Uitgebreide, volledige samenvatting + aantekeningen voor het vak fundamenten van de psychologie.
10 views 0 purchase
Course
Toegepaste psychologie (OSMINPSYCHC118)
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Fundamenten van de psychologie
In deze samenvatting staan alle hoofdstukken de er geleerd moeten worden voor de toets fundamenten van de psychologie. Daarnaast staan in de samenvatting de aantekeningen van de lessen uitgewerkt. Hierdoor heb je net die extra informatie en duidelijkheid die handig kan zijn bij de toets.
De samen...
1, 2, 4, 5, 6, 7, 9 en 10
October 17, 2022
32
2022/2023
Summary
Subjects
psychologie
minor onderwijs
fundamenten
fundamenten van de psychologie
inleiding in de toegepaste psychologie
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Lerarenopleiding Basisonderwijs / PABO
Toegepaste psychologie (OSMINPSYCHC118)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
samanthaz
Reviews received
Content preview
Samenvatting fundamenten van de psychologie
Week 1: hoofdstuk 1 + aantekeningen
Psychologie is een wetenschap, waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die gedragsevidentie gebruikt
wordt om de interne processen te begrijpen die aan het gedrag ten grondslag liggen.
De ontwikkelingen die de psychologie mogelijk gemaakt hebben.
In het oude griepen waren filosofen zoals Aristoteles, Socrates en Plato al aan het debatteerden over motieven
voor het menselijk handelen en over wat zich in het brein afspeelt.
Volgens Plato moest er onderscheid gemaakt worden tussen de ware, onzichtbare wereld van
onveranderlijke, ideale vormen en de zichtbare, veranderlijke wereld. De ziel van een mens is deel van de
ware, ideale wereld. Zij keert na de dood weer terug naar de kosmos. De kennis kwam voort uit de geest.
Observaties waren onzin, omdat die geen toezicht hadden tot zichtbare wereld.
Aristoteles hechte meer waarde aan observaties, maar hieruit kon geen kennis op gebaseerd zijn. Wiskunde
was de ideale wetenschap, in het bijzonder meetkunde, omdat alle kennis over ruimtes afgeleid kon
worden vanuit een klein aantal axioma’s (wiskundige logica).
De rooms-katholieke kerk had na de val van het romeinse rijk een belangrijke rol in de kennis. Zij vertaalden de
geschriften van Plato en Aristoteles in een kerkelijke leer. Gaandeweg gingen ze steeds meer opzoek naar
ander geschriften, omdat er veel kennis in de westerse wereld verloren was gegaan. In de renaissance gingen
ze daadwerkelijk opzoek naar oude geschriften.
Wetenschappelijke revolutie het inzicht dat de ware kennis gebaseerd is op systematische observatie en actief
ingrijpen in de wereld. Factoren die hierin een rol hebben gespeeld zijn de verminderde macht van de rooms-
katholieke kerk, een herwaardering van de handel en handarbeid (iedereen moest leren lezen), de uitvinding
van de boekdrukkunst (informatie sneller verspreiden), de ontdekkingsreizen, de confrontatie met andere
beschavingen, de oprichting van universiteiten en een periode van welvaart. Het startpunt van de
wetenschappelijke revolutie was Copernicus, hij stelde dat de aarde rond de zon draaide en de kalender die ze
toen de tijd hanteerde ook niet helemaal correct was. Hij schreef een brief hierover, maar het werd
tegengehouden door de rooms-katholieke kerk. Deze theorie werd na de dood van Copernicus onderbouwd
door Galileo Galilei. Galileo had nieuwe observaties gedaan door het uitvinden van de telescoop. Newton
werkte de inzichten van Galileo verder uit. Dit wordt als het beginpunt van de eerste natuurwetenschap, de
fysica, beschouwd. Dit alles is de copernicaanse revolutie.
Later stelden geleerden vast dat nieuwe kennis mogelijk gemaakt kan worden door observaties en
experimenten.
