Bijeenkomst 3:
Art 3:276 BW: Een schuldeiser kan in beginsel op alle goederen van de schuldenaar verhalen (de basis hiervoor
vindt men terug in art 20 Fw.)Art 3:277 BW: De schuldeisers hebben onderling een gelijk recht, behoudens de door
de wet erkende bevoorrechte schuldeisers (hypotheek, pand & bodemrecht).
Indien men geld op rekening heef staan, is men rechthebbende (je hebt vordering op de bank). Indien je in het rood
staat, heb je een schuld bij de bank. Giraal geld is niet tastbaar. De bank is ook geen eigenaar van het geld. Als bank
failliet gaat heb je een concurrente vordering in faillissement. Back up in NL: tot een ton is het gedekt
3:276 en 3:277: schuldeisers hebben gelijke rang (paritas creditorum). Zij kunnen zich op alle goederen van zijn
schuldenaar verhalen. Je kan zekerheidsrechten vestigen (zij kennen een hogere rang toe).
Voorrechten: fiscus heeft twee voorrechten (artikel 21 en 22 IW 1990). Het fiscaal voorrecht kent een voorrecht toe
op alle goederen van de fiscus en het fiscaal bodemrecht (goederen die zich bij derden bevinden).
Samenvatting: slechts een beperkt aantal groepen die gebruik kunnen maken van een kwaliteitsrekening:
Notaris en deurwaarder op grond van de wet, waarin een kwaliteitsrekening wordt gecreëerd met een
speciaal goederenrechtelijk regime.
Advocaat en accountant: kunnen zich ook bedienen van een afgescheiden vermogen. Dit kan wel alleen
door het maken van een stichting. Als dat zo is, kan artikel 25 Wna analoog worden toegepast. (volgt uit
ProCall & Nauta).
Andere partijen kunnen niet zomaar gebruik maken van een afgescheiden vermogen, waarop artikel 25
Wna en 19 GDW van toepassing is. Je kan natuurlijk wel een stichting in het leven roepen die niet failliet
kan gaan, maar hierop is niet hetzelfde goederenrechtelijke regime van toepassing dan bij de andere
beroepsgroepen.
Taak 5: De notaris, Wet Notarisambt, Kwaliteitsrekening, Fiduciaire
eigendomsoverdracht
De heer Sterk heef zijn woonhuis in Middelburg verkocht aan mevrouw Doornbos. Beide partjen nemen contact op
met een lokale notaris, Cramer, voor het verlijden van de transportakte. Cramer verzoekt mevrouw Doornbos de
koopprijs ad € 430.000 vast op de rekening van het notariskantoor over te maken. Cramer legt uit dat dit in het
notariaat gebruikelijk is en dat Cramer ervoor zal zorgen dat zodra de eigendom van het pand op mevrouw
Doornbos overgaat (het moment van inschrijving van de transportakte) hij het geld zal overboeken op de rekening
van de verkoper. Als gevolg van chaotsch fnancieel beheer is notaris Cramer inmiddels in grote fnanciele
moeilijkheden geraakt. De dag voordat de transportakte Sterk-Doornbos zou moeten worden verleden, wordt
Cramer failliet verklaard. Mevrouw Doornbos, die de koopprijs al had overgemaakt, neemt contact op met de
curator met de vraag of het geld zo spoedig mogelijk naar haar rekening kan worden teruggeboekt.
Laat aan de hand van het arrest HR 3 februari 1984, NJ 1984/752 (Slis-
Stroom) zien tot welke moeilijkheden bovenstaande casus aanleiding gaf ten
tjde van het wijzen van dit arrest.
Kwaliteitsrekening
Betaalt iemand op een bankrekening van een tussenpersoon, dan is het daarop bijgeschreven bedrag niet
afgescheiden van diens vermogen. Het bijgeschrevene staat daarmee bloot aan verhaal door de schuldeisers van de
tussenpersoon, ook al is de tussenpersoon in zijn verhouding tot zijn achterman verplicht het betaalde aan de
laatste door te geleiden. Dit geldt in beginsel ook voor door een notaris en deurwaarder ten behoeve van hun
opdrachtgever ontvangen bijschrijvingen.
In zijn arrest Slis/Stroom maakte de Hoge Raad onder voorwaarden een uitzondering op dit uitgangspunt. Een
vergelijkbare uitzondering staat thans in artikel 25 Wet op het notarisambt en artikel 19 Gerechtsdeurwaarderswet.
Op grond hiervan kunnen notarissen, deurwaarders, advocaten of accountants een kwaliteitsrekening aanhouden.
