100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Oriëntatie op geschiedenis Hoofdstuk 1 en 2 +Jaartallen. $5.40   Add to cart

Summary

Samenvatting Oriëntatie op geschiedenis Hoofdstuk 1 en 2 +Jaartallen.

1 review
 50 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting worden in duidelijke woorden de eerste 2 hoofdstukken van het boek Oriëntatie op de geschiedenis samengevat.

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • 0 tm 2
  • October 18, 2022
  • 16
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: djermoroest • 9 months ago

avatar-seller
Samenvatting Hoofdstuk 1
1.1 Jagers en verzamelaars
Eerste mens staan bekend als homo sapiens, deze is geëvolueerd uit eerdere soorten. Dit soort mens
bestaat ongeveer 200.000 jaar. Historici houden zich alleen bezig met homo sapiens, niet met
neanderthalers. Geschiedenis gaat namelijk over de ontwikkeling van de menselijke cultuur.

De geschiedenis van de moderne mens begint met een broedermoord op een verwant mensentype.
Vrijwel zeker heeft er echter ook vermenging plaatsgevonden tussen mensen van de soort homo
sapiens en mensen van de soort neanderthaler. Waardoor in mensen van tegenwoordig ook enige
neanderthaler-DNA aanwezig is.

De periode waar geen geschreven bronnen over bestaan is de prehistorie. (voorgeschiedenis).
Prehistorie wordt onderverdeeld in tijdsperiodes: Steentijd, bronstijd en ijzertijd. Ook de steentijd
kan onderverdeeld worden in 3 periodes:
1 Paleolithicum (oude steentijd): De periode van jagers en verzamelaars
2 Mesolithicum (de middensteentijd): De overgangstijd tussen jagers en verzamelaars naar
de landbouwcultuur
3 Neolithicum (nieuwe steentijd): De tijd van de landbouw

De eerste landbouwculturen ontstonden rond 10.000 jaar v.C. in het Midden-Oosten. In Nederland
rond 5300 v.C.

Laatste ijstijd duurde van 60.000 jaar geleden tot ongeveer 12.000 jaar geleden. De gevolgen van
deze klimaatverandering waren groot. Verandering in landschap, dieren trokken weg en de
zeespiegel steeg.

Uit vondsten is duidelijk geworden dat de oudste moderne mensen de jacht op groot wild
beheersten. De jacht op groot wild vereist grote capaciteiten op het gebied van planning en
coördinatie. Drijfjacht was een methode, dieren werden naar een bepaald gebied gedreven waar zij
opgewacht en gejaagd worden. .

De jagers verzamelaar leidden een zwervend bestaan. Dat betekend dat ze kennis moesten hebben
van het gebied waar ze zich bevonden. Een besef van tijd en wisseling van seizoenen was hierbij van
groot belang, omdat activiteiten moesten worden gepland. Pas toen de tijstijd vanaf 13,000 v.C.
afliep was er ook in Noordwest-Europa sprake van een permanente bewoning.

De moderne mens heeft 5 keer zoveel hersenvolume als op grond van zijn lichaamsgewicht mag
worden verwacht. Omdat wij niet alleen planeten maar ook vlees eten is ons spijsverteringskanaal
verkort, hierdoor hebben onze hersenen meer kans gehad om te groeien. Het koken van voedsel
heeft er ook aan meegeholpen, gekookt voedsel is namelijk eenvoudiger te verteren.

De jagers verzamelaar maakten ook dingen die geen praktische functie hadden, maar waaraan
blijkbaar een symbolische betekenis werd toegekend. Dit konden bijvoorbeeld grotschilderingen zijn.
Prehistorische kunstuitingen zijn op zijn hoogst 30.000 jaar oud.

Aanwijzingen van geloofsovertuigingen kunnen we vinden in de talrijke overblijfselen van
begravingen die van prehistorische mensen zijn aangetroffen. De homo sapiens begonnen op een
zeker moment zijn doden te begraven. Opmerkelijk is dat niet iedereen zorgvuldig werd begraven;
alleen met belangrijke doden gebeurde dat. Nog duidelijker wordt dit als aan de dode bepaalde

,dingen werden meegegeven, bijvoorbeeld sieraden. Hiermee wordt de indruk gewekt dat de mensen
geloofden dat dode die dingen ‘nog nodig had’ in het hiernamaals.

1.2 De komst van de landbouw
De omwenteling van jagers en verzamelaars naar dat van de landbouw staat bekend als de
‘landbouwrevolutie’. De Natufiërs waren het eerste volk wat zich settelde op 1 vaste plek, hierdoor
konden zij het veroorloven om stevigere huizen te gaan bouwen. Mede door de ijstijd werden de
Natufiërs gedwongen om op de vruchtbare grond zelf voedsel te gaan produceren. Mensen kwamen
erachter dat het domesticeren van bepaalde diersoorten efficiënter was dan het jagen daarvan.

Boerenculturen leiden tot een sneller groeiende bevolking. Kennelijk bood het zelf produceren van
voedsel toch een zekerder bestaansbasis dan jacht en verzamelen. De groei van de bevolking leidde
tot versterking van de trend naar meer landbouw. Als zoveel monden gevoed moesten worden kon
dit niet meer zonder landbouw te bedrijven.

Met de ingang van een nieuwe productiemethode is ook ander gereedschap gepaard. Een opvallend
nieuw stuk gereedschap is de geslepen bijl. Ook ontstonden er werktuigen die niet verplaatst konden
worden zoals bijvoorbeeld een maalsteen.

