Samenvatting van de literatuur behorende bij de taken (1 t/m 6) van het blok Somatoform disorders (somatoforme stoornissen) gegeven in de master Mental Health adult psychopathology aan Maastricht University. Inclusief bronvermeldingen. Heb hier zelf een 9 mee gehaald.
Ik heb nog een andere (voord...
Taak 1. Doctor: Why can’t they see what’s wrong with me?
Wat is Somatic symptom disorder?
American Psychiatric Association. (2013). Diagnostic and statistical manual of mental
disorders (5th ed.).
https://doi-org.ezproxy.frederick.edu/10.1176/appi.books.9780890425596
Gemeenschappelijk kenmerk: prominente aanwezigheid van somatische symptomen die
gepaard gaan met aanzienlijk leed en stoornissen.
Somatic Symptom Disorder (300.82 (F45.1))
A. Een of meer somatische symptomen die verontrustend zijn of tot een aanzienlijke
verstoring van het dagelijks leven leiden.
B. Buitensporige gedachten, gevoelens of gedragingen in verband met de somatische
symptomen of daarmee samenhangende gezondheidsproblemen, zoals blijkt uit ten
minste een van de volgende symptomen
1. Onevenredige en aanhoudende gedachten over de ernst van iemands symptomen.
2. Aanhoudend hoge mate van bezorgdheid over gezondheid of symptomen.
3. Overmatige tijd en energie gewijd aan deze symptomen of gezondheidsproblemen.
B. Hoewel een somatisch symptoom misschien niet voortdurend aanwezig is, is de toestand
van symptomatisch zijn aanhoudend (meestal langer dan 6 maanden).
Prevalentie
De prevalentie van somatische symptoomstoornis is niet bekend. De prevalentie van
somatische symptoomstoornis in de algemene volwassen bevolking kan rond de 5-7% liggen.
De prevalentie van somatische symptoomstoornis zal waarschijnlijk hoger zijn bij vrouwen.
Illnes Anxiety Disorder
A. Preoccupatie met het hebben of krijgen van een ernstige ziekte.
B. Somatische symptomen zijn niet aanwezig of, indien aanwezig, zijn ze slechts mild in
intensiteit. Indien een andere medische aandoening aanwezig is of er een hoog risico is
voor het ontwikkelen van een medische aandoening, is de preoccupatie duidelijk
buitensporig of onevenredig.
C. Er is een hoge mate van bezorgdheid over gezondheid, en de persoon is gemakkelijk
gealarmeerd over de persoonlijke gezondheidstoestand.
D. De persoon vertoont buitensporig gezondheidsgerelateerd gedrag (e.g., herhaaldelijk zijn
of haar lichaam controleren op tekenen van ziekte) of vertoont onaangepaste vermijding
(bv. doktersafspraken en ziekenhuizen vermijden).
E. De preoccupatie met ziekte is al minstens 6 maanden aanwezig, maar de specifieke
ziekte waarvoor wordt gevreesd kan in de loop van die periode veranderen.
F. De ziektegerelateerde preoccupatie is niet beter te verklaren door een andere
psychische stoornis, zoals somatische symptoomstoornis, paniekstoornis,
gegeneraliseerde angststoornis, stoornis in de lichaamsbeleving, obsessief-compulsieve
stoornis, of waanstoornis, somatisch type.
, Samenvatting Somatoforme stoornissen
Specificeer indien
Zorgzoekend type
Zorgmijdend type
Diagnostische kenmerken
De preoccupatie gaat gepaard met aanzienlijke angst voor gezondheid en ziekte.
Prevalentie
Prevalentieschattingen zijn gebaseerd op schattingen van de diagnose hypochondriasis. De
1- tot 2-jaarsprevalentie varieert van 1,3-10%.
