Jurisprudentie Materieel Strafrecht
WEEK 1
Melk en Water
- rechtsvraag?
Is de boerenknecht schuldig aan de overtreding terwijl hem niks te verwijten (hij is niet op de
hoogte en er staat geen schuldbestanddeel in de do) valt?
Is de knecht strafbaar o.g.v. overtreding AVG Adam hoewel hij onwetend was dat hij
aangelengde melk afleverde?
- relevante feiten?
Veehouder wordt verdacht van ‘doenplegen’ van APV (Art. 303 Amsterdam): het aanlengen
van volle melk met water. Hij liet zijn knecht, die van niks wist, de melk aanleveren. Art. 47
lid 1 Sr. Voor overtreding is schuld/ culpa niet vereist, alleen de DO hoeft te worden vervuld.
Ondanks dat de knecht geen schuld had, is de overtreding dus alsnog door hem gepleegd.
- Rechtsgang?
Kantonrechter: niet terug te lezen in de uitspraak
Rb: De rechtbank was van mening dat de knecht niet geacht werd te testen of de melk was
aangelengd en oordeelde dat de veeboer schuldig was aan het afleveren van aangelengde
melk door middel van 'doen plegen’
Cassatiemiddel: niet onderzocht of de dader kan niet geacht worden te onderzoeken of de
melk aangelengd is, knecht had onderzoek moeten doen
A-G: De A-G is het oneens met het oordeel van de rechtbank dat het niet verweten kan
worden aan de knecht. Hij zei dat er omtrent de overtreding geen schuld zou worden vereist.
schuld staat niet in de DO, dus dit kan niet toch nog ingelezen worden
Memorie van Toelichting: er is bewust gekozen voor dit systeem (geen schuldbestanddeel bij
overtredingen, wel bij misdrijven)
HR: cassatieberoep verworpen. Knecht was niet op de hoogte van het strafbare feit. Hij had
geen enkele schuld; avas (ongeschreven schulduitsluitingsgrond afwezigheid van alle schuld).
Veehouder wel schuldig
- betekenis van het arrest voor het leerstuk inzake het schuldbeginsel aan de hand van
de volgende deelvragen:
o Wat houdt de leer van het materiële feit bij overtredingen in en welke
betekenis heeft het arrest voor deze leer?
De leer van de ‘fait materiel’: het begaan van een gedraging die voldoet aan een
delictsomschrijving is voldoende voor strafbaarheid.
In dit arrest wordt deze leer verlaten door de HR, omdat ook al voldeed de knecht aan alle
bestanddelen van de APV, het hem niet verwijtbaar was.
Start van verwijtbaarheidselement
a. Leg uit hoe het arrest heeft bijgedragen tot de introductie van het ‘element’
verwijtbaarheid in het juridische begrip strafbaar feit.
Naast het vervullen van de DO, dient het strafbare feit aan de elementen verwijtbaarheid en
wederrechtelijkheid te voldoen
Huizense Veearts
Ontbreken materiële wederrechtelijkheid
rechtsvraag: Heeft de veearts wederrechtelijk gehandeld door in strijd met art. 82 Veewet te
handelen, ook al wordt het doel van deze wettelijke bepaling dan beter beoogd?
,Rechtsregel: de dader van een strafbaar feit is niet strafbaar als de doelstelling van de
strafrechtelijke norm beter wordt nageleefd, ook al is het dan op papier gezien wel
wederrechtelijk.
Inhoud arrest
Een Huizense veearts brengt een aantal koeien opzettelijk in contact met koeien die besmet
zijn met het mond-en-klauwzeer virus. Dit is strafbaar volgens art. 82 Veewet. De veearts
stelde dat hij dit deed om de gezonde koeien lichtelijk besmet te laten maken, zodat deze
koeien antistoffen tegen een eventueel zwaardere besmetting van het virus zouden aanmaken.
Dit is hetzelfde effect als vaccinatie. De veearts deed zodoende beroep op een ongeschreven
rechtvaardigingsgrond, namelijk het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid.
Hof: veearts wel schuldig aan het overtreden van de Veewet. Volgens het hof was het geen
taak van de veearts om de algemene gezondheidstoestand te bevorderen
Hoge Raad: veearts mocht wel degelijk de taak hebben om de algemene gezondheidstoestand
te bevorderen. Volgens de Hoge Raad had de veearts naar de eisen van zijn beroep gehandeld.
De veearts was dus niet strafbaar.
De Hoge Raad introduceerde hiermee het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid. Dit
betekent dat het handelen formeel wel in strijd is met de wet, maar dat strafbaarheid ontbreekt
omdat dit handelen feitelijk niet in strijd is met het recht. In casu heeft de veearts de wet wel
overtreden maar de doelstelling van de wet werd juist beter nageleefd. De Hoge Raad stelde
de Huizense veearts derhalve in het gelijk. Na terugwijzing naar het hof is de veearts
ontslagen van alle rechtsvervolging.
