Volledige, uitgebreide samenvatting voor hersenen en gedrag.
18 views 1 purchase
Course
Hersenen En Gedrag (OSMINPSYCHC218)
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Hersenwerk
In deze samenvatting staan alle hoofdstukken de er geleerd moeten worden voor de toets hersenen en gedrag. Daarnaast staan in de samenvatting de aantekeningen van de lessen uitgewerkt. Hierdoor heb je net die extra informatie en duidelijkheid die handig kan zijn bij de toets.
De samenvatting best...
1, 3, 4, 6, 7 en h.2 van fundamenten van de psychologie
October 17, 2022
21
2022/2023
Summary
Subjects
os minpsychc2 18
hersenwerk
hersenen
hersenen en gedrag
toegepaste psychologie
fundamenten van de psychologie
inleiding in de toegepaste psychologie
hogeschool utrecht
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Minor Inleiding Toegepaste Psychologie
Hersenen En Gedrag (OSMINPSYCHC218)
All documents for this subject (25)
Seller
Follow
samanthaz
Reviews received
Content preview
Samenvatting hersenen en gedrag
Week 1: Hersenwerk H3 & aantekeningen
Er is oneindig veel vragen te stellen over ons gedrag en wat daar ten grondslag aan ligt. De
psychologie is een wetenschap die zich ermee bezighoudt. In de loop der tijd zijn er verschillende
stromingen ontstaan die allemaal een eigen visie hebben op hoe iets verklaard wordt.
Veel wetenschappers houden zich bezig met neurale correlaten. Neuraal verwijst naar hersencellen
en zenuwen. Correlaat naar onderling gerelateerd. Ze zijn dus opzoek naar de relatie tussen bepaalde
neuronen. Geeft een samenhang tussen hersenactiviteit en ervaring.
Neuropsychologie is ruimer dan de neurowetenschappen en het gaat opzoek naar de relatie tussen
de werking van ons brein en de gedragingen. Dit kan onderzocht worden op drie niveaus:
Persoonlijk: hoe kijk je naar gedrag van jezelf en belangrijke andere?
Werk: hoe kijk je naar gedrag als professional als hulpverlener ect.
Maatschappij: wat betekend een en ander voor je kijk op de maatschappelijke kwesties? Denk
aan rechtspraak, onderwijs de verzorgingsstaat ect.
De neuropsychologie is verwant aan twee dingen:
Als eerste de biologische psychologie: gaat over of het aangeboren (nature) is of aangeleerd
(nurture). Hierbinnen heb je verschillende stromingen die allemaal anders erover denken. VERTALEN
FOTO PP.
De uitgangspunten zijn:
De mens is ‘een beschreven blad’. Al bij de conceptie wordt erfelijke bagage, het DNA, van de
mens vastgelegd. Deze bepaalt of beïnvloedt -daarop lopen de opvattingen uiteen binnen de
stromingen- de gedragsmogelijkheden.
Gedrag en gedachten, emoties en motieven hangen altijd samen met biologische processen in het
lichaam. Zo kan gedrag worden veroorzaakt door een virus, een erfelijk gen, een cel afwijking, en
een teveel of te kort aan hersen- en lichaamsstofjes zoals neurotransmitters en hormonen.
De hersenen zijn het belangrijkste orgaan bij het sturen van gedrag, gedachten, emoties enz.
Zonder hersenen is gedrag onmogelijk.
Mensen zijn product van langdurige evolutionaire geschiedenis. Gedrag van mensen kan
begrijpelijk gemaakt worden door het te verplaatsen binnen de evolutie.
De anderen theorie is evolutionaire psychologie. De uitgangspunten van deze theorie zijn:
Hersenen zijn, net als alle andere onderdelen van het lichaam, de uitkomst van een evolutionair
proces.
Daaruit volgt dat, al is iedereen uniek, ieders geest ook kenmerken heeft die terug te vinden zijn
bij alle andere mensen. Deze kenmerken worden doorgegeven door middel van natuurlijke
selectie doorgegeven van generatie op generatie, omdat ze helpen bij overleving dan wel bij
voortplanting.
Deze universele kenmerken van de menselijke geest, psychologische adaptaties genoemd, zorgen
ervoor dat onze gedragsmogelijkheden gereduceerd worden tot beperkt aantal acties.
