beweegt? Hoe het materiële lichaam veranderingen in
de immateriële ziel veroorzaken, zoals in bewuste sensorische perceptie? –
gebaseerd op interactie probleem.
- Descartes:
o Materiële substantie horen bij fysieke rijk van extended objects.
o Immateriële zielen horen bij denkende dingen van non extended.
- Causale geslotenheid van het fysieke domein: het idee dat het plaatsvinden van elke
fysieke gebeurtenis een geheel fysieke verklaring heeft.
1.2 Logisch behaviorisme
- Hoe kan immateriële ziel wetenschappelijk bestudeerd worden?
o Introspectie – naar binnen kijken in jezelf en subjectieve ervaringen zo
nauwkeurig mogelijk rapporteren.
o Probleem is dat dit niet bewezen kan worden door anderen
- Als reactie zei Watson – psychologie is een gedragswetenschap: behaviorisme
- Gilbert Ryles’ boek The Concept of Mind: ons denken over de geest is diep van binnen
nog steeds Cartesiaans.
o Logisch/psychologisch behaviorisme: vermijdt dilemma
1.2.1 De para-mechanische hypothse
- Ryle’s kritiek op mind-body problem:
o Para-mechanical hypothesis – intelligent gedrag wordt gekenmerkt door zijn
specifieke causale herkomst.
o De hypothese zegt dat gedrag en geest slecht causaal verbonden zijn
gedrag is dus geen deel van de geest.
1.2.2 De geest is geen causale verklaring voor gedrag
- Para-mechanische hypothese – geest oproepen om causaal een specifieke klasse van
gedrag verklaren.
- Ryle zegt we zijn blijkbaar al in staat om intelligent gedrag te onderscheiden van non-
intelligent gedrag voordat we überhaupt met een verklaring erover komen
, 1.2.3 ‘De geest’ als set van gedragsmatige disposities
- Ryle zegt: geest is deel van ons gedrag en niet de oorzaak ervan.
- Disposities – specifieke neigingen
o Bijv: een glas water oppakken en opdrinken als die voor je staat
- Verschil tussen logisch behaviorisme en psychologisch behaviorisme is:
o Psychologisch – gedrag bestuderen in plaats van de geest
o Logisch – geest verklaren aan de hand van gedrag
1.2.4 Argumenten tegen logisch behaviorisme
- Twee voorbeelden:
o Actrice kan pijn nadoen en laat exact de gedragsdisposities zien die bij pijn
horen, maar toch voelt zij geen pijn.
o Of iemand kan zo goed pijn weerstaan dat hij/zij dit helemaal niet uit, maar
eigenlijk wel veel pijn heeft.
- Nu lijkt het alsof we mentale staan van het pijn lijden niet kunnen vaststellen in
gedragstermen
- Mentaal holisme – mentale staten zijn geen geïsoleerde gebeurtenissen, maar delen
van complexe netwerken van staten
- Mentaal holisme zegt dat er geen een-op-een verbindingen is tussen mentale staten
en gedragsdisposities (Ryle zegt van wel)
o Je drinkt bijvoorbeeld geen water, omdat of je hebt geen dorst, denkt dat het
giftig is of je denkt het is onbeleefd.
- Verbinding tussen geest en gedrag is niet causaal maar conceptueel.
1.3 De identiteitstheorie
- Identiteitstheorie – de geest neemt plaats in de immateriële ziel
- Edwin Boring – bewustzijn kan het best begrepen worden als een breinproces en
identiek zou kunnen zijn aan een breinproces.
- Ullin Place – herontdekte idee van Boring identiteitstheorie beste alternatief!
1.3.1 Bewustzijn als een hersenproces
- Bewustzijn is een hersenproces
o Wat betekent is? Karakteriseren of naar een eigenschap verwijzen?
o Het woord is wordt hier gebruikt om identiteit aan te duiden
o Is staat voor constitutie, niet voor definitie
- Bewustzijn is dus hetzelfde als een bepaald breinproces
1.3.2 Mentale taal is ‘onderwerpneutraal’
- Smart ging het idee van Place nog verder uitwerken
o Identiteitstheorie op hele geest toepassen
o Brein en geest hetzelfde?
o Belangrijkste bijdrage: mentale taal – de manier waarop we over onszelf en
andere praten over hoe we denken, voelen, willen, etc. – is topic neutral.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carien_upmeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.