rechtsbronnen en doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde
rechtssubjecten staten en internationale organisaties
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Rechtsgeleerdheid
Internationaal Publiekrecht (3012INX4VY)
All documents for this subject (49)
1
review
By: spirit • 1 year ago
Seller
Follow
carmenschut
Reviews received
Content preview
Internationaal publiekrecht hoorcollege aantekeningen
Week 1
Aard en rol van het internationaal publiekrecht
De kracht van internationaal recht
President G.W. Bush, on the evening of 11 September 2001: “I don’t care what the
international lawyers say, we are going to kick some ass”
De aard van het modern internationaal recht (1648 Vrede van Westfalen) gedecentraliseerd system
De structuurkenmerken van de internationale rechtsorde: het moderne internationaal recht wordt van
gezegd dat het is begonnen in 1648. Toen is er een grote reeks vredesverdragen gesloten. Dit is de
eerste keer geweest dat je de staat als politieke organisatievorm zag in het internationale verkeer. Voor
die tijd had je de paus en de keizer als externe grenzen. Dat is door die verdragen anders geworden.
Dit zijn juridisch volkenrechtelijk relevante gebeurtenissen waardoor het moderne systeem is ontstaan.
Belangrijkste kenmerk hiervan: de decentrale structuur. Als je gelijkwaardige onafhankelijke
staten hebt, heb je geen centraal gezag.
Het belangrijkste gevolg van het gedecentraliseerde systeem: als gebruiker van het internationaal recht
moet je steeds opnieuw zoeken naar de grondslag voor geldend recht. Er moet altijd gekeken worden
of alle betrokken staten instemming hebben gegeven. De grondslag wordt niet gezocht in de natuur of
de openbaring van god (natuurrecht), maar in vrijwillig aangegane afspraken tussen rechtssubjecten
(rechtspositivisme). De grondslag is eigenlijk altijd de instemming. Anders kan je niet bewijzen dat er
een bindende regel is. Die basis/grondslag moet altijd gezocht worden en daarom wordt er ook wel
gesproeken van de horizontale structuur van de internationale rechtsorde.
Instemming van Staten en tegenwoordig ook andere rechtssubjecten, als grondslag van het
internationaal recht (voluntarisme)
“International Law governs the relations between independent States. The rules of law binding
upon States therefor emanate from their own free wil as expressed in conventions or by usage
accepted as expressing principles of law…” het lotusbeginsel. Vernoemd naar het schip.
De rol van het internationaal recht voor Nederland
Op veel terreinen is internationale samenwerking gevraagd; er wordt steeds meer
internationaal recht gecreëerd, zoals vrede, veiligheid, milieubescherming, klimaatcrisis, etc.
Nederland is stevig ingebed in de internationale organisaties en partij bij talloze verdragen
De rechten en plichten die hieruit voortvloeien werken door in de Nederlandse rechtsorde; des
te meer door het open, ‘monistische’ grondwettelijk systeem
Bronnen van het internationaal recht
Bronnen van Internationaal Publiekrecht: het vinden van de geldende regels is lastiger dan in een
nationaal rechtssysteem, omdat er geen aparte/alleenstaande wetgever is zoals bij nationaal recht.
Artikel 38 lid 1 Statuut Internationaal Gerechtshof (bij Handvest-VN): de tekst van dit statuut dateert
van 1919. De belangrijkste formele bronnen:
Verdragen
Algemene Beginselen (incl. billijkheid)
Gewoonterecht
Subsidiair: gerechtelijke beslissingen (zijn niet een formele rechtsbron) (en juridische
geschriften)
Niet in het Statuut (artikel 38 lid 1):
1
, o Besluiten van Internationale Organisaties die grote normatieve invloed kunnen hebben
in formele zijn als ze wel bindend zijn. Alleen bindende besluiten behoren hiertoe.
o Eenzijdige rechtshandelingen
o (Gewoonte)recht met de status van jus cogens (dwingend recht wat een hogere status
heeft dan ander internationaal recht en wat alle andere regels opzijschuift). Het
interessante is dat de categorie van dwingend recht niet ter discussie staat, maar welke
normen er precies onder vallen is eindeloos betwist en je kan zeggen dat alleen het
verbod op slavernij en genocide als iedereen zijn aanvaard als jus cogens.