Psychologische adaptaties zijn complex, bestaan uit verschillende onderdelen, zijn functioneel
gespecialiseerd en bovendien talrijk, snel, automatisch en onbewust!
oMassive modularity hypothesis: The mind is a “a collection of instincts adapted for solving
evolutionarily significant problems - the mind as a Swiss Army knife”.
Denk bijv. aan snel en gepast reageren op bijvoorbeeld een slang of op een mogelijk
ontrouwe partner.
Charles Darwin is een van de eerste die onderzoek deed naar de evolutietheorie. Hij heeft meerder
verklaringen ontdekt.
Natuurlijke selectie (survival of the fittest (passend): Door te weinig voedsel, zuurstof en warmte
kan alleen de dieren die het best aangepast zijn op de omgeving het meeste kans om in leven te
blijven. Ze kunnen beter voedsel vinden, zichzelf verdedigen waardoor ze meer gezonde
nakomelingen kunnen krijgen dat de minder goed aangepaste soortgenoten.
, Hoe onderscheid je adaptaties (aanpassingen) van eigenschappen die niet bijdragen aan
overleving en voortplanting? Ze zijn:
ocomplex van aard
obestaan uit verschillende onderdelen
owerken automatisch
ohebben een duidelijke functie.
Sommige eigenschappen zijn helemaal niet handig om te overleven. Dat hoort bij de seksuele
selectie. Seksuele selectie heeft meer invloed op het uiterlijk en gedrag van mannetjes dan op dat
van vrouwtjes. Dit verschil wordt seksueel dimorfisme genoemd. Het houdt verband met de
hoeveelheid tijd en energie die mannetjes of vrouwtjes in het nageslacht stoppen. Mannetjes
hebben meer mogelijkheden om kinderen te krijgen dan de vrouwtjes. De mannetjes moeten dus
‘vechten’ om de vrouwtjes en hebben daarom een mooi uiterlijk nodig. Hoewel vrouwtjes niet
hoeven te ‘vechten’ hebben ze een minder mooi uiterlijk. Seksuele selectie selecteert dus op
andere eigenschappen dan natuurlijke selectie. Bij dieren: mannetjes groot sterk en agressief.
Vrouwtjes zijn kieskeurig.
Na Darwin zijn er nog meer onderzoekers geweest die dit onderwerp hebben onderzocht. Hierin is
meer inzicht gekregen in de erfelijkheid (DNA en genen).
Ethologie: onderzoek naar de adaptieve waarde van diergedrag. Hierin worden de volgende vragen
gesteld:
Wat is de directe oorzaak van gedrag?
Hoe ontwikkelt gedrag zich?
Wat is de functie voor overleving?
Wat is de evolutionaire geschiedenis van gedrag?
Kanrad Lorenz onderzocht het mechanisme van imprinting. Dat is een genetisch geprogrammeerd,
snel leerproces binnen een kritische periode.
Bill Hamilton voegde inclusieve fitness toe aan de theorie van Darwin. Inclusieve fitness is dat het
niet alleen gaat om het grootbrengen en produceren van eigen nageslacht, maar ook die van je
broertjes of zusjes, omdat deze ook een deel van de genen heef die jij hebt.
Ook werd het gedrag van mensen met dieren vergeleken. Hieruit kwamen enkele verschillen naar
voren die bij mensen wel zijn, maar bij dieren niet:
Cumulatieve cultuur: we nemen niet alleen dingen van elkaar over, maar brengen ook
verbeteringen aan.
Shared intentionality: samen iets doen en bereiken, dieren zijn veel meer op het individu gesteld.
Cognitieve archeologie: op basis van vondsten, fossielen en artefacten (ongewenste overblijfselen)
wordt een beeld gevormd van onze voorouders.
Er is ook kritiek gekomen op de evolutionaire psychologie namelijk:
Star, het is alsof alles om aangeboren instincten draait.
Het is niet te toetsen, het zijn verklaringen achteraf die het moeten bewijzen.
Politieke agenda? Seksistisch?
Naturalistic fallacy: het idee dat wat men in de praktijk aantreft, ook als juíst aanziet.