Gaandeweg ontwikkelde zich de wetenschap veel meer. Hierin ontstonden er twee aparte culturen namelijk de
klassieke, humanistische cultuur en de nieuwe, natuurwetenschappelijke cultuur.
Ook werd er steeds meer nieuwsgierigheid gewekt over de processen die niet te observeren waren bij mensen.
bijvoorbeeld dat sommige mensen meer verwerkingstijd nodig hebben. Daarnaast hebben ze een methode
ontwikkeld om de snelheid van informatietransmissie in de zenuwen op te meten. Voorheen dachten ze dat
het een onmeetbare snelheid was.
Donders ging door op deze theorie en ontwikkelde een apparaat die in staat was de tijd te meten tussen het
moment dat de stimulus aangeboden werd en het moment waarop de proefpersoon begon te antwoorden. Dit
onderzoek is het begin geweest van de mentale chronometrie, een techniek waarbij men de psychologische
processen in informatieverwerking probeert te achterhalen door te kijken naar de reactietijd.
Een andere ontwikkeling in de 19e eeuw was het ontstaan van de evolutietheorie door Charles Darwin. In 1859
publiceerde Darwin: “The Origin of the Species” waarin zijn theorie beschreven stond. De evolutieleer houdt de
overtuiging in dat alle huidige leven, inclusief dat van de mens, ontstaan is vanuit vroegere levensvormen.
Darwin documenteerde zorgvuldig het proces van “natuurlijke selectie” (survival of the fittest).
Later kwam de overtuiging dat omdat mensen geëvolueerd waren uit dieren, kon hun gedrag bestudeerd
worden, zoals men diergedrag bestudeerde en was het zinvol om de gelijkenissen en verschillen te
onderzoeken tussen diergedrag en menselijk gedrag.
Het ontstaan van de psychologie
René Descartes (rationalisme), ging uit van vier principes:
, Dualisme: De mens bestaat uit een lichaam en een geest die onafhankelijk van elkaar zijn. De geest heeft
een vrije wil en vormt de kern van het menselijk brein.
Het rationalismestelt, dat de waarheid achterhaald kan worden door gebruik te maken van de rede. Om de
mens te begrijpen moest men over hem nadenken. Door het toepassen van logica kan er nieuwe informatie
afgeleid worden uit de bestaande informatie.
Het nativisme: sommige kennis is aangeboren. Vanuit de aangeboren kennis kon men de volledige waarheid
herleiden.
Het universum is een machine die wiskundig beschreven kon worden. God had deze gemaakt en in werking
gesteld. Hierdoor is het menselijke lichaam aan natuurwetten onderworpen en kon je het bestuderen.
Empirisme: de inhoud van de geest worde niet gevormd door aangeboren ideeën en afgeleide inzichten, maar
via zintuigelijke ervaringen die met elkaar geassocieerd worden (conditionering).
Doordat er zo veel meer aandacht kwam om het menselijke gedrag binnen de filosofie, is de psychologie
‘ontstaan’. Er zijn verschillende belangrijke stromingen binnen de psychologie:
Structuralisme: Wilhelm Wundt richtte als eerste een psychologisch laboratorium op (1879). Hij probeerde
op basis van introspectie de structuur van bewustzijn te ontdekken. Introspectie: kijken naar het eigen
bewustzijn van binnenuit, nadenken over eigen psychisch functioneren. Hierin maakte hij onderscheid in:
o Interne Wahrnehmung: als filosofen nadenken over het eigen psychisch functioneren.
o Externe Sebestbeobachtung; een proefopzet om iets te controleren.
Als snel verschenen er in andere landen ook laboratoriums. Ook in Parijs waar Alfred Binet samen met
zijn assistente een intelligentietest ontwikkelde.
Het functionalisme een stroming die in Amerika ontstond. Ze waren meer gericht op toegepaste
psychologie, dus gericht op praktische oplossingen en het onderwijs te optimaliseren. Het functionalisme
werd sterk beïnvloed door de evolutietheorie. Een belangrijk figuur binnen deze stroming is William James.