In het Statuut maar buiten het recht/gebruik in praktijk: de optie van artikel 38 lid 2 Statuut
Internationaal Gerechtshof: redelijkheid en billijkheid (ex aequo et bono). Partijen kunnen aan
het internationaal hof vragen om niet op basis van internationaal recht een geschil te
beslechten, maar op basis van redelijkheid en billijkheid.
Verdragen (1)
Belangrijke kenmerken van verdragen als bron van internationaal recht in de brede zin:
Geschreven recht: registratie en publicatie.
Niet beperkt tot bepaalde onderwerpen: omvat bijvoorbeeld zeerecht, kinderontvoering,
immuniteiten, gezondheid, terrorismebestrijding, voedsel, mensenrechten, ontwapening, de
ruimte, vluchtelingen, milieu, etc.
Verdragen (2)
Belang registratie en publicatie: kenbaarheid. WOI is uitgebroken door een serie geheime
alliantieverdragen die men van elkaar niet kende, waardoor er een sneeuwbaleffect ontstond van
bondgenootschappen die in de strijd werden gesleurd.
Uit President Woodrow Wilsons Fourteen Points Speech (8 januari 1918): “It will be our wish
and purpose that the processes of peace, when they are begun, shall be absolutely open and
that they shall involve and permit henceforth no secret understandings of any kind. The day of
conquest and aggrandizement is gone by; so is also the day of secret covenants entered into in
the interest of particular governments and likely at some unlooked-for. The programme of the
world's peace, therefore, is our programme; and that programme, the only possible
programme, as we see it, is this. Open covenants of peace openly arrived at, after which there
shall be no private international understandings of any kind but diplomacy shall proceed
always frankly and in the public view.”
Verdragen (3)
Codificatie = neerleggen in geschriften van internationaalrechtelijke regels (vaak: bestaand
gewoonterecht) in een verdrag
Codificatie van recht: VN SG is depositaris van bijna 600 verdragen
Belangrijke momenten van codificatiegeschiedenis van het internationaal publiekrecht:
o Rond 1920: Harvard Draft en Volkenbond
o 1945-1970: International Law Commission en de Verenigde Naties
Bv: Weens Verdrag Inzake Diplomatieke betrekkingen (1961)
Bv: Weens Verdragenverdrag (1969)
o Laatste decennia: bv Statuut van Rome, VN-verdrag Immuniteiten van staten, VN
Zeerechtverdrag
Gewoonterecht (1)
2
,Gewoonterecht is een belangrijke rechtsbron. Het gaat om ongeschreven internationaal recht. Niet
alles wordt gedekt door verdragen. Twee componenten van gewoonterecht
Objectief: praktijk. Staten gedragen zich op een bepaalde manier.
Subjectief: rechtsovertuiging (ofwel: opinio juris). Staten gedragen zich niet alleen op een
bepaalde manier, maar dit doen zij omdat zij menen dat zij daartoe rechtens zijn gehouden (=
opinio juris/rechtsovertuiging).
Gewoonterecht (2)
Resoluties VN Algemene Vergadering als factor
Artikel 10 VNHV: ‘Algemene Vergadering… kan… aanbevelingen doen aan de Leden van de
VN, of aan de Veiligheidsraad, of aan beide’
Stemgedrag Leden kan uiting zijn van rechtsovertuiging in de vorming van gewoonterecht (zie
ook Legality of Nuclear Weapons Advies IGH 1996)
Kritiek op deze benadering tot de gewoonterechtsvorming: “There is no warrant for
considering that, by dint of repetition, non-normative resolutions can be transmuted into
positive law through a sort of incantatory effect: the accumulation of nonlaw or prelaw is no
more sufficient to create law than is thrice nothing to make something.”