Te veel nadruk op genen. Nog te weinig kennis van epi-genetica: het tot expressie komen van
genen in samenspel met de omgeving.
Ons brein in een notendop
Bij al onze gedragingen, gewaarwordingen, ervaringen, gedachten en gevoelens is ons brein
betrokken!
Het menselijk brein is een mysterieus orgaan, een onvoorstelbaar complex systeem van netwerken
van neuronen dat altijd actief is, altijd zoemt en ronkt ook als we slapen of dagdromen.
Met de moderne scantechnieken kan naar hersenen (in actie) van levende mensen worden gekeken.
Er zijn twee soorten stofjes in ons brein:
, Grijze stof, deze zijn verantwoordelijk voor informatieverwerking. Deze ligt aan de buitenkant van
onze hersenen. Voornamelijk cellichamen en dendrieten.
Witte stof, deze zijn verantwoordelijk voor informatieoverdracht. Deze ligt dan ook aan de
binnenkant van onze hersenen. Zijn de axonen.
Het brein is een zachte klomp hersencellen bestaande uit:
Neuronen: naar schatting ongeveer 80 miljard.
Neuronen zijn verantwoordelijk voor de
overdracht zintuiglijke, motorische en
interneuronale informatie. Er zijn heel veel
verbindingsmogelijkheden soms wel 150.00 per
cel.
Gliacellen: ongeveer evenveel als neuronen.
Gliacellen zijn als het waren de steuncellen: ze zijn
voor structuur/stevigheid, aanvoer
voedingsstoffen, opruimen afval, isolatie axonen
(myeline), wegwijzen, vorming bloedhersenbarrière, bufferfunctie
Onze neuronen en hun verbindingen bepalen ons gedrag, wie we zijn. Deze relatie achterhalen is niet
eenvoudig.
Week 2 en 3:
Hersenwerk H1 en Fundamenten H2 + aantekeningen
Neurowetenschappers bestuderen het zenuwstelsel, deze bestaan grofweg uit het brein,
ruggenmerg en de zenuwen in ons lichaam. Een belangrijk onderscheid dat ze maken is tussen
‘structuur’ en ‘functie’ van de hersenen.
De structuur slaat op de anatomische structuren, dus een hersendeel daadwerkelijk uit andere
neuronen bestaat.
De functie slaat op de dat deze hersengebieden iets anders doen.
Vormen en functie van neuron
Een neuron bestaat uit een cellichaam, aan het
cellichaam zit een bos ‘haren’ genaamd de
dendrieten. Op die dendrieten zitten ionenpoortjes
meestal zitten die dicht, maar soms gaan ze open.
Dan gaan er positieve deeltjes (na+, voor
activering) naar binnen. Deze gaan doormiddel van
de membraan verplaatst naar het begin van de
axon, axonheuvel. De axon is een lange uitloper
waarmee hij de elektrische golf doorgeeft naar een
ander cel. Deze axon kan verschillen van lengte (0
tot 1 meter). Aan het uiteinde van de axon zitten
presynaptische eindknopjes. Met deze
presynaptische eindknopjes maken ze contact met ander cellen. Om de axon zitten vettige, witte
stof die in pakketjes eromheen liggen, de myelineschede. Deze vormen als het ware schubben en zijn
belangrijk voor de snelle begeleiding van de elektrische golven. In de delen waar geen
myelineschede zit, de knopen van Ranvier, hier stromen nieuwe positief geladen deeltjes (na+)
binnen voor een extra reactie. De dendriet van de ene zenuwcel staat in contact met de axon van de
andere zenuwcel dat noem je synaps. Elke zenuwcel heeft ongeveer 150 biljoen synaptische
verbindingen. Als een neuron voldoende gestimuleerd wordt door de dendrieten gaat het neuron in
actiepotentiaal, dan gaat er een elektrische golf door de axon, naar de eindknopjes. Dat signaal
doorgeven noemen we vuren. Hierin geldt een alles of niets principe, als de prikkeling niet boven een
bepaalde grens komt gebeurt er niets. Is dat wel zo dan komt er een reactie die in alle grote mate
van prikkeling hetzelfde blijft. Om weer terug in de ‘ruststand’, rustpotentiaal, te krijgen stromen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samanthaz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.