Hij is bekend geworden door zijn boek ‘The principles of psychologie’, dat een groot aantal psychologische
onderwerpen behandelde.
Behaviorisme een stroming waarin men het standpunt huldigt dat enkel observeerbaar, meetbaar gedrag
het onderwerp kan vormen van psychologisch onderzoek en theorievorming.
o Een uitbouw van het behaviorisme is het positivisme. Dat houdt in dat de natuurwetenschappen de
beste manier waren om de wereld te begrijpen en kennis te genereren. Daarom was het zo belangrijk
om te expliceren wat de methode precies inhoudt, zodat de methode beschikbaar gesteld kon worden
aan nieuwe disciplines.
In beiden stromingen was het ook handig dat er dan een operationele definitie kwam. Er werd dan
niet meer gezegd ‘honger’ maar ‘iemand die 6 uur geen eten meer op heeft’. Verder kwamen er
onafhankelijke variabelen, het variabel dat inwerken op de proefpersoon en door de onderzoeker
gemanipuleerd kunnen worden, zoals eten.
Afhankelijke variabelen zijn de gedragingen van de persoon of het dier die de onderzoeker wil meten
of nagaan. Hierdoor kan het behaviorisme ook wel een S-R-psychologie genoemd worden. Stimulus
lokt een respons uit (conditionering).
Psychoanalyse: het bewustzijn en het gedrag zijn slechts zeer oppervlakkige fenomenen en liggen de ware
oorsprong van het ontstaan van een persoonlijkheid verschillen en mentale stoornissen bij het onbewuste
krachten. Een belangrijk persoon hierbinnen was Sigmund Freund. Hij ontdekte dat mentale stoornissen en
sommige lichamelijke symptomen een psychische oorzaak hebben, te wijten aan uit hun bewustzijn
verdrongen trauma’s. De onderzoekmethode werd dan ook hermeneutiek genoemd. Het leek meer op het
begrijpen van het verleden dan op het onderzoekswerk van de natuurwetenschapper.
Cognitieve psychologie: de overtuiging dat men menselijk gedrag niet kon begrijpen en voorspellen zonder
beroep te doen op informatie verwerkende (cognitieve) processen die zich afspelen in de hersenen.
De moderne psychologie: tegenwoordig gaan we ervan uit dat het functioneren van de mens het gevolg is
van drie invloeden:
o Biologische invloed: invloeden die genetisch bepaald zijn of vanuit het lichaam te verklaren. Zo is er bij
agressie een gen dat het kans op agressie vergroot. Daarnaast komt het uit het limbisch systeem dat
medeverantwoordelijk is voor het reguleren van emoties.
o Psychologische invloeden: ervaringen uit het verleden die ervoor zorgen dat je op een bepaalde
manier reageert. Denk aan beloning op agressie of leren iets als snel dreigend te ervaren
o Sociale invloeden: mensen leren op basis van wat ze observeren bij anderen. Als een kind uit een
gezin komt waar veel agressie is, dan kunnen ze ook zelf agressiever reageren.
, De psychologie speelt een steeds belangrijkere rol in onze samenleving. Mensen zien zichzelf en hun relaties
met anderen hoe langer hoe meer vanuit psychologisch perspectief. Dit wordt de psychologisering van de
maatschappij genoemd.
Er bestaat ook een toenemende interesse voor de resultaten van psychologisch onderzoek, waarbij men
verwacht dat die eenvoudig te begrijpen zullen zijn.
Toch blijken mensen een verkeerd beeld te hebben van psychologen, dat gebaseerd is op stereotypes
aangereikt door de media en populairwetenschappelijke boeken.
De meeste psychologen werken in de algemene dienstverlenende sector, waardoor de kans groter is dat je hen
zult ontmoeten in het dagelijks leven dan in een klinische setting.