Gewoonterecht (3)
Hoe kan een regeling van gewoonterecht wijzigen? Je hebt praktijk en opinio juris die samen leiden tot
de conclusie dat er een regel van gewoonterecht bestaat. Hoe weet je nu dat wanneer staten zich anders
gaan gedragen, dat dit een kiem van een nieuwe regel van gewoonterecht is en niet een overtreding?
Wijziging van grondrecht: is afwijkende praktijk schending van een regel of het begin van een
nieuwe regel?
Kijk naar de context van de handeling (bv rechtvaardiging, framing van de feiten)
Bestaat er iets zoals een gewoonte wat geen gewoonterecht is? Voorbeeld: de gewoonte om
wanneer overheidsschepen elkaar kruisen op zee, dat ze dan een saluutschot uitbrengen. Dat
schijnt absoluut verwacht te worden. Het is een gebruik, maar geen gebruik waarbij opinio
juris komt kijken. Het wordt niet beschouwd als gewoonterechtelijke regel, maar slechts als
gewoonte. Je moet dus kijken naar de praktijk, als de opvatting die bij hen leeft dat ze die
praktijk ook moeten voeren.
Samenloop van bronnen – regel voor aanbrengen van hiërarchie:
Lex specialis derogat lege generali (speciaal gaat voor algemeen)
o Mensenrechten en humanitair recht in Wall Advisory Opinion (2004)
Les posterior derogat lege priori (latere regel gaat voor eerdere regel)
o Vastgelegd in VN Zeerechtverdrag van 1982: voorrang boven de Geneefse Zeerecht
Verdragen van 1958
Conflictbepalingen: artikel 103 VN-Handvest
o Verplichtingen voortvloeiend uit het VN-Handvest (zoals ook resoluties
Veiligheidsraad) gaan vóór verplichtingen uit andere verdragen)
Speciale positie jus Cogens
o Nada-zaak (2012 Europese Hof voor de Rechten van de Mens)
3
, Voorbeeld bindende bron. De dwingende oproep tot een algemene wereldwijde wapenstilstand in het
licht van corona voor ten minste drie maanden. Het instrument is hard bindend, maar de inhoud is
vatbaar voor nadere politieke afspraken.
Voorbeeld niet-bindende bron. Het instituut wat je moet kennen, de soft law. Met soft law wordt
bedoeld; het is wel normatief relevant (dus de deelnemers aan het internationale verkeer zijn zich er
wel van bewust maar technisch juridisch is het niet binden, omdat het instrument niet bindend is of
omdat de inhoud vaag is). Het wordt vaak gebruikt voor teksten die in verklaringen zijn opgenomen
die niet bindend zijn.
Doorwerking van internationaal recht
De relatie tussen internationaal recht en nationaal recht kun je vanuit een theoretisch en praktisch
perspectief bekijken. Boven de stippellijn zie je de twee opvattingen, de monistische en dualistische
opvatting. Monisme ziet internationaal recht en nationaal recht als deel van een juridische sfeer. Het
dualisme stelt dat internationaal en nationaal recht streng gescheiden zijn.
Diezelfde termen en opvattingen vind je ook terug in de praktijk, tussen staten. Daar verwijst het naar
de manier waarop grondwettelijke systemen van landen, op welke manier zij het internationaal recht in
de rechtsorde ontvangen. Monistische landen hebben een receptie van het internationaal recht zonder
dat er verder nog iets aan de pas komt op nationaal niveau. Dualistische landen vereisen bij elke regel
van internationaal recht, dat deze wordt omgezet in nationaal recht om enige gelding te kunnen krijgen
in dat systeem. Nederland is gematigd monistisch; het is iets terughoudend wat betreft de receptie van
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carmenschut. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.