100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Klinisch redeneren Ouderen samenvatting LP1 KT1 $7.84   Add to cart

Summary

Klinisch redeneren Ouderen samenvatting LP1 KT1

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van klinisch redeneren. Ik vind het nu nog niet zo'n lastig vak maar het zijn wel veel termen en definities die je moet weten of moet kunnen herkennen, daarom ook deze samenvatting. Het gaat in deze samenvatting over verpleegkundige in het algemeen en over ouderenzorg

Preview 4 out of 70  pages

  • October 17, 2022
  • 70
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
LP1 KT1 klinisch redeneren.
Werkgroep 1.

Positieve gezondheid volgens M. Huber
Positieve gezondheid = een benadering van gezondheid die uitgaat van
veerkracht en eigen regie.

CanMEDS-rollen
- Zorgverlener  gericht op het verstreken van zelfmanagement
van mensen in hun sociale context. Stelt op basis van klinisch
renderen de behoefte aan zorg vast en verleent deze. De
kernbegrippen zijn uitvoeren van zorg, zelfmanagement
vestreken en indiceren van de zorg.
 Wond verzorgen.
 Iemand wassen.
 Samen met cliënt behoeftes overleggen.
 Voorkomen van problemen.

- Communicator  in de communicatie wordt rekening gehouden met persoonlijke factoren
van de patiënt en diens naasten. De kernbegrippen zijn persoon gerichte communicatie,
inzet informatie en communicatietechnologie.
 Gesprekstechnieken toepassen.
 Informatie doorgeven aan de instelling waar de patiënt toe verhuist.

- Gezondheidsbevorderaar  draagt bij aan het bevorderen van de gezondheid van mensen
door het ondersteunen van hun zelfmanagement. De kernbegrippen zijn preventiegericht
analyseren, gezond gedrag bevorderen.
 Bevorderen van de gezondheid.
 Beïnvloeden van de leefstijl en de gezondheid van de patiënt.
 Bevorderen van zelfmanagement.

Klinisch redeneren = gegevens verzamelen en een analyse gericht op de patiënt maken.




1

, LP1 KT1 klinisch redeneren
Werkgroep 2

Visies op zorg:
Visie = manier waarop je ergens naar kijkt en erover nadenkt.
- Persoonlijke visie.
- Afdelingsvisie.
- Visie organisatie.

Verpleegkundige theorieën:

- Grand theories = hele domein van verplegen.
 Gezondheid.
 Cliënt.
 Omgeving.
 Verplegen.
- Middle-range theories = verzameling verschijnselen binnen de verpleging.
 Diagnose gestuurde zorg:
- Juiste interventies kiezen.
- Classificaties NNN.
- Classificatie ICF.
 Behoefte gestuurde zorg:
- Vraaggerichte zorg = zorg die uitgaat van wensen en behoeften (zorgvrager).
- Vraag gestuurde zorg = mogelijk maken van vraaggerichte zorg
(structuur/financiering).
- Shared decision making = informeert client over verschillende interventies,
gelijkwaardigheid.
- Belevingsgerichte zorg = ziekte is niet het uitgangspunt maar hoe de ziekte
beleefd wordt.
- Familiezorg = hoe verloopt de relatie tussen mantelzorger en cliënt.
- Presentietheorie = er zijn voor de ander
- Micro-level interventions:
 Effectiviteit van interventie (s).

Verpleegkundige proces:

- Anamnese.
- Diagnose.
- Doel.
- Interventie.
- Uitvoering.
- Evaluatie.

NANDA = verpleegkundige diagnose.
NOC = verpleegkundige resultaten.
NIC = verpleegkundige interventies.




2

,Zorg over het algemeen:
Zorg  vraag van individu  meer te maken met standaarden en richtlijnen  zorgverzekeraars en
toenemende juridisering  voordelen  sneller en efficiënter gewerkt worden  tijd persoonlijke
aandacht.
- Ketenzorg stemmen zorgverleners de zorg af op de behoeften van de patiënt waardoor de
patiënt een integraal, kwalitatief passend zorgaanbod krijgt.
- Effectief samenwerken  denken in teamcompetenties belangrijker  noodzakelijke
gespecialiseerde kennis en vaardigheden niet bij elke verpleegkundige, maar wel in het team.

Voor verpleegkundigen  ICT een belangrijke kwalitatieve stap vooruit bij zowel de directe
zorgverlening als bij administratie en rapportage.
De technologische ontwikkelingen (EPD) maken zorg op afstand en dus meer contacten per
verpleegkundigen mogelijk.

Patiënten steeds mondiger  meer geïnformeerd zijn  zelf vaak weten wat gebeuren moet.
Voordeel  verpleegkundigen kan beamen of de informatie juist is of onjuist.