Conversion Disorder (Functional Neurological Symptom Disorder)
A. Een of meer symptomen van veranderde vrijwillige motorische of zintuiglijke functie.
B. Klinische bevindingen wijzen op onverenigbaarheid van het symptoom met erkende
neurologische of medische aandoeningen.
C. Het symptoom of tekort is niet beter te verklaren door een andere medische of
psychische aandoening.
D. Het symptoom of tekort veroorzaakt klinisch significante distress of impairment in
sociaal, beroepsmatig, of andere belangrijke gebieden van functioneren of rechtvaardigt
medische evaluatie.
Diagnostische kenmerken
Motorische symptomen zijn onder meer zwakte of verlamming; abnormale bewegingen,
zoals tremor of dystonische bewegingen; gangafwijkingen; en een abnormale houding van
de ledematen. Zintuiglijke symptomen zijn onder meer een veranderd, verminderd of
afwezig huidgevoel, gezichtsvermogen of gehoor. Andere symptomen zijn een verminderd of
afwezig spraakvolume (dysfonie/afonie), veranderde articulatie (dysartrie), een gevoel van
een brok in de keel (globus), en diplopie. De diagnose vereist dat het symptoom niet door
een neurologische aandoening kan worden verklaard.
Prevalentie
De incidentie van individuele persisterende conversiesymptomen wordt geschat op 2-
5/100.000 per jaar.
Factitious Disorder
Factitious Disorder Imposed on Self
A. Vervalsing van lichamelijke of psychische tekenen of symptomen, of het opwekken van
letsel of ziekte, gepaard gaande met vastgestelde misleiding.
B. De persoon doet zichzelf aan anderen voor als ziek, verminderd of gewond.
C. Het bedrieglijke gedrag is duidelijk, zelfs in de afwezigheid van duidelijke externe
beloningen.
D. Het gedrag is niet beter te verklaren door een andere psychische stoornis, zoals een
waanstoornis of een andere psychotische stoornis.
, Samenvatting Somatoforme stoornissen
Factitious Disorder Imposed on Another (voorheen Factitious Disorder by Proxy)
A. Vervalsing van lichamelijke of psychische tekenen of symptomen, of het opwekken van
letsel of ziekte, bij een ander, gepaard gaande met vastgestelde misleiding.
B. De persoon doet een andere persoon (slachtoffer) aan anderen voor als ziek, aangetast
of gewond.
C. Het bedrieglijke gedrag is duidelijk, zelfs bij afwezigheid van duidelijke externe
beloningen.
D. Het gedrag is niet beter te verklaren door een andere geestelijke stoornis, zoals een
waanstoornis of een andere psychotische stoornis.
Opmerking: De dader, niet het slachtoffer, krijgt deze diagnose.
Prevalentie
De prevalentie is onbekend. Onder patiënten in een ziekenhuisomgeving wordt geschat dat
±1% van de personen voldoet aan de criteria voor een factitious disorder.
Barsky, A. J. & Borus, J. F. (1999). Functional Somatic Syndromes. Annals of Internal
Medicine, 130 (11), 910-921.
Abstract
De term functioneel somatisch syndroom is toegepast op verschillende syndromen die
gekenmerkt worden door symptomen, lijden en invaliditeit. Het lijden van deze patiënten
wordt verergerd door een zichzelf in stand houdende, zichzelf validerende cyclus waarin
gewone, endemische, somatische symptomen ten onrechte worden toegeschreven aan een
ernstige afwijking. Vier psychosociale factoren bevorderen deze cyclus van
symptoomversterking: de overtuiging dat men een ernstige ziekte heeft; de verwachting dat
de aandoening waarschijnlijk zal verergeren; de "ziekelijke rol", inclusief de effecten van
rechtszaken en compensatie; en de alarmerende afschildering van de aandoening als
catastrofaal en invaliderend.
Kennis van functionele somatische syndromen is onvolledig.
