100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting hoofdstuk 7 conceptual development hoofdstuk 8 intelligentie en schoolse vaardigheden $3.21   Add to cart

Summary

samenvatting hoofdstuk 7 conceptual development hoofdstuk 8 intelligentie en schoolse vaardigheden

 207 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting van de hoofdstukken 7 (conceptuele ontwikkeling) en hoofdstuk 8 (intelligentie en schoolse vaardigheden) uit het boek van Siegler

Preview 2 out of 11  pages

  • February 14, 2016
  • 11
  • 2015/2016
  • Summary
avatar-seller
Chapter 7 Conceptual Development (in de eerste 5 levensjaren)
Concepten  wie, wat, waar, wanneer en waarom
Algemene ideeën of begrip die gebruikt kunnen worden om voorwerpen,
gebeurtenissen of abstracties te groeperen op basis van een of andere gelijkenis
 begrijpen van de werkelijkheid, generaliseert vorige ervaringen (wortel lekker?
Dan volgende ook). Concepten vertellen ons ook hoe we emotioneel op iets
moeten reageren (bang voor alle honden als je 1 keer gebeten bent).

Thema’s concepten:
 Nature/nurture  concepten van kinderen reflecteert de wisselwerking
tussen ervaring en aanleg om informatie te verwerken.
 Het actieve kind  de concepten van de kinderen laten de pogingen zien
om grip op de wereld te krijgen.
 Hoe verandering optreedt: onderzoekers proberen niet alleen te begrijpen
welke concepten er worden gevormd, maar ook het proces.
 Socioculturele context  de gevormde concepten worden beïnvloed in
welke samenleving we leven.

Perspectieven:
 Nativisten  baby’s zijn geboren met een begrip van concepten, dus
aangeboren visie (nature). Nurture is alleen belangrijk om deze bestaande
concepten op een hoger level te brengen.
 Empiristen  concepten ontstaan d.m.v. ervaringen. Nature geeft baby’s
alleen de basis leermechanismen, waaruit een concept kan ontstaan.

Begrijpen van wie of wat
Vroege ontwikkeling van kinderen verdelen ze objecten in drie categorieën:
levenloos (theorie of physics), mensen (theorie of psychology) en dieren (theorie
of biologie = aangeboren, maar ook geïntegreerd een aangepast door andere
mensen en observatie). Levensloos, mens en dieren zijn informele theorieën.
Kenmerken theorieën:
 Alle objecten en gebeurtenissen verdeelt over een aantal fundamentele
categorieën.
 Veel fenomenen worden verklaard door enkele fundamentele principes,
bijvoorbeeld verlangen van drinken/eten ligt ook ten grondslag van het
gedrag van een dier.
 Verklaren van gebeurtenissen in termen van niet-waarneembare oorzaken.
Ziekte komt door iets in het lichaam, externe krachten bepalen acties van
levenloze objecten.

Categorie hiërarchieën  een belangrijke manier waarop kinderen categorieën
vormen om erachter te komen wat zaken me elkaar te maken hebben is door
objecten te verdelen in categorie hiërarchieën.
Bijvoorbeeld: inanimale objects (most general)  meubels (general)  stoelen,
tafels (medium)  merk (specific)

Categoriseren in de peutertijd
In de eerste maanden zijn baby’s al bezig met het vormen van categorieën.
Wanneer baby’s van 3/4 maand zullen steeds minder tijd besteden aan foto’s uit
dezelfde categorie, bijvoorbeeld verschillende soorten katten. Wanneer er
verschillende categorieën zijn, bijvoorbeeld een hond, kat en andere dieren zal er
veel meer kijktijd ingestoken worden door 3/4 maand oude kinderen.

, Peuters gebruiken vaak de perceptuele categorisatie = het groeperen van
objecten die er hetzelfde uitzien. Groeperen volgens perceptuele dimensies zoals
kleur/grootte en beweging. Categorisaties gebaseerd op onderdelen van
objecten, bijvoorbeeld het onderdeel ‘haar’ i.p.v. het geheel.
Naïeve psychologie peuters
Peuters vinden mensen interessant, geven veel aandacht aan de mens en leren
veel van die mensen. Liever mensen dan andere objecten. Deze interesse in de
mens helpt peuters leren over menselijk gedrag. Door als ouder op het kind in te
spelen leert het kind al enigszins iets van de naïeve psychologie.

Eerste helft tweede levensjaar  begrip verschillende ideeën over de naïeve
psychologie:
 Bedoeling: doel waarmee anderen dingen doen.
 Gezamenlijke aandacht/joint attention: twee of meer mensen richten zich
doelbewust op hetzelfde.
 Intersubjectiviteit: wederzijds begrip dat mensen hebben tijdens
communicatie, ook begrip van de emoties van een ander.

Vermoedelijk, de ervaring van de peuters eigen ervaring en het gedrag zorgen
voor begrip van de emoties die voor het gedrag van een ander zorgt.

Rond hun tweede jaar gaan kinderen objecten categoriseren op basis van hun
algemene vorm en op basis van functie. Hierdoor kunnen ze hun kennis van
categorieën toepassen om objecten met handelingen te combineren.

Categoriseren na de peutertijd
Vaardigheid van niet alleen individuele categorisatie neemt toe, maar ook het
begrip van categorie hiërarchieën en causale verbanden  beide hebben te
maken op relaties tussen categorieën.

Categorie – Hiërarchie
3 niveaus:
1. Algemener niveau: superordinate (bovengeschikt)
2. Specifieker niveau: subordinate (ondergeschikt)
3. Tussenniveau: basaal/basis (gemiddeld)
Als eerst leren kinderen het tussenniveau/basisniveau, omdat de objecten op dit
niveau veel dezelfde kenmerken hebben + de objecten uit dit niveau behoren tot
verschillende categorieën en dit duidelijk kenbaar is/onderscheidbaar.

De basiscategorieën verschillen tussen kinderen en volwassenen. Kinderen
vormen minder snel gescheiden categorieën. Volwassene heeft bijvoorbeeld
categorie auto terwijl het kind een auto/fiets/bus etc. onder de categorie objecten
met wielen plaatst.

Van basisniveau naar super- of subordinate niveau  ouders en omgeving
gebruiken het basisniveau van het kind om de specifieke en het meer generale
niveau uit te leggen. Kinderen zelf gebruiken ook het basisniveau om zelf op het
super- of subordinate niveau te komen.

Kind-basis categorieën: categorieën die liggen tussen het basis- en subniveau,
bijvoorbeeld dingen die rollen i.p.v. ballen.

Oorzakelijk begrijpen en categoriseren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marin1207. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
  Add to cart