Week 2: hoofdstuk 3 + aantekeningen
Van zintuigelijke gewaarwording naar waarneming
De gewaarwording (de sensatie): de opname van stimulatie uit de omgeving en het vertalen van deze
stimulatie in elektronische neuronale signalen die naar de hersenen gestuurd worden en daar omgezet worden
in beelden, klanken, geuren en smaken. De stipjes op een plaatje
De waarneming (de perceptie): het organiseren, interpreteren en begrijpen van de gewaarwording. De stipjes
vormen samen een dalmatiër (hond). Een zinvolle voorstelling van de wereld maken van de gewaarwording.
Waarneming werkt zo snel dat je meestal niet bewust bent van de tijdsperiode tussen zien, interpreteren en
begrijpen.
Deze twee verschillende processen werken nauw samen om je te kunnen laten zien, ruiken, voelen ect.
Agnosie: Agnosie is dus het onvermogen om dingen (beelden, geluiden, geuren) te herkennen, die via de
zintuigen (ogen, oren, neus, mond, tast) waargenomen worden.
De zintuigen zelf zijn nog intact en er is geen sprake van geheugenverlies. Je ziet het nog wel, maar het stukje
‘herkenning’ is kapot in het brein. Agnosie is meestal beperkt tot één zintuig.
Bij visuele agnosie: de gewaarwording wordt niet meer geïnterpreteerd, waarvoor iemand wel voorwerpen
kan zien, maar ze niet thuis kan brengen.
Het oog (retina) ziet er zo uit ->
5% van de activiteit van de hersenen zijn bewust en gepland. Ze worden
gebruikt in nieuwe situaties, nadenken en kiezen. Heeft een focus op de
lange termijn. Is beheerst (langzaam, gericht, vermoeiend) en flexibel.
Genaamd Intentie.
95% zij onbewust en automatisch. Dagelijkse acties, gewoontehandelingen.
Focus op hier-en-nu. Automatisch (snel, ongericht, onbeheerst, moeiteloos.
Niet flexibel. Genaamd context.
Waarneming is een actief proces
Er zijn verschillende redenen waarom de waarneming van ons complexer is dan we zelf denken.
Het signaal dat in onze hersenen aankomt is onvolledig, omdat we in ons ook een blinde vlek hebben. Dit
houdt in dat er op een bepaald gedeelte in het oog geen cellen zitten die het licht op vangen en doorsturen
naar de hersenen. Daarnaast beperkt ons neus een deel van het zicht. Andere redenen zijn oogbewegingen
en oogknipperingen. Tot slot hebben we geen volledig helder beeld, behalve dat wat op de fovea valt. Deze
aspecten zorgen voor gaten in de informatietoevoer naar de hersenen. Onze hersenen vullen de
ontbrekende stimulusinformatie aan.
Onze beelden die op onze retina’s (ogen) bevinden zijn plat. Vanuit deze tweedimensionale beelden wordt
een driedimensionale voorstelling van de wereld gemaakt. Doordat we weer diepte, hoogte en lengt zien
kunnen we ons voortbewegen in de ruimte. Het waarnemen is lastiger dan je zou denken, dat komt omdat
licht geen informatie over de afstand bevat. We denken ook dat de zon en maan even ver van ons weg
staan, terwijl dat in werkelijkheid niet is.
Het binnenkomend signaal van een voorwerp veranderd voortdurend, denk maar aan iemand die wegloopt
of een voorwerp van de andere kant bekijken. Toch wordt het geen ander voorwerp als weer het van een
andere kant zien.
Perceptuele constantie: gelijkblijvende voorwerpen, ondanks dat er voortdurend een verandering is in het
retinale beeld. Belangrijkste hiervan zijn grootte, vorm, licht en kleur. Het zorgt ervoor dat onze gewaarwording
gecorrigeerd wordt en we de werkelijke vormen, groottes en kleuren van de wereld zien. We vullen het
ontbrekende gedeelte aan, denk aan een auto die je van één kant ziet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samanthaz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.