Fenomenologie
De verschillende functionele somatische syndromen hebben vergelijkbare symptomen die
twee belangrijke kenmerken delen: (1) ze zijn diffuus, aspecifiek en ambigu, en (2) ze komen
veel voor bij gezonde populaties. 86-95% van de algemene bevolking heeft ten minste één
somatisch symptoom in een bepaalde periode van 2-4 weken.
Overlap en co-voorkomen
De functionele somatische syndromen hebben een hoge mate van overlap en
gelijktijdigheid. Eenzelfde persoon voldoet vaak tegelijkertijd aan de diagnostische criteria
voor meerdere functionele somatische syndromen.
Epidemiologie
De verspreiding verloopt langs lijnen van intermenselijke communicatie, kennis en
vertrouwdheid, alsook van fysieke nabijheid van of blootstelling aan de vermoede
"ziekteverwekker".
, Samenvatting Somatoforme stoornissen
Comorbide psychiatrische stoornissen
Patiënten met functionele somatische syndromen hebben een verhoogde frequentie van
psychiatrische stoornissen, in het bijzonder angst-, depressieve- en somatoforme
stoornissen.
Weerstand tegen behandeling van symptomen
Functionele somatische syndromen zijn vaak ongevoelig voor gebruikelijke medische
behandelingen. Patiënten raken zo verstrikt in een vicieuze cirkel waarin de ineffectiviteit
van een behandelingsstrategie eerder leidt tot intensivering dan tot stopzetting ervan.
Conclusies
De functionele somatische syndromen veroorzaken veel lijden, leed en invaliditeit en
hebben substantiële maatschappelijke kosten.
Wat zijn de verschillen tussen DSM-IV en DSM-V?
Rief, W., & Martin, A. (2014). How to Use the New DSM-5 Somatic Symptom Disorder
Diagnosis in Research and Practice: A Critical Evaluation and a Proposal for Modifications.
Annual Review of Clinical Psychology, 10(1), 339-367. https://doi.org/10.1146/annurev-
clinpsy-032813-153745
Tot 80% van de bevolking rapporteert somatische klachten gedurende de laatste 7 dagen, en
±20% lijdt aan ernstige, invaliderende, en vaak chronische somatische klachten. De
classificatie voor somatoforme symptomen in de DSM-IV werd echter vaak bekritiseerd, en
de DSM-V stelt een nieuwe classificatie benadering voor, samengevat als "Somatische
Symptoom en Gerelateerde Stoornissen".
De problemen met DSM-IV somatoforme stoornissen
Het prototype van de somatoforme stoornissen (de somatisatiestoornis) is te restrictief
gedefinieerd. Bovendien gebruiken Anglo-Amerikaanse landen zelden de diagnose
somatoforme stoornissen. De termen somatoforme en somatisatie legden te veel de nadruk
op het dualisme tussen geest en lichaam.
Een dieper liggend probleem zou kunnen zijn dat richtlijnen over hoe dit soort
diagnoses aan patiënten moet worden uitgelegd, ontbraken. Onderdiagnose is ook duidelijk
voor de verwante functionele syndromen (e.g., chronisch vermoeidheidssyndroom,
fibromyalgie, prikkelbare darmsyndroom). Tenslotte kunnen vooroordelen in
gezondheidszorgsystemen en wettelijke regelingen de terughoudendheid om een diagnose
als somatoforme stoornis te gebruiken verder versterken. De DSM-V probeerde deze
problemen aan te pakken. Zij creëerden een nieuwe categorie: Somatische Symptoom en
Gerelateerde Stoornissen.
Het onderscheid tussen medisch verklaarde en medisch onverklaarde somatische
klachten werd afgeschaft. Een somatische klacht moet als verontrustend worden
gekwalificeerd.
Kritiek op somatoforme stoornissen was het ontbreken van psychologische criteria
die de classificatie van somatische symptomen als "psychische" stoornissen kwalificeerden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dominiquekl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.12. You're not tied to anything after your purchase.