, Een kwaliteitsrekening is een rekening ten name van een persoon in een bepaalde kwaliteit, ook wel aangeduid als
‘rekening derden(gelden)’. Door het aanhouden van een kwaliteitsrekening kunnen notarissen etc. in hun kwaliteit
ontvangen bijschrijvingen afgescheiden houden van hun eigen vermogen. Hierdoor staat het op de desbetreffende
rekening bijgeschrevene niet bloot aan verhaal door de schuldeisers van genoemde beroepsuitoefenaars.
Gerechtigden
De normale situatie is, dat degene op wiens naam een bankrekening staat, tevens rechthebbende is van de
vordering op de bank. Indien de naam van de notaris in de tenaamstelling van een bankrekening voorkomt, leidt
dat echter nog niet noodzakelijk tot de conclusie dat hij ook rechthebbende is van de vordering op de bank.
Op grond van art. 25 Wna brengt het feit dat een bankrekening op naam van de notaris staat, niet mee dat aan
hem ook de vordering op de bank toebehoort. Het vorderingsrecht uit de kwaliteitsrekening behoort toe aan de
gezamenlijke rechthebbenden. Art. 25 lid 2 Wna bepaalt dat de notaris bij uitsluiting bevoegd is tot het beheer en
de beschikking over de bijzondere rekening. Ten laste van deze rekening mag hij slechts betalingen doen in
opdracht van een rechthebbende. Vertoont de rekening een tekort, dan dient de notaris dit aan te vullen (artikel 25
lid 3 Wna). Voorts mag de notaris, zo lang de rekening een tekort vertoont, slechts uitbetalingen doen in
evenredigheid met het aandeel van iedere rechthebbende. Rechtshandelingen van de notaris in strijd met de
wettelijke regeling, kunnen worden vernietigd door iedere rechtsreeks belanghebbende (artikel 25 lid 6 Wna).
Op grond van art. 25 lid 3 Wna behoort het vorderingsrecht uit de kwaliteitsrekening toe aan de gezamenlijke
rechthebbenden. Tussen hen bestaat een gemeenschap als bedoeld in art. 3:166 lid 1 BW. Het aandeel van iedere
rechthebbende wordt berekend naar evenredigheid van het bedrag dat te zijnen behoeve op de bijzondere
rekening is gestort. Deelgenoten hebben te allen tijde recht op uitkering (artikel 25 lid 4 Wna).
Artikel 25 lid 1: de notaris is verplicht een rekening aan te houden op zijn naam met vermelding van zijn
hoedanigheid die uitsluitend bestemd zijn voor gelden van derden.
Dezelfde regels gelden voor de gerechtsdeurwaarder op grond van art. 19 GDW.
Het arrest Slis-Stroom:
Van Hese verkoopt een restaurant aan Rijs. Rijs maakt de koopsom over op de kantoorrekening van de notaris.
Notaris = tussenpersoon. Dit is in de praktijk voor beide partjen gunstg. Voor beide partijen is er risico bij grote
transacte. Zekerheid heb je de notaris zegt van ja ik heb de koopsom ontvangen. Risico v koper; problemen voor
daadwerkelijke overdracht of faillissement kan transacte in stilstand brengen. Art 7:26 lid 3 BW.
3 miljoen gulden was gestort. Akte werd volledig en ingeschreven en koper was veilig. Transport kwam op tijd.
Verkoper was in veronderstelling; maandag wordt geld gestort. Maar kantoorrekening had nog maar 25 000. Op de
privérekening van Slis-Stroom werd 2 miljoen gulden aangetroffen. Er ontbrak echter 1 miljoen gulden en het was
onduidelijk waar dit was, het gevolg was het faillissement van Slis-Stroom en haar kantoor.
Slis Stroom verduistert het grootste gedeelte van de gelden en gaat daarna failliet. - De koopsom wordt nooit op de
rekening van Van Hese overgemaakt.
Argumenten van Van Hese:
Rijs is eigenaar van het geld = Nee, geld op een bankrekening is goederenrechtelijk niks. Je kan dit niet
specificeren waardoor het niet van jou kan zijn.
Slis Stroom was een trustee, die het geld voor Van Hese alleen beheerde = Nee, er is geen sprake van
onmiddellijke vertegenwoordiging. Van Hese kan daarnaast het geld niet specificeren + dit zou een
doorbreking zijn van de paritas creditorium omdat de verkoper wordt bevoordeeld t.o.v. andere
schuldeisers (art. 3:276/277 BW). Hij is slechts rechthebbende. Wat er van geld over was, viel in failliete
boedel (notarisrekening).
HR: het geld is deel gaan uitmaken van het vermogen van de notaris. Omdat niet de weg is gekozen van storting
van het bedrag op een afzonderlijke rekening ten name van de notaris met vermelding van diens hoedanigheid van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lawandmarketing. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.