In Nederland vinden we de eerste landbouwcultuur tussen 5300 en 4800 in Zuid-Limburg. De
trechterbekercultuur is een volk wat afstamt uit Drenthe, zij woonde hier tussen 3500 en 2700, zij
zijn verantwoordelijk voor de hunebedden.

In de landbouwcultuur speelt bezit een grotere rol dan in dat van de jagers en verzamelaars. Iemand
met een stuk landbouwgrond is eerder geneigd om dit als privé bezit toe te eigenen. In
boerenfamilies ontstond erfrecht voor roerende en ontroerende goederen.

Het ontstaan van privé eigendommen creëerde ook meer sociale ongelijkheid. Bij opgravingen van
oude beschavingen werd duidelijk dat er al enige vormen van sociale rangen waren, zo leefde
‘hoofdmannen’ in grotere en stevigere huizen en werden mensen dode mensen op andere manieren
begraven.

Veel opgravingen van menselijke resten toonden aan dat er vaak sprake was van geweld tussen
nederzettingen. Hoe meer bezit er ontstaat des te meer er op het spel staat.

2.3 De eerste steden
Door de jaarlijkse overstroming/uitdroging van de Eufraat en Tigris begonnen mensen met
kunstmatige reguleringen van het water: irrigatie in de zomer en dijkenbouw in het voorjaar.

In het Egyptische nijdal viel nauwelijks regen, maar ieder jaar tussen juli en oktober overstroomde de
rivier. Van dat water moesten de Egyptenaren het hebben. Er moest dus gezorgd worden dat het
terugtrekkende water gekanaliseerd werd om het land in de drogere periode te bevloeien. De
overstromingen zorgde er ook voor dat er elk jaar een nieuw laagje modder over het land verspreid,
waardoor het vruchtbaar bleef.

De omstandigheden die de rivier de Nijl veroorzaakt zorgde ervoor dat mensen goed na moesten
denken over het gebruik van de rivier, hierdoor zijn dorpen gaan samenwerken.. Ze hebben tenslotte
allemaal hetzelfde probleem.

Landbouwcultuur veroorzaakte bezitsvorming en sociale verschillen, hierdoor ontstond ook een
leidinggevende bovenlaag van rijken en machtigen die de centrale productie in goede banen moest
leiden. Deze bovenlaag had 1 persoon aan de top. De koning.

, Omstreeks 3000 v.C. raakte de dorpen in het Nijldal gecentraliseerd in de handen van de farao. In
Mesopotamië gebeurde dit rond 2000 v.C. Het landbouwgebied in Egypte en Mesopotamië stond nu
onder bezit van de staat. Boeren werden verplicht om het merendeel van hun oogst af te staan aan
de staat. Omdat landbouw nu verdeeld kon worden onder burgers kon de vorst uitkeringen doen aan
plaatselijke bestuurders, ambtenaren, priesters en militairen.

Door de grote landbouwproductie relatief weinig arbeidskrachten vereiste was er meer ruimte voor
nieuwe vormen van arbeid, bijvoorbeeld: smid, timmerman of metselaar. Ook ontstonden er meer
administratieve taken. De verschillende groepen hadden ook verschillende sociale posities. Rangen
verschilden in de oude beschavingen veel meer dan in de oude landbouwculturen van de prehistorie.
Daarom spreken we van een ‘gelaagde samenleving’.

Wat door boeren werd ingeleverd werd in pakhuizen opgeslagen en verdeeld onder niet-
producerende lagen van de bevolking. We spreken hier van een distributie-economie.

Rond 3300 v.C. vonden de Soemeriërs het schrift uit, dit werd gedaan om de administratie van de
landbouw bij te houden. Deze tekens werden ingekerfd in plakken klei of kleitabletten. Later werden
de tekens vereenvoudigd naar spijkerschrift. Egyptenaren maakten inscripties op muren en papyrus,
hun schrift staat bekend als het hiërogliefenschrift.

De uitvinding van het schrift leidde tot het opschrijven van verhalen over goden, geschiedenis en
rechtspraak. De oude Egyptenaren en Soemeriërs waren polytheïstisch, dit betekend dat er voor alles
één god bestaat. Het joodse volk was monotheïstisch, dit hield in dat ze in maar één god geloofde die
voor alles verantwoordelijk is.

Egyptenaren geloofde in het eeuwige bestaan, dit kon alleen als het aardse lichaam behouden bleef.
Om deze reden werden de lichamen van farao’s gemummificeerd en in Pyramides begraven. Mede
dankzij grafrovers werden farao’s begraven in onopvallende begraafplaatsen.

Tijdlijn
200.000 jaar geleden: Eerste homo sapiens (resten in oost-Afrika)
120.000 jaar geleden: De mens bereikt het Midden-Oosten
60.000 jaar geleden: Via Azië naar Australië.
60.000 jaar geleden: start van de laatste ijstijd
45.000 jaar geleden: Eerste homo sapiens in Europa
30.000 jaar geleden: Homo sapiens het enige mensensoort op aarde.
12.000 jaar geleden: Einde van de laatste ijstijd
10.000 jaar geleden: De eerste landbouwculturen ontstonden
7.500 jaar geleden: Eerste landbouwculturen in Nederland
5.200 jaar geleden: Eerste schriftgebruik in Egypte/Irak

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller semdonders. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80796 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.40  4x  sold
  • (1)
  Add to cart