100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Literatuur probleem 4 goederen- en insolventierecht GIR $5.36   Add to cart

Summary

Samenvatting Literatuur probleem 4 goederen- en insolventierecht GIR

 14 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de voorgeschreven literatuur voor probleem 4 van goederen- en insolventierecht Erasmus universiteit voor de werkgroepen rechtsgeleerdheid. Literatuur over toekomstige vorderingen en in het bijzonder pandrecht op deze vorderingen.

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Probleem 4
  • October 17, 2022
  • 5
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Literatuur probleem 4
Tegenwoordige versus toekomstige goederen in het algemeen
Absoluut (objectief) toekomstig zijn goederen die in het geheel nog niet bestaan.
Relatief (subjectief) toekomstig zijn bestaande goederen die (nog) niet tot het vermogen verhoren van degene die deze
goederen als toekomstig aanduidt. Relatief toekomstige goederen worden ook wel omschreven als bestaande goederen,
waaromtrent de vervreemder nog niet beschikkingsbevoegd is.

Tegenwoordige versus toekomstige vorderingen in het bijzonder
Te onderscheiden vallen enkel en dubbel toekomstige vorderingen.
Enkel toekomstig zijn nog niet bestaande vorderingen uit een al wel bestaande rechtsverhouding. Bijvoorbeeld de
maandelijkse verschuldigde huurtermijnen voor volgend jaar uit een reeds bestaande huurovereenkomst.
Dubbel toekomstig zijn nog niet bestaande vorderingen uit een evenmin al bestaande rechtsverhouding.
Enkel en dubbel toekomstige vorderingen worden ook wel aangeduid als relatief respectievelijk absoluut toekomstige
vorderingen.

De werking van een goederenrechtelijk recht op een goed tegenover derden impliceert dat geen enkele derde op dat
goed een goederenrechtelijk recht kan verkrijgen anders dan met volle inachtneming van het eerder ontstane
goederenrechtelijke recht (prior tempore, potior iure).

Het prioriteitsbeginsel wordt afgeleid uit de regel dat men niet meer rechten kan verlenen dan men zelf heeft (de nemo
plusregel). Daar waar meerdere beperkte rechten op een goed denkbaar zijn, wordt hun rang bepaald door hun
anciënniteit en biedt de nemo plusregel geen grondslag.

Voor volledige rechten betekent dit prioriteitsbeginsel, dat derden in het geheel geen jonger volledig recht op hetzelfde
goed kunnen verkrijgen. Er bestaat dus een verbod van doublure.
Voor beperkte rechten geldt ook een verbod van doublure, al zal daar niet snel sprake van zijn. Hier krijgt het
prioriteitsbeginsel gestalte door handhaving van het oudere beperkte recht ten koste van het jongere.

Hoofdstuk 5: Overdracht
Belang van onderscheid tussen tegenwoordige, enkel en dubbel toekomstige vorderingen
Voor de openbare overdracht van vorderingen op naam (3:94 lid 1) en ook voor de vestiging van het openbaar
pandrecht op vorderingen op naam (3:236 lid 2 jo. 3:94 lid 1) is het niet van fundamenteel belang of een vordering
dubbel dan wel enkel toekomstig is.

Een principieel onderscheid tussen die typen toekomstige vorderingen is wel aan de orde bij de stille cessie van en het
stil pandrecht op toekomstige vorderingen op naam: deze zijn alleen te realiseren ten aanzien van bestaande of enkel
toekomstige vorderingen op naam (3:239 lid 1).

Ook beslag kan slechts op bestaande en enkel toekomstige vorderingen gelegd worden (475 lid 1 en 718 Rv).

Dus, openbare cessie en openbaar pand op dubbel toekomstige vorderingen op naam is wel mogelijk, beslag, stille
cessie en stil pand niet.

Dubbele overdracht en cumulatie van overdracht en beslag bij voorbaat
3:97 lid 2: dat in geval van dubbele overdracht bij voorbaat van een toekomstig goed degene die het eerst geleverd
heeft gekregen, beschermt door de jongste overdracht ten gunste van de oudste te relativeren.
Voor roerende zaken zal de oudste levering bij voorbaat het onderspit moeten delven zodra de zaak in handen is
gekomen van de latere verkrijger (lid 2). Aan te nemen valt, dat de tweede verkrijger dan wel aan de eisen van 3:86 zal
moeten voldoen, omdat hij van een beschikkingsonbevoegde heeft verkregen.