Zwarte Ruiter
Casus
Rechtsvraag Kan er een hogere straf dan de mate van schuld worden opgelegd?
Hoge raad: ondanks dat de verdachte minder toerekenbaar is, kan er toch een lange straf
opgelegd worden, gevolgd door tbs. In het Nederlandse strafrecht bestaat er niet een dergelijk
principe dat er straf naar mate van schuld opgelegd moet worden; er is geen rechtsregel die
verbiedt om zwaarder te straffen dan de schuld. Er kunnen ook factoren meespelen zoals kans
op vluchtgedrag en de ernst van het feit.
Tweesporenstelsel: straffen (proportioneel) en maatregelen (tbs, isd; niet proportioneel)
De opgelegde sanctie in deze zaak valt zowel te bezien vanuit de utilitaristische theorie als de
retributivistische. Het utilitaristische aspect is de maatregel tbs; dit past bij het nastreven van
maatschappelijke doelen als achterliggende rechtvaardiging van het strafrecht. De hoge
gevangenisstraf die ernaast is opgelegd sluit weer goed aan bij de retributivistische theorie
waarin vergelding als grondslag van de straf wordt gezien.
Kritiek van Pompe: geen duidelijke theorie ten grondslag ligt aan het strafrecht; rechters
kunnen als het ware aan cherrypicking doen van beide theorieën
Het schuldkarakter van ons strafrecht wordt niet voldoende in ogenschouw genomen + TBS
wordt onvoldoende geacht de maatschappij te beschermen terwijl dit juist het doel van deze
maatregel is
, Laadbak
Rechtsvragen: wie is strafrechtelijk aansprakelijk en is aldus de normadressaat van de
verbodsbepaling?
Is in casu sprake van functioneel daderschap? (economische actitiveiten worden
aangeschreven aan het bedrijf; niet de individuele werknemers)
Casus
Op een locatie waar laadbakken of containers niet geplaatst mogen worden, treffen twee
verbalisanten een laadbak aan. Zij gaan degene achterna die daarvoor verantwoordelijk is
Wie is normadressaat?
Huurder; ondernemer in dit geval geen zeggenschap over gebruik conatiners
Taxibus
Rechtsvraag: Wanneer kan er een vergoeding worden geclaimd voor shockschade?
De feiten
Een vijfjarig meisje wordt aangereden door een taxibus die op een woonerf achteruitrijdt en
het fietsende meisje niet heeft gezien. De taxibus rijdt hierbij over het hoofdje van het meisje.
Haar schedel raakt ernstig beschadigd.
Het meisje haar moeder was ten tijde van het ongeval in huis. Een buurvrouw heeft haar
gewaarschuwd en ze is naar buiten gesneld. Toen zij buiten aankwam zag zij haar dochtertje
bewegingsloos op de grond liggen. Ze heeft geprobeerd het hoofdje van haar dochter om te
draaien en kwam hierbij met haar hand in de opengespleten schedel terecht.
Na het ongeval heeft mevrouw geestelijk letsel opgelopen en herbeleeft ze het ongeval vaak.
Mevrouw stelt de verzekeraar aansprakelijk voor haar schade.
Hoge Raad
Vooropgesteld moet worden dat het in het Taxibus arrest gaat om een vergoeding voor
shockschade en niet om een vergoeding voor het nadeel wegens het verdriet dat nabestaande
ondervinden als gevolg van het overlijden van iemand met wie zij een nauwe affectieve band
onderhielden. Dit laatste noemt men affectieschade. De Hoge Raad benadrukt dat het in deze
zaak gaat om de vraag of de moeder recht heeft op een vergoeding van de shock-schade.
Geestelijk letsel
De Hoge Raad overweegt dat iemand die een verkeersregel overtreedt en als gevolg hiervan
een ernstig verkeersongeluk veroorzaakt ook onrechtmatig handelt tegenover iemand die door
de confrontatie met het ongeval een hevige schok ervaart met geestelijk letsel tot gevolg.
Geestelijk letsel als gevolg van een confrontatie zal zich met name voordoen als er sprake is
van een nauwe affectieve relatie tussen het slachtoffer van het ongeval en degene die ermee
geconfronteerd wordt. De Hoge Raad oordeelt dat de schade als gevolg van dit geestelijke
letsel wel voor vergoeding in aanmerking komt op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b BW.
Hiervoor heeft de Hoge Raad hiervoor wel enkele voorwaarden opgesteld.
Voorwaarden voor vergoeding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annasofiaverreussel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.18. You're not tied to anything after your purchase.