Bij alle diversiteit tussen de landen onderling is internationaal een aantal gemeenschappelijke
tendensen zichtbaar:
- Verpleegkundige opleidingen  bachelors-niveau getrokken  beroep aantrekkelijker.
- Meer verpleegkundige specialisaties.
- Overal wordt ingezet op het hoger opleiden van verpleegkundigen.

Mensen met chronische ziekten groeit  grotere vraag naar zorg  Preventie heeft als doel
beperkingen te verminderen.

Burgers gaan meer eisen stellen aan de zorg, behandelmogelijkheden, technologie, medicatie en de
informatievoorziening en communicatie rond de zorg.

Ondersteuning van het zelfmanagement van patiënten  essentieel onderdeel van goede,
gestructureerde zorg. Verpleegkundigen  meer kijken naar wat de patiënten nog wel kunnen.

De WHO definieerde in 1948 gezondheid als  toestand van volledig, lichamelijk, psychisch en
sociaal welbevinden  volgens definitie heel de wereld ongezond zijn.

Inmiddels (2011) andere benadering van gezondheid gepleit: the ability to adapt and self-manage in
the face of social, physical and emotional challenges hierbij niet aandoening centraal maar
aanpassingsvermogen van personen en het vermogen tot zelfmanagement.
De volgende kenmerken vormen gezamenlijk de kern van verplegen.
Het doel van verplegen:
- Is het bevorderen van de gezondheid, herstel, groei en ontwikkeling.
- Het voorkomen van ziekte, aandoeningen of beperkingen.
- Als mensen ziek op gehandicapt zijn of worden is het doel om het lijden en de pijn te
verminderen.

Verpleegkundige interventies zijn gericht op:
- Het versterken van het zelfmanagement van mensen zover mogelijk.
Verplegen omvat: het vaststellen van de behoefte aan verpleegkundige zorg, therapeutische
interventies en persoonlijke verzorging. Naast de directe patiëntenzorg omvat de verpleegkundige
praktijk ook coördinatie, deskundigheidsbevordering en beleid en kennisontwikkeling.



3

, Zorgdomeinen:
- 0e lijn = zorg zonder specifieke hulplijn  preventieve gezondheidszorg:
 Voorkomen dat mensen ziek worden of verergering van ziekte voorkomen.
 Gezondheid bevorderen en beschermen.
 Mantelzorgers, vrijwilligers en familie.
- 1e lijn = zorg waar iedereen rechtstreeks naartoe kan gaan  huisarts, tandarts, fysio en de
wijkverpleegkundige.
- 2e lijn = specialistische zorg (verwijzing nodig van de huisarts).
- 3e lijn = hoog specialistische zorg (academische ziekenhuizen, specialistische centra).
Zorgstelsel Nederland 4 wetten:
- Zorgverzekeringswet (ZvW):
 Regelt de zorg die gericht is op het behandelen en genezen.
 Geregeld via zorgverzekering.
- Wet Langdurige Zorg (WLZ):
 Bedoeld voor mensen die permanent toezicht nodig hebben of 24 uurs zorg in de
nabijheid nodig hebben.
- Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO):
 Is gericht op mensen met een beperking om die ondersteuning te bieden.
 Ondersteuning is erop gericht om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen.
 Ook gericht op om mensen zoveel mogelijk mee te kunnen laten doen in de
maatschappij.
 Loopt via de gemeente die geld krijgen via het gemeentefonds.
- Jeugdwet:
 Wordt geregeld door de gemeente: is verantwoordelijk voor de ondersteuning, hulp
en zorg aan kinderen en jongeren en hun families.
VTV (volksgezondheid toekomstverkenning) geeft inzicht in de belangrijkste toekomstige
ontwikkelingen in de gezondheidszorg.

Kern van verplegen:
- Versterken zelfmanagement.
- Bevorderen van gezondheid en herstel.
- Voorkomen van beperkingen en ziekte.
- Lijden en pijn minimaliseren.
- Ondersteuning in het leren omgaan met ziekte, handicap, behandeling en gevolgen.
- Handhaven beste mogelijke kwaliteit van leven.
- Klinisch redeneren.

ABCD-model:
A  voorzorg: bevorderen van gezond leven, collectief en individueel.
B  gemeenschapszorg: zorg wordt geregeld vanuit de buurt/wijk.
C  Laag complexe zorg: basiszorg en gespecialiseerde zorg, hoge mate van voorspelbaarheid.
D  Hoog complexe zorg: zeer complex, lage mate van voorspelbaarheid.

Transmurale zorg:
- Specialistische kennis wordt meegenomen naar de setting waar de cliënt zich verbindt.
- Verpleegkundige deelt de info.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnehoutepen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82191 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.84
  • (0)
  Add to cart