, Hoofdstuk 7: Algemene bepalingen voor pand en hypotheek
Toekomstige goederen en enkel naar de soort bepaalde goederen
Toekomstige goederen kunnen slechts bezwaard worden met beperkte zekerheidsrechten voor zover het geen
registergoederen zijn (3:98 jo. 3:97 lid 1).
Deze regel heeft tot gevolg dat een recht van hypotheek op toekomstige goederen niet mogelijk is, doch een pandrecht
wel. Daarbij geldt als algemeen vereiste van goederenrecht dat het goed voldoende bepaald is. Hieronder wordt
verstaan dat het goed identificeerbaar is op het tijdstip dat het door de pandgever wordt verkregen.
Deze bepaaldheidseis staat in de weg aan een pandrecht op soortzaken.

Bestaande en toekomstige vorderingen
De vordering tot zekerheid waarvan het zekerheidsrecht zal strekken, kan zowel een ten tijde van de vestiging van het
zekerheidsrecht bestaande als een op dat moment nog toekomstige zijn (3:231 lid 1). In beide gevallen is vereist dat de
vordering voldoende bepaalbaar moet zijn (3:231 lid 2 en 3:260 lid 1). Voldoende is een zodanige aanduiding dat aan de
hand daarvan op het tijdstip van executie kan worden vastgesteld om welke vordering het gaat.

Het zekerheidsrecht ter securering van een toekomstige vordering neemt en behoudt rang naar de datum van vestiging,
ook al zou op dat moment geen vordering bestaan of zou op enig later moment tijdelijk geen vordering bestaan (nul-
stand in rekening-courantkrediet)6.

Bescherming tegen (beperkte) beschikkingsonbevoegdheid
Onverkorte toepassing van 3:98 op vestiging van een pandrecht door een (gedeeltelijk) beschikkingsonbevoegde
pandgever zou leiden tot de overeenkomstige toepassing van 3:86.
In afwijking daarop bevat 3:238 een eigen beschermingsbepaling die derogeert aan 3:86.

Vooropgesteld moet worden dat bedoelde bescherming uitsluitend toekomt aan een vuistpandhouder.
Dit blijkt slechts indirect uit de tekst van 3:238: deze maakt gewag van goede trouw op het moment waarop de zaak in
de macht van de pandhouder of een derde is gebracht. Aangezien bij stille verpanding van zodanige macht geen sprake
is, kan hieruit worden afgeleid dat een stil pandhouder niet tegen beschikkingsonbevoegdheid van de pandgever wordt
beschermd.
Omgekeerd doet het niet ter zake of van meet af aan sprake is geweest van een vuistpandrecht (3:236) of dat het goed
eerst later (3:237 lid 3) in de macht van de pandhouder of een derde is gebracht. Bepalend is slechts dat die pandhouder
(nog) te goeder trouw is op het moment dat de zaak in zijn macht of die van de derde wordt gebracht. Voorts dient aan
alle overige vereisten voor een geldige vestiging te zijn voldaan.

Pandrecht op toekomstige roerende zaken c.a.
Vestiging van pandrecht bij voorbaat op toekomstige goederen is mogelijk (3:98 jo. 3:97). Uiteraard dient voldaan te zijn
aan het vereiste dat de te verpanden goederen voldoende identificeerbaar zijn op het moment dat zij door de
pandgever wordt verkregen.
In het algemeen wordt in dit vereiste geen beletsel gezien om een pandrecht te vestigen op alle inventarisgoederen,
machines en voorraden die zich in een bepaald bedrijf zullen bevinden. Gezien de vereiste vestigingsformaliteiten ligt
het in de rede dat juist voor deze situatie gebruik wordt gemaakt van stille verpanding in de zin van 3:237.

Voorbehoud van pandrecht
Evenals andere beperkte rechten kan ok het pandrecht worden gevestigd door middel van voorbehoud bij overdracht.
Daartoe is wel vereist dat zowel de voorschriften voor overdracht van het te verpanden goed als die voor vestiging van
het pandrecht in acht worden genomen (3:81 lid 1).

Met behulp van de constructie van voorbehouden pandrecht kan worden bewerkstelligd dat de zekerheid op onder
eigendomsvoorbehoud geleverde goederen niet direct verloren gaat wanneer de daarop betrekking hebbende
tegenprestatie wordt voldaan.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isajumelet1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71498 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.36
  • (0)